Neerlandia. Jaargang 79
(1975)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 53]
| |
Venster op de wereld | |
[pagina 54]
| |
Welke eenheid heeft Europa nodig?Over de eenheid van Europa wordt veel gesproken. Dikwijls in aanvaardende zin. Europa moet één worden. Volgens de stoutste voorstelling van Noord-Noorwegen tot de uiterste punten van de Balkan, de staten van de Pyreneeën en van Italië, tot en met Malta. Weliswaar zeggen demokraten daarbij, als deze landen zonder meer demokratisch zijn.
Zodra men echter wat dieper op het vraagstuk van de eenheid van Europa ingaat komen, sterk of zwak bewust, de verscheidenheden en de tegenstellingen naar voren. De een spreekt over een Europa der Vaderlanden, de ander handelt zonder meer over het Europa der huidige Staten. Zonder meer voegen bepaalde lieden de Staten en de Vaderlanden bijeen. Voor deze mensen zijn Staten en Vaderlanden eigenlijk zijde en keerzijde.
Men kan het nieuwe verenigde Europa centralistisch en decentralistisch zien. Men kan bij het nieuwe Europa, hetzij der Staten, hetzij, der Vaderlanden, denken aan Londen, Parijs, Rome, Bonn (Berlijn) Amsterdam, Kopenhagen of aanvullend Madrid, Lissabon, Belgrado, Boekarest, Praag enz. De steden, hoofdsteden en grote steden, zijn dan de Vaderlanden. De overige delen, platteland en provincies enz., tellen dan weinig of helemaal niet mee.
De naam van de grote stad Brussel heb ik met opzet nog niet genoemd. De redenen waarom zullen de lezers nog wel duidelijk worden. In Brussel namelijk bestaat een eigen en uitzonderlijke verbeelding. De verbeelding is eigenlijk meer een franskiljonse ziekte.
Persoonlijk ben ik voor de eenheid van Europa. Persoonlijk geloof ik niet dat de westerse kultuur het bolwerken zal als de volkeren van Europa niet samenbundelen.
Hetgeen mij echter (ook) bezig houdt is de wijze waarop de Europese eenheid tot stand moet komen en welke eenheid zal worden verwerkelijkt.
Voor mij bestaat er een eenheid die gevaarlijker is dan bepaalde verdeeldheid.
Eenheid tot elke prijs wens ik niet en verdedig ik ook niet. Het moderne centralisme is voor mij het grote gevaar van onze tijd. Het spreekt vanzelf dat ik filosofisch in het denken zowel het centralisme als het decentralisme opnemen zal. In wezen behoeven deze twee elkaar niet dodelijk te bijten. Tussen niet behoeven en het nochtans wel doen ligt echter onderscheidene malen een groot verschil.
Als wij naar de Staten van Europa zien moet ik dadelijk stellen dat ik een samenbundelen van deze Staten van geheel Europa zo niet voorsta. Zelfs niet als deze Staten demokratische Staten geworden zouden zijn. Een Bond van Europese Staten op de grondslag van de in Europa bestaande Staten trekt mij allerminst aan. In Europa bestaan Staten die niet zo heel veel verschillen van de aan de eerste wereldoorlog overleden dubbel-monarchie. Willen wij verantwoord handelen over de eenheid van Europa dan moeten wij eerst klaarheid hebben over de betekenis van de woorden volk en natie. Voorts moeten wij de verhouding van de Staat tegenover de volkeren en de naties grondiger doordenken dan tot op heden, naar mijn bescheiden mening, is geschied. In het huidige Europa zie ik volkeren over meer dan één Staat verdeeld. Ook zie ik hoe bepaalde delen van volkeren tot een natie zijn gegroeid. Deze tot een natie gegroeide delen (of deel) van een volk leven dan wel in een op zichzelf gezonde nationale Staat.
Noord-Nederland, als Koninkrijk der Nederlanden bestaande, is daar een voorbeeld van. Een deel van het Nederlandse volk leeft in het Koninkrijk België. Hoe gelukkig of hoe ongelukkig, hoe gezond of hoe ongezond, laat ik hier buiten beschouwing.
Er is een Fries volk. Delen liggen versnipperd in Duitsland en een wat qaaf gebleven stuk ligt in het Koninkrijk der Nederlanden.
De Friezen zijn historisch stellig een volk. Tot fries nationaal bewustzijn is het weinig of in het geheel niet gekomen. Een eigen friese Staat kwam niet tot duurzame ontwikkeling.
Het over drie rijken verdeelde Nederlandse volk te weten Nederland, België en Frankrijk heeft alleen in Noord-Nederland een Nederlandse Natie weten te scheppen.
