Christoffel Plantin
Bij een dubbel eeuwfeest voor het museum Plantin-Moretus te Antwerpen
Christoffel Plantin, een Fransman uit Tours, drukte een buitengewoon stempel op de Nederlandse kultuurgeschiedenis
Het drukkerij-museum aan de Antwerpse Vrijdagmarkt viert dit jaar een dubbel eeuwfeest. Vierhonderd jaar geleden, in. 1576, vestigde aartsdrukker Christoffel Plantin zich op deze plaats en honderd jaar geleden in 1876 kocht de stad Antwerpen het pand van de laatste er gevestigde erfgenaam jonker Edward Moretus om er het befaamde werkhuis-museum in te richten.
De Officina Plantiniana is eigenlijk geen museum, maar een uit de tijd van Plantin en vooral van diens aanhankelijke schoonzoon Jan Moerentorf en beroemde kleinzoon Balthazar I Moretus nagebleven drukkerij. Men zou het een ongeëvenaard voorbeeld kunnen noemen van industriële archeologie.
Waar musea doorgaans een ver uiteenlopend allegaartje vertonen van toevallig samengebrachte voorwerpen, is in het Plantijnse pand alles van den huize zelf. Atelier, lettergieterij, drukkerij, proeflezerskamer, winkel, biblioteek, woonvertrekken en de weergaloze binnenkoer, waar nog de wingerd bloeit er door Plantin zelf gepland, alles ziet men hier op de eigen onveranderde plaats, als tastbaar testament overgebleven uit de tijd van de Meesters van de Gulden Passer.
Christoffel Plantin
In zijn studie over die Meesters kon wijlen dr. Maurits Sabbe, jarenlang hoofdkonservator van het museum Plantin-Moretus terecht getuigen: ‘Wij kennen in de wereld geen museum waar een bepaald tijdperk uit de geschiedenis zo volledig en aangrijpend voortleeft als in dit huis op de rustige, schilderachtige Antwerpse Vrijdagmarkt’.
Van de 16de eeuw af tot op de drempel van de 19de eeuw was dit huis van buitengewoon grote betekenis voor de Nederlandse kultuurgeschiedenis. Rondom de Officina Plantiniana te Antwerpen en later te Leiden groepeerden zich vele mensen, van hoofdakteurs tot figuranten uit de hervorming, de renaissance, het humanisme en de contra-reformatie.