| |
| |
| |
Uitreiking van de Visser-Neerlandiaprijzen in het stadhuis van Brussel
Op zaterdagnamiddag 22 maart jl. reikte de algemeen voorzitter van het ANV, dr. W.H. van den Berge, in de prachtige Gotische zaal van het wereldberoemde stadhuis van Brussel, de Visser-Neerlandiaprijzen 1974 uit: in totaal 28 prijzen voor een totaalbedrag van f. 137.500 of 1.925.000 francs. Onder het licht van de televisielampen en voor de radiomicrofoons geschiedde de uitreiking met een hartelijke begroeting door schepen D. Mergam van Brussel, een stijlvolle rede van dr. Van den Berge, en een gevoelige toespraak van mevrouw Rika de Backer-Van Ocken, minister van Nederlandse Kultuur en Vlaamse Aangelegenheden van de Belgische regering. Tot de eregasten behoorden: schepen D. Mergam, namens het college van burgemeester en schepenen van Brussel; de vertegenwoordiger van de ambassadeur van Nederland, de ambassadesecretaris, de heer M. van der Gaag; de ambassadeur van Zuid-Afrika in België, de heer David de V. du Buisson; de voorzitter van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap, de heer J. Bascour; mevrouw Rika de Backer-Van Ocken, minister van Nederlandse Kultuur en Vlaamse Aangelegenheden; dr. R. Vandekerckhove, minister van Hervorming van de Instellingen; de vertegenwoordiger van de minister van Nationale Opvoeding, de kabinetschef, de heer R. van Dale; namens de minister van Buitenlandse Zaken, de kabinetschef de heer Cleeren; namens de minister van Verkeerswezen, de heer J. Pauwels; namens de Nederlandse minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, de heer H.A.A. Leyendekker; namens de eerste voorzitter van de Raad van State, staatsraad H. Coremans; de permanent vertegenwoordiger van België bij de Europese Gemeenschappen, de heer J. van der Meulen; namens de gouverneur van de provincie Antwerpen, het lid van de bestendige deputatie, de heer Loos; namens de gouverneur van de provincie Brabant, de heer