Neerlandia. Jaargang 79
(1975)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermdEnkele museologische overwegingenZoals terecht wordt opgemerkt in ‘Musea aan Maas en Rijn’Ga naar voetnoot(1) zijn de musea in deze eeuw niet alleen maar een verzamelplaats van waardevolle objecten, maar tevens wordt er nu aangestuurd op ‘communicatie en ontmoeting met het publiek’. Deze mededeling gaat gelukkig al iets uit boven de traditionele werking van de meeste musea, nl. het verzamelen van materiële cultuur, zoals pre-historische en archeologische vondsten, munten, handschriften, uitingen van kunstambachten, schilderijen en politiek-geografische kaarten. Een vraag, die hierbij opkomt is, in hoeverre er tegemoet gekomen kan worden aan het breder functioneren van enkele musea als centrum voor restauratie-en herstelwerkzaamheden, alsook als foto-, disco-, dia- en bibliotheek, gespecialiseerd in de westerse ethnologie (= volkskunde) en/of niet-westerse ethnologie (= volkenkunde)Ga naar voetnoot(2). Het zou zaak zijn na te gaan, in hoeverre bijvoorbeeld een 5-tal musea ‘aan Maas en Rijn’ kunnen functioneren in samenwerking met een (eventueel gezamenlijk te bekostigen) team, dat werkzaam is in een afdeling museum-pedagogiek, waarbij modellen van samenwerking tussen bepaalde verwante vakken, museum-didactiek en andere didactische vakken aan de orde zouden kunnen komen voor gezamenlijk op te zetten cursussen, hetzij klassikaal hetzij als vormings- en volksontwikkelingswerk. Deze musea zouden tevens kunnen dienen als stage-mogelijkheid voor studenten en hen, die zich willen oriënteren in de ethnologie, waarbij komt, dat zij hun kennis en vaardigheden beter kunnen overdragen aan anderen, die actief bij hun maatschappij betrokken zijn of zouden kunnen worden. Daarbij is het van belang dat de onderlinge samenhang van uit elkaar gegroeide disciplines die raakvlakken vertonen met de ethnologie, duidelijk gemaakt wordt en dat deze disciplines betrokken worden bij deze activiteiten. | |
CoordinatieDit zou bereikt kunnen worden door coördinatie van wetenschappelijk werk in die disciplines die hiervoor in aanmerking komen, waarbij gedacht kan worden aan pre-historie, archeologie, geschiedenis, cultuur-geschiedenis, maatschappijleer, bepaalde vakgroepen van de sociologie, kunstgeschiedenis, (ethno)psychologie en ethnomusicologie. Concreet toegepast op de huidige situatie van de musea in het algemeen, maar speciaal van de vijf in bovenstaande visie aan te wijzen musea - misschien met inbegrip van openluchtmusea - betekent dit, op de eerste plaats dat er wetenschappelijk werk aan de musea verricht wordt, waarbij bepaalde objecten als kenmerkende produkten van bepaalde gemeenschappen onder de aandacht gebracht worden en op de tweede plaats dat in het kader van bijvoorbeeld de Limburgse ethnologie, volkskundige waarden zodanig op de voorgrond gesteld worden, dat bezoekers er mee geconfronteerd kunnen worden. Door de confrontatie waarbij de samenhang met het verleden en de maatschappelijke evolutie ervaren worden, kan dan de hedendaagse problematiek van de - in bepaalde gevallen regionale - eigenheid meer bewust beleefd en voor de toekomst uitgedragen worden. | |
NabegeleidingEen zo werkend samenspel, niet alleen tussen verschillende disciplines, maar ook tussen scholen, academies en musea, zal echter alleen het bedoelde effect kunnen sorteren, als men - uitgaande van de reeds eerder genoemde voorwaarden - een verantwoorde nabegeleiding kan realiseren, waarvan de waarde kan toenemen door een continue samenwerking, waaruit dan ook de praktische konsekwenties voor het volksleven in de loop van de tijd vanzelf zullen voortvloeien. Het is immers duidelijk, dat ieder museumbezoek zonder wetenschappelijk verantwoorde voorbereiding, begeleiding en nabegeleiding zinloos is.
DRS. JAC. J.H. VELTMANS
Overgenomen uit ‘Veldeke’, tijdschrift van Limburgse Volkscutuur. |
|