Neerlandia. Jaargang 80

[p. 15]

Het A.N.V. timmert aan de weg

Acebe en COLO bespreken leerlingenwezen

Door bemiddeling van het Algemeen Nederlands Verbond werd in Antwerpen een gesprek georganiseerd tussen vertegenwoordigers van het Antwerps Centrum voor Beroepsvervolmaking (Acebe) en het COLO (Stichting Centraal Orgaan van de Landelijke Opleidingsorganen van het Bedrijfsleven).

Onderzocht werd op welke wijze men de contacten tussen de Nederlandse en Vlaamse instituten die t.a.v. het leerlingenwezen/leercontracten bevoegd zijn, kan intensiveren. Tijdens dit eerste gesprek werden de Nederlandse en de Vlaamse structuren vergeleken wat resulteerde in soms vrij moeilijke en technische discussies en vragen.

Alhoewel men tijdens deze eerste bespreking nog niet tot duidelijke concrete contact- en uitwisselingsprojecten kwam, toch mag men deze bijeenkomst in alle opzichten verheugend noemen. Gehoopt mag worden dat Acebe en Colo de ingeslagen weg verder zullen bewandelen. Wellicht wordt dit gesprek het begin van meer intensieve contacten tussen Nederland en Vlaanderen.

Culturele integratie op de basisschool

Op 11 november II. organiseerde de ‘Werkgroep basisonderwijs’ van het A.N.V. andermaal een studiedag.

Deze keer waren het de leerkrachten van het Sint-Jan Berchmanscollege uit Merksem (bij Antwerpen) die een studiebezoek brachten aan de Louis Buelensschool in Eindhoven.

De Vlaamse leerkrachten kregen hierbij de kans om in de verschillende klassen lessen bij te wonen.

Er werd druk van gedachten gewisseld over de methodes bij aanvankelijk lezen, taalonderricht, geschiedenis en aardrijkskunde. Ervaringen i.v.m. het voorbereiden van lessen, invullen van klasagenda en formuleren van doelstellingen werden besproken.

De leerkrachten uit Merksein hadden veel bewondering voor de manier waarop in de Louis Buelensschool, de ouders worden betrokken in het leerproces. Prachtige voorbeelden van die ouderparticipatie waren:

-	de ouders die de administratie van de schoolbibliotheek verzorgen;
-	de ouders die in samenwerking met de leerkrachten een informatiecentrum uitbouwen;
-	de ouders die meehelpen bij de leeslesjes in de 1ste graad (onderbouw). Terwijl de leerkracht de minder vlotte lezertjes verder helpt, zijn de ouders aan het werk met de gevorderde lezers.

De Vlaamse leerkrachten concludeerden hieruit dat deze waardevolle voorbeelden tot navolging aansporen.

Na een bezoek aan het Evoluon volgde een werkvergadering waarop de concrete uitwisselingsprojecten werden besproken. Na afloop van deze vergadering werd overeengekomen volgende projecten in beide scholen uit te werken:

a.	de vierde leerjaren gaan starten met het schrijven van brieven naar hun Nederlandse (Vlaamse) vriendjes.
b.	in de vijfde leerjaren gaat men klassen uitwisselen (in de maand mei '76).
c.	Beide scholen bezorgden elkaar een uitgebreide vragenlijst betreffende schoolorganisatie, onderwijswetgeving, didactische problemen, bezoldiging, leerlingennormen e.d. In beide scholen gaat een werkgroep systematisch de antwoorden op deze vragen schriftelijk uitwerken en aan de andere groep bezorgen. Dit werk zal later ongetwijfeld als basis kunnen dienen om een vergelijkende studie te maken tussen het Belgisch en Nederlands onderwijsbestel. Dit zal dan eindelijk eens een studie worden die tot stand komt door en voor de basis!

L. KNAEPKENS

Voorzitter ‘Werkgroep Basisonderwijs’

Het onderwijs in het Nederlands in Wallonië en in de Belgische Oost-Kantons

Uitgaande van de nota ‘De toekomst van het A.N.V.’ (cfr. het artikel ‘Het A.N.V. Concreet’ - Neerlandia 1975/5) wil ons verbond in de toekomst actieve steun verlenen aan de leraren Nederlands in de culturele grensgebieden.

Een van de belangrijkste onderdelen van dit beleid is de steun aan de leraren Nederlands in Wallonië en de Oost-Kantons van België.

Het A.N.V. wil principieel deze steun slechts realiseren in nauwe en voortdurende samenwerking met de betrokkenen. Teneinde inzicht te verwerven in de behoeften van onze ‘culturele ambassadeurs’ in Wallonië en in de Oost-Kantons werd een enquête georganiseerd. Aan de ± 750 adressen werd in de loop van februari 1976 een enquête-formulier gestuurd waarin werd geïnformeerd naar de bestaande behoeften inzake pedagogische-didactische hulpmiddelen, desiderata t.a.v. contacten met Nederlandse en Vlaamse collega's, enz. Deze enquête kon gerealiseerd worden dank zij de actieve medewerking van de heer J.P. Gailliez, docent aan de normaalschool (Pedagogische academie) van Braine-le-Comte.

Het ligt in de bedoeling van het A.N.V. om aan de hand van de resultaten van deze enquête te onderzoeken op welke wijze het A.N.V. doelmatig steun kan verlenen. Met dit onderzoek bewijst het A.N.V. nogmaals het grote belang van het particuliere initiatief en van het ‘Steunfonds leraren Nederlands in de culturele grensgebieden’.

‘Macbeth’ van E. Ionesco op de Nederlandstalige ‘pijnbank’

Aan franstaligen verwijt men al eens dat zij menen dat er buiten de Franse cultuur in de wereld niets anders bestaat. De dynamische normaalschool (Pedagogische academie) te Braine-le-Comte ('s Gravenbrakel) bewijst voortdurend het tegendeel. De uiteraard franstalige leerlingen worden voortdurend geconfronteerd, en op dit ogenblik op een zeer dynamische wijze, met de Nederlandse, de Engelse en de Duitse cultuur.

Op 29 januari 1976 presenteerden de leerlingen enkele fragmenten uit de nederlandstalige versie van ‘Macbeth’ van E. Ionesco aan een jury met o.m. de heer A. van Impe (lid van de Visserneerlandiacommissie voor Toneelprijzen) en de heer M. Cantrijn, algemeen secretaris van het A.N.V.

Deze jury had tot opdracht om de theaterkwaliteiten van de actrices te beoordelen. Talrijke heksen en limonadeverkoopsters speelden met overgave hun rol. De dynamische bezieler van dit initiatief is de heer J.P. Gailliez. Het A.N.V. hoopt dat deze groep jonge mensen in de gelegenheid zullen gesteld worden om als franstaligen, in het Nederlands, dit franstalige werk in Nederland en Vlaanderen op te voeren.