Één jaar Tindemans
De vorming
Einde april 1974 vormde Leo Tindemans een minderheidskabinet van christen-democraten en liberalen. Zeven weken waren er verlopen sinds de verkiezingen van 10 maart. Een herstel van de driepartijencoalitie bleek niet meer mogelijk en lange onderhandelingen tussen CVP en BSP (christen-democraten en socialisten) leverde evenmin resultaat op. Toen besloot de formateur zich te wenden tot de drie regionale partijen, VU, FDF en RW, dit vooral op aandringen van de liberale PVV. Tijdens een historische nachtzitting op het eveneens historische kasteel van Steenokkerzeel werd getracht een formule te vinden, die het moest mogelijk maken een kabinet te vormen met een tweederde meerderheid in het parlement, ten einde de gewestvorming in uitvoering van artikel 107-quater van de grondwet te realiseren.
Hoewel de partijleiders achteraf verklaarden dat men dicht bij een oplossing was gekomen, mislukte dit overleg toch vooral omdat het Brusselse FDF niet bereid bleek een compromis te aanvaarden dat volgens haar onvoldoende rekening hield met de eisen van de Brusselse franstaligen.
Zo kwam het minderheidskabinet dan tot stand. Het werd in leven gehouden door de passieve steun van de regionale partijen die aan het beraad in Steenokkerzeel hadden deelgenomen.
Maar zulke regering kan in België niet lang aanblijven. De premier zocht een uitweg en zo belegde hij een tweede beraad met dezelfde partijen, ditmaal in zijn ambtswoning. Het bleek evenmin mogelijk tot concrete resultaten te komen. Het FDF bleef zich verzetten. Daarop poogde de premier een regering te vormen met een gewone parlementaire meerderheid. Het Rassemblement Wallon weigerde echter de Volksunie mee in de coalitie op te nemen. Deze partij was van mening dat door deelname van de VU de steun van de nederlandstaligen aan de regering niet meer in verhouding zou zijn met die der franstaligen. Ofschoon de grondwet de pariteit tussen nederlandstaligen en franstaligen in de ministerraad waarborgt en dus elke minorisatie uitgesloten is, kon men het meemaken dat tegen een partij een veto werd uitgesproken enkel omwille van de verhoudingen in de wetgevende vergadering.
Het kwam dan eindelijk tot een akkoord tussen christen-democraten, liberalen en het RW. Half juni werd de regering verruimd door de deelname van een regionale partij. Het was tevens de eerste maal in de Belgische parlementaire geschiedenis dat een federalistische politieke formatie besloot regeringsverantwoordelijkheid op te nemen. Een van de voorwaarden tot deelname was het stemmen in de beide kamers en dit nog voor de parlementaire vakantie van een wet waardoor een voorlopige gewestvorming tot stand moest komen.
Voor een definitieve moest men immers wachten op betere tijden.