Noorbeek (Ndl.-Limburg) en Etikhove (Oost-Vlaanderen) goede (speel)maatjes.
Zaterdag 9 en zondag 10 augustus 1975 was de Noorbeekse Toneelvereniging ‘De Eendracht’ - ruim 30 personen - op bezoek in Etikhove, een rustiek dorpje in de Vlaamse Ardennen.
Aanleiding tot dit bezoek vormde een initiatief van de Toneelvereniging ‘Die Winterroose’ uit Etikhove, welke op zoek was naar contacten met een Nederlandse zustervereniging.
Het motief: waarom trekken wij zo ver weg, naar andere taalgebieden en gaan wij voorbij aan toch meer voor de hand liggende intermenselijke contacten in het eigen taalgebied.
Wel: Noorbeek en Etikhove hebben elkaar gevonden. Twee dorpen, die een beetje vergelijkbaar zijn:
- | qua inwoneraantal; |
- | qua bevolkingsopbouw (agrarisch met een pendel naar de stad); |
- | qua regio: heuvelachtig i.c. de Zuid-Limburgse heuvelen en de Vlaamse Ardennen. |
Het eerste actieve contact werd een waar feest: ontvangsten door gastvereniging en gemeentebestuur; een trip door de streek en een verbroederingsavond in de parochiezaal van Etikhove.
Natuurlijk werd er ook toneel gespeeld. Op zondagmiddag een openluchtvoorstelling van het marionettenspel ‘De legende van Quinten Matsijs’ en op zaterdagavond op de gezellige binnenplaats van Hoeve ‘Erregat’ van de middelnederlandse klucht ‘De gecroonde leersse’ van Michiel de Swaen. Het resultaat: Die Winterroose is in maart 1976 twee dagen te gast in Noorbeek. Een zodanig initiatief, volledig particulier opgezet, verdient navolging. Meerdere sectoren van de amateuristische kunstbeoefening kunnen daar iets aan doen. Immers zo groeit een uitwisseling vanaf de basis, zo ontstaan de beste intermenselijke contacten. De kosten van een dergelijk initiatief kunnen echter een struikelblok vormen. Mogelijk kan daaraan iets gedaan worden in het kader der culturele verdragen.
M. SCHMEITZ