25 jaar Belgisch-Nederlandse vereniging
BENEV bestaat 25 jaar. Dit heuglijke feit werd in Antwerpen feestelijk herdacht. Alhoewel het feestprogramma op dit ogenblik geen ‘actualiteit’ meer is - dàt is het nadeel van een periodiek - toch geven wij u er een overzicht van. Het zal u een indruk geven van de ernst waarmede de viering werd voorbereid én van de kwaliteit van het gebodene:
- | opvoeringen van de toneelwerken ‘Mary Stuart’ (door het Rotterdams Stadstoneel) en ‘Trijntje Cornells van Saardam’ (K.N.S.-Antwerpen); |
- | bezoek aan Antwerpen door de kruiser Hr. Ms. ‘De Zeven Provinciën’ en de jager Hr. Ms. ‘Friesland’. Op ‘De Zeven Provinciën’ werd voor de kinderen van de leden van BENEV een kinderpartijtje georganiseerd. Beide schepen werden door duizenden Antwerpenaars bezocht; |
- | een tentoonstelling in het Internationaal Cultureel Centrum (Antwerpen) van ontwerpen van ontmoetingscentra in Nederland; |
- | voorstelling van de Nederlandse film ‘Angela’, gevolgd door een Indonesische rijsttafel; |
- | een bijzondere bezichtiging van BENEV aan de Biënnale Middelheim in Antwerpen, enz. |
‘Neerlandia’ heeft van nabij én met sympathie de viering van het 25-jarig bestaan gevolgd.
BENEV werd gesticht op 28 april 1950 en telt op dit ogenblik ± 2000 leden in België. Achtereenvolgende voorzitters waren de heren V. Anthonis, H. van Kuyck, A. Claeys en Graaf D. Le Grelle. Respectievelijk in 1959 en 1961 werden er afdelingen gesticht te Breda en te Middelburg. Onder het voorzitterschap van de heer Claeys werden er in 1962 initiatieven genomen die geleid hebben tot de oprichting van de afdeling Gent, Brussel, Brugge, Hasselt en Luik.
Wat wil BENEV? Art. 3. van de statuten vertelt ons dat BENEV streeft naar een nauwe en vriendschappelijke samenwerking en naar al wat een verstandhouding tussen België en Nederland kan teweegbrengen en verstevigen. Alle belangstellenden kunnen lid worden van BENEV. Zeer in het bijzonder wordt echter gedacht aan de ± 70.000 Nederlanders die in België gevestigd zijn (waarvan 23.000 in de provincie Antwerpen); en de 20.000 Belgen die in Nederland wonen.
Wat doet BENEV? Bijzonder gekend zijn de lunchbijeenkomsten gedurende dewelke de leden worden vergast op een spreekbeurt van een vooraanstaand politicus, economist, e.a. Dit neemt niet weg dat duidelijk de wens aanwezig is om andere accenten te leggen. Dit is af te lezen uit het artikel ‘Quo vadis BENEV?’ van de hand van de heer C. Spoelder, Vice-Voorzitter, verschenen in de keurige brochure ‘BENEV ...1950-1975’.
De heer Spoelder schreef o.m. ‘Ik meen te mogen stellen, dat alle BENEV-verenigingen hier te lande thans over een kern van geinteresseerde leden beschikken, m.a.w. er is een basis, waarvan men kan vertrekken. Een volgende waarneming mijnerzijds is, dat er in allerlei kringen (men denke aan service-clubs, belangenverenigingen van de meest verschillende aard, culturele instellingen enz. enz.) een toenemende behoefte bestaat aan een uitbreiding van contacten tussen België en Nederland, zowel uit een oogpunt van een zekere verbondenheid als vanwege het besef, dat men elkaar onvoldoende kent. Tenslotte waag ik het dan nog te zeggen, dat van enige coördinatie in het niet officiële verkeer tussen de burgers van beide landen nog maar in zeer beperkte mate sprake is.
Deze overwegingen geven mij aanleiding mij aan enige suggesties voor de toekomst te wagen en wel:
1. | Vertrekkende van de thans geldende organisatie, zal BENEV-België er naar moeten streven als een sterkere eenheid naar buiten te treden; de afdelingen zullen zich moeten inspannen het ledental op te voeren, niet in het minst door de aantrekking van damesleden en jongeren. |
2. | Het lijkt ondenkbaar, dat in de komende decennia verenigingen zullen kunnen volstaan met en bestaan door het organiseren van periodieke lunch- en avondbijeenkomsten; centraal zal moeten worden gezocht naar een programmavoering, die - overigens met handhaving van de oorspronkelijke doelstelling - gericht zal moeten zijn op de wensen, die bij de leden in de zich snel veranderende tijdsomstandigheden bestaan. |
3. | Op cultureei terrein zijn stellig voor BENEV taken weggelegd, waarbij zij tot dusverre niet betrokken was. Ik denk aan het Belgisch-Nederlandse culturele akkoord, waarover in onze kringen thans nog te weinig bekendheid bestaat en ik heb zelfs de stoutmoedigheid te suggereren, dat BENEV een rol zou kunnen spelen bij de stichting van het Holland-huis te Brussel, waartoe de bevoegde Ministers van Cultuur van beide landen volgens een onlangs verschenen persbericht besloten hebben. |
4. | De goodwill, die BENEV zich op grond van haar toekomstige organisatie en opstelling zou kunnen verwerven, zou U er toe moeten leiden, dat zij op den duur als het bij uitstek geschikte orgaan naar voren komt voor de coördinatie, waarvan ik hierboven gesproken heb. |
Alhoewel het A.N.V. en BENEV t.a.v. de ‘Noord-Zuid’ samenwerking andere accenten leggen merken wij in deze toelichting duidelijk enkele raakvlakken. Wellicht kunnen bepaalde vormen van samenwerking het realiseren van ‘de goede zaak’ bevorderen.
Het A.N.V. wenst BENEV hartelijk geluk bij deze zilveren gebeurtenis.
M.C.