Zilveren Anjer voor dr. C.W. Wouters
Dr. C.W. Wouters, bekend bij alle Nederlandse immigranten in Australië evenals in de kringen van het A.N.V., is de Zilveren Anjer 1975 van het Prins Bernhard Fonds toegekend. Op 24 juni reikte Prins Bernhard in het Koninklijke Paleis de onderscheiding aan de heer Wouters uit. De andere bekroonden waren mevrouw T.F. Clevering-Meijer en ir. J.L. Bonebakker. Dr. Wouters kreeg de onderscheiding omdat hij de Nederlandse cultuur op tal van wijzen bevorderde. De belangrijkste waren de verlevendiging van het samenhorigheids-en cultuurbesef onder de Nederlandse immigranten, het behartigen van hun belangen in de Australische samenleving, en het stimuleren van de kennis van het geestesleven en de taal van ons land. Mevrouw Clevering werd geëerd vanwege haar bijdrage aan de cultuurbeoefening in de provincie Groningen en ir. Bonebakker voor zijn tientallen jaren ijveren, in zijn vrije tijd, ten bate van het muziekleven in Overijssel. Tot Dr. Wouters zei Prins Bernhard:
‘Zover ik weet, is er nog nooit een ‘jaar van de minderheden’ georganiseerd, maar dat zou geen gek idee zijn. U hebt een leven voor minderheden achter de rug. Veertig jaar geleden, toen u nog bij de Staatsmijnen werkte, hebt u al avonden op touw gezet, waarbij de mijnstreekbewoners van allerlei nationaliteit hun dansen en liederen uitvoerden. Daar lag allereerst sympathie aan ten grondslag, neem ik aan. Maar toen u naar Australië emigreerde en met een Nederlandse minderheid te maken kreeg, moet dat gevoel van sympathie en saamhorigheid zich al snel hebben toegespitst op drie dingen: een rechtsstrijd naar buiten, een solidariteit met andere minderheden van immigranten, en het wekken van bezieling binnen de Nederlandse gemeenschap zelf. Die drie thema's hebben bijna vijfentwintig jaar lang uw acties in Sydney en elders bepaald.
Het is begonnen met demonstratieve kleinigheden. Ik hoorde bijvoorbeeld dit. In een tijd, toen de Australiërs zich nog weinig rekenschap gaven van de verscheidenheid der immigratie, liet u al groepen Europeanen in hun nationale klederdracht meelopen in optochten. Pas wanneer zij zich van hun afkomst bewust waren en kleur wilden bekennen, was het de moeite waard om voor dat zelfbewustzijn op te treden. U deed dat als animator in eigen kring, en als pleitbezorger tegenover anderen. Natuurlijk is isolement, zeker in een werelddeel als Australië, uit de tijd. U bent nooit tegenstander geweest van integratie: waar u met taai geduld voor gestreden hebt, was assimilatie.
U hebt de meest veelzijdige middelen gekozen. Ze liepen van volksdansgroepen tot de erkenning van Nederlandse schoolopleidingen, van cursussen en lezingen tot carnavalsviering. U hebt, onvermijdelijk, niet alles bereikt wat u voor de geest heeft gestaan: zo ontbreekt nog de leerstoel Nederlands aan de universiteit van Sydney, waar u zo lang naar gestreefd hebt. Laat het een opgave zijn voor degenen die de taak van u, de werker van het eerste uur, hebben overgenomen. Ik weet dat vele Nederlanders in Australië verheugd zijn dat de zilveren anjer u ten deel is gevallen. Door de toekenning, hier, in het hart van Nederland, delen zij aan het andere eind van de wereld niet alleen in de eer; zij mogen óók weten, dat zij door ons niet veronachtzaamd of vergeten worden.