De Gouden Delta 3
De multidisciplinaire Belgisch-Nederlandse symposia ‘De Gouden Delta’, gehouden aan de Rijksuniversiteit te Gent, vonden plaats eind 1971 en begin 1974, resp. onder het motto ‘Natuur- en landschapsbescherming in de Lage Landen’ en ‘Basisgegevens voor ruimtelijke planning in de Schelde-delta’.
Eind 1976, wellicht op donderdag 11 november, zal een derde, afsluitend symposium gehouden worden, waarop de medewerkers van de universitaire werkgroep ‘Noord-Vlaanderen / Delta-zuid’ de resultaten van vijf jaar studiewerk zullen naar voren brengen.
Door de aanwezigheid van verschillende wetenschapsmensen, afkomstig vooral uit Noord-Vlaanderen en Zeeland, maar verder ook uit alle andere provincies, vormt het derde Gouden Delta-symposium, naast de akademische, algemeen kulturele en feestelijke manifestaties ook een wetenschappelijk trefpunt in het kader van de herdenking van de Pacifikatie van Gent.
Enkele punten van het programma: zoals welbekend neemt de vervuiling van de grensoverschrijdende rivieren in de Belgisch-Nederlandse betrekkingen een centrale plaats in. Dr. N. De Pauw, recent gepromoveerd op de oekologische kwaliteiten van het Scheldewater, zal verslag uitbrengen over dit kruciale probleem.
De landschapskartering werd uitgevoerd door Prof. Dr. F. Snacken en medewerkers; in relatie hiermee zullen de planologen drs. G. Allaert, E. Jamees en W. Verbanck een overzicht geven van de konstruktieve alternatieven op gebied van ruimtelijke ordening. Voor Zeeuws-Vlaanderen zal op gepaste wijze hierop worden ingehaakt door de woordvoerders van een uitgelezen schare leraren, ambtenaren en natuurliefhebbers, allen bekommerd om de kwaliteit van milieu en landschap op Nederlands grondgebied. Elementair sluitstuk van ‘De Gouden Delta 3’ is uiteraard de oekologische waarderingskaart van het onderzoeksgebied, welke zal toegelicht worden door de maker, drs. E. Kuyken.
Tenslotte loopt door het ganse symposium - en niet het minst in de slotbeschouwingen van Prof. Dr. H. Gysels - als een rode draad de kernvraag, die inrichters en medewerkers zichzelf en anderen voortdurend hebben gesteld: hoe redden wij de nog gave landschappen en de natuurlijke rijkdommen, met behoud van onze welvaart en allicht met een beheerste ekonomische groei, van dit westelijke Beneluxmiddengebied?