Bepaalde Nederlanders gaan met de geschiedkundige gang van zaken volkomen akkoord. Zij grijpen terug naar de strijd van 1568-1648, zien deze strijd te zeer en uitsluitend als een godsdienst-oorlog en verheugen zich erover, dat het Protestantisme, met name het Kalvinisme, een eigen gemeenschap (Republiek-Koninkrijk) heeft weten te scheppen.
Om hun opvattingen te staven halen zij met vreugde aan: met de reformatie begint de geschiedenis van | |
[pagina 55]
| |
onze tegenwoordige Nederlandse Natie, In deze argumentatie voegen zij daar wat blijmoedig aan toe: wat het licht voor ons oog, de lucht voor onze longen is, is het Kalvinisme eenmaal voor ons vaderland geweest. De bron zijner sterkte en van zijn bestaan! De aanhalingen zijn uit het hoofd en in gangbare spelling gezet doch de inhoud geeft weer hetgeen deze blijmoedigen dachten over 1648 en hetgeen daardoor en daarna gevolgd is.
Gedane geschiedkundige zaken nemen geen keer. Het heeft weinig zin u breedvoerig te verhalen dat ik de vrede van Münster eerder betreur dan toejuich, dat ik meen dat het noorden het zuiden zo niet in de steek had mogen laten, dat de pacifikatie van Gent een goede grondslag voor de ene en ongedeelde Nederlanden had kunnen (en moeten) zijn en dat ik 1830, voor geheel de Nederlanden, een rampjaar acht. | |
DuitslandBetrek ik mijn beschouwing op Duitsland dan durf ik hetgeen ik meen te moeten stellen eigenlijk alleen maar doen nu ik zo'n dertien maanden cel en kamp van de Duitsers achter de rug heb. Zonder deze maanden zou ik wellicht misverstaan worden.
Europa heeft geleden aan Duitslands geschiedkundig te laat ontwaken. De Duitsers hebben praktisch tot 1870 in een hofje, een doodlopend steegje, gewoond. Zijn de (Noordelijke) Nederlanden tenminste tot een republiek hersmeed en trokken zij als een vrij gemenebest door de jaren der geschiedenis, de Duitsers zaten benepen, beperkt, afgezonderd in allerlei kleine staatjes. Met een enkele Staat van omvang om de kleinen wat te kommanderen en later in te lijven.
De Duitsers kenden duitse staten doch tot een nationaal bewuste duitse natie kwam het zeer lang niet. Tussen de geestelijk-nationale ontsporing der Duitsers en het te laat historisch ontwaakt zijn van de Duitsers ligt, naar ik dacht, een verband. Een ander Duitsland, niet versplinterd over een aantal Staten en Staatjes, had wellicht de franse ontsporing in Europa - ontsporing die aan de duitse ontsporing is voorafgegaan - kunnen voorkomen. De ellendige opvatting die leert dat de godsdienst van de vorst de godsdienst moet zijn van het volk bracht een duidelijke scheiding teweeg tussen de standpunten die in 1581 in de Nederlanden de vorst deden afzweren en het alsmaar dulden door de Duitsers van de houding en de praktijk van hun vorsten en vorstjes. De republiek der Verenigde Nederlanden zond, wel is waar zwaar godsdienstig geladen - de termen wijzen net uit - de vorst wandelen.
Aan het grote deel schuld van Duitsland aan de oorlog van 1914-1918 wil ik beslist niets afdoen. Hoogstens zou ik verduidelijkend willen wijzen op de machtige invloed van de toenmalige koning van Pruisen die als keizer van Duitsland een invloed had die zijn weiniq betekenende figuur allerminst toekwam. Te lang en te zeer heeft men in Europa echter gedaan alsof Duitsland de alleenschuldige was. Als Oostenrijk, volkomen begrijpelijk, logisch en gerechtvaardigd na de nederlaag van 1918 zich wil aansluiten bij het nieuwe Duitsland weten bepaalde Europese Staten dit te beletten. Dezelfde Staten zwijgen als Adolf Hitler later Oostenrijk bij zijn nazi-verontreinigd Rijk inlijft.
Engeland, Frankrijk, België, Nederland, Denemarken, Spanje en Portugal mogen zich al heel vroeg onmetelijk praktisch koloniaal bezit verwerven. Als Duitsland veel later in Afrika en in Azië wat brokken verwerven wil en verkrijgt wordt door ‘kolonialen’ aan Duitsland onthouden hetgeen zij rijkelijk bezitten. Als duitse technische uitbreiding een uitweg zoekt begrijpen zekere landen het niet. Zij begrijpen alleen hun eigen expansie.
