Prof. Prakke over Ben van Eysselsteijn
In het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1974-1975 is een in het oog vallende bijdrage afgedrukt - blz. 38-57 - van de hand van prof. dr. H. Prakke over de persoon en het werk van wijlen Bernard van Eysselsteijn. De bijdrage is in de van Prakke bekende glasheldere stijl, die al zijn wetenschappelijke geschriften kenmerkt, geschreven. De figuur van Bernard van Eysselsteijn als de erudiete journalist, kunstcriticus, dichter, roman- en toneelschrijver komt duidelijk tot de lezer over. Degenen die Van Eysselsteijn hebben gekend en hem bewonderden om zijn vele gaven van hoofd en hart, zullen het opstel van Prakke met belangstelling en geboeid lezen. Het werkstuk van Prakke wordt besloten met een vermelding van de ruim zeventig geschriften die bij het schrijven werden geraadpleegd. Het artikel is voorts van tal van voetnoten voorzien.
Van Eysselsteijn heeft veel bijgedragen tot de ontmoetingen van Noordnederlandse en Vlaamse literatoren en tot het over en weer aan hun werk bekendheid geven.
Prakke geeft hiervan een opsomming, die wij letterlijk aanhalen:
‘Nauwelijks was het cultureel verdrag met België tot stand gekomen, of Van Eysselsteijn ontwierp het plan tot een ontmoeting van Vlaamse en Drentse schrijvers in Drenthe’. (blz. 46).
‘Bijzondere nadruk legde Van Eysselsteijn na de bevrijding op de herleving van het literaire contact met onze Zuiderburen. Vlaamse schrijvers (Karel Jonckheere, Marnix Gijsen) vindt men in de OKK-jaarverslagen (het Haags Letterkundig Genootschap “Oefening Kweekt Kennis”), van het seizoen 1948-1949 af telkens weer geprogrammeerd’. (blz. 47).
Prakke vermeldt tevens dat van het bevrijdingsspel ‘Bazuinen om Jericho’ de beroepspremière in Antwerpen werd gegeven. ‘De gendarm van Europa’ vond meteen een Vlaamse première. De klacht is niet nieuw, dat men in Vlaanderen Nederlandser denkt en voelt dan in Nederland zelf..., aldus Prakke.
We mogen prof. Prakke dankbaar zijn voor het monument dat hij voor Ben Van Eysselsteijn - in de vorm van zijn verhandeling in het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde - heeft opgericht.
G.G.