Vandaag kent Europa wederom, laat ons zeggen door overwegend eigen Duitse schuld, een versplinterd Duitsland. Vele Nederlanders verheugen zich over de scheuring van het Duitse Rijk in Bondsrepubliek en Demokratische Republiek. Voor de DDR. hebben vele Nederlanders een wat zachtzinnige eerbied. Ofschoon de burgers van de DDR. precies zo ‘Heil Hitler’ hebben staan brullen als die van de Bondsrepubliek.
De verdeeldheid van het Duitsland van heden is precies zo onnatuurlijk en gevaarlijk als de centrale eenheid van het Frankrijk van nu.
In Frankrijk klonk de kreet ‘Europa der Vaderlanden’ jaren achtereen bijster luid.
In dat Frankrijk vindt men het centrale deel dat ik huiselijk maar Parijs zal noemen. Datzelfde Frankrijk herbergt Elzassers, Korsikanen. Bretoenen, Basken, Vlamingen. Wij deden een greep. Als dat Frankrijk der Vaderlanden met huid en haar in een gefedereerd Europa wordt opgenomen neemt Europa, naar Frankrijks wil, een centraliserend Parijs en een verwaarloosd Korsika, een mopperend Bretagne, een kultureel achter gesteld Vlaanderen, op. | |
[pagina 56]
| |
Wie in Frankrijk komt kan vandaag overal ontwaken van de nationale delen ontdekken.
Een maand bracht ik in Korsika door. Al had ik niets geweten dan nog hadden de muren met hun opschriften mij toegeroepen: Korsika is jegens Frankrijk ontstemd. Uit de aard der zaak druk ik mij hier netjes uit. De slagzinnen logen er niet minder om. Wie de geschiedenis van Korsika volgt kan de ontstemming best begrijpen. Waren de Korsikanen anders dan huurlingen van het grote franse koloniale rijk? Nu dat verdwenen is drukken de bezwaren, en waar moeten de Korsikanen heen? Naar hun verwaarloosd eiland. Verwaarloosd houdt niet in vies of slordig en geen vreugde voor toeristen enz. Wie alleen met vakantie naar Korsika, of welk verdrukt of achteruit gezet deel ook gaat, ziet weinig, begrijpt niet waar de mensen het over hebben en denkt dat enkele verdwaasden spoken zien. Zo maar in het mooie Korsika. Men moet met de jeugd spreken en vragen welke mogelijkheden tot studie de inwoners van het eiland hebben. Men moet eens vragen aan kenners van de geschiedenis van Korsika wat Frankrijk heeft overgelaten van de Korsikaanse eigenheid.
Is Straatsburg een eerlijk tweetalige stad? Is Frans-Vlaanderen door Frankrijk niet stiefmoederlijk behandeld? Hoe stond men in officieel Frankrijk tegenover de Vlaamse taal?
Zonder meer in een nieuw Europa een gedemokratiseerd Spanje opnemen als dat gedemokratiseerd zijn niet inhoudt volledig recht voor de Basken, is even dwaas als de vernietiging van de kataloonse kultuur aanzien.
Van centralistisch Madrid uit moeten de Basken en de Catalonen, zo meent verwaand centralistisch Madrid, worden geregeerd. Met de kultuur van Catalonië hebben wij, madrileense heersers, niets te maken. En de Basken, die toch maar klein zijn, stampen wij tot spaanse puinpoeder.
Een Europa der (Staatse) Vaderlanden zal waarschijnlijk sociaal-ekonomisch wel vooruitgang brengen doch tevens een heksenketel der nationaal ontwakende delen kunnen zijn. | |
De ziekte van het centralismeEen Europa der (Staatse) Vaderlanden kan in de Belgische Staat alleen maar een bron van strijd vinden. Wat moet een tot eenheid geleid Europa doen met een Engeland dat de Schotse ontevredenheid kent en de roerigheid van Wales niet meer de baas zal kunnen?
In het eerste kwart van deze eeuw waren Rusland, Duitsland, Frankrijk, Engeland machtige Rijken. Zij behoorden tot de grote en beslissende Staten van de wereld. Afgezien van koloniaal bezit waren Noorwegen, Denemarken, Nederland en België kleine - en op zichzelf wat onbeduidende - Staten. Bij het laatste kwart van dezelfde eeuw zijn Frankrijk, Duitsland, Engeland van de betekenis als de kleine landen in het eerste kwart van deze eeuw opgenoemd. Wat betekent Engeland bij het opkomende China? Wat houdt Frankrijk in tegenover de Sovjet-Unie?
Machtig zijn nu Rusland, de Verenigde Staten van Noord-Amerika en het Chinese Rijk van morgen. Deze feitelijkheid dwingt Europa tot eenheid. Een eenheid die geboren moet worden uit het besef dat de machtige Staten van weleer van hun oppermacht zijn beroofd. Wellicht moet men zeggen: de Europese Staten hebben zichzelf in twee wereldoorlogen vernietigd als faktoren van beslissende macht.
Om de lezer de volle en eerlijke maat te geven: aan de ziekte van het centralisme, aan de onderschatting van andere kulturen leidt ook wel de Staat der Nederlanden. Hij schuift de Friezen een niet-friese kommissaris (der koningin) op hun friese dak, hij onthoudt Friesland een eigen volledige Universiteit (hetgeen historisch herstel van recht zou zijn), hij laat door zijn rechters terechtstaanden voor ‘fascist’ uitmaken, hij doet ekonomisch trouwens het gehele Noorden tekort, hij duldt de teruggang van het fries. Hij weet geen vorm van zelfbestuur voor Friesland te vinden.
Wat een zorg en wat een spektakel heeft het gekost het fries in het rechtsverkeer ingang te doen vinden. Wie denkt hier niet aan de strijd van Frieslands dichter-politikus Fedde Schurer (Kneppel-freed)?Ga naar voetnoot(1)
De lezer zal wellicht vragen of ik meen dat een nieuw, tot eenheid geleid, Europa allerlei kleine Staatjes moet kennen en dat ik van Engeland drie Staten wil maken en Spanje in drie Staten uiteen wil laten vallen?
Het vraagstuk van de over-betekenis van de Staten vervalt, dacht ik, in het nieuwe Europa. De betekenis | |
[pagina 57]
| |
van dat tot eenheid gegroeide Europa zal zijn een Europa dat zijn kulturen kent, erkent, volledige rechten geeft, de talen der onderscheidene kulturen eerbiedigt en bevordert en de eenheid niet in de eenvormigheid of in de verbinding van enige sterke Staten als blokken van macht vindt.
In zakformaat bewijst Zwitserland hetgeen kan. Allereerst is daar geen minachting van het Duits, het Frans of het Italiaans. Waar Frans gesproken wordt raakt deze taal, als moedertaal, het gehele deel. Onderscheiding naar klassen bestaat niet. In het Duitse deel minacht de hoogleraar de duitssprekende arbeider niet. In het deel dat het Italiaans als zijn moedertaal kent en gebruikt staat niemand op om het Italiaans te minachten. De samenwerking op hoger vlak is gebouwd op wederzijdse eerbied voor elke kultuur. Voor de rest zorgt het systeem van de kantons voor een noodzakelijke decentralisatie. En centralisatie tevens.
Het gaat er om een samenstelling te vinden van centralisme en decentralisme. Zoals het er ook om gaat de Staten terug te brengen tot kantonnale bescheiden werkelijkheid.
Alle Staten zullen niet even groot en even sterk zijn. Precies als alle mensen niet even groot en even sterk zijn. Toch moeten grote en sterke en kleine en wat zwakkere mensen naast en met elkaar leven en kunnen leven.
Als Europa een sterke organische eenheid geworden zal zijn zal dat Europa kunnen centraliseren en decentraliseren.
In dat nieuwe Europa zullen de Vlamingen en de Basken, de Bretoenen en de Catalonen, de Schotten en de Friezen, wij noemen willekeurig de volgorde op, nationaal vrij adem moeten kunnen halen. Het Baskische, Friese, Schotse volk zal kultureel zichzelf moeten kunnen zijn. Deze volkeren zullen ekonomisch niet (meer) achteruit gesteld en kultureel niet meer verwaarloosd mogen worden.
Zullen de volkeren van Europa tot een Europese nationaliteit kunnen worden hersmeed? Zullen zij zich europees nationaal bewust kunnen zijn van hun verbondenheid? Zullen zij zo op de terreinen van handel en verkeer, van geldwezen en van sociale zorg - geoorloofd en noodzakelijk - kunnen centraliseren? Centraliseren als gevolg van het feit dat deze centralisatie gedragen wordt door een sterke decentralisatie? Een decentralisatie van alle bewuste volkeren behorende tot de eenheid van Europa?
Niemand behoeft dan anti-Duits of anti-Frans of anti-Spaans te zijn. De rijkdom van alle kulturen van Europa zal schitteren in de eenheid van het nieuwe Europa der verscheidenheden.
J.H. SCHEPS
|
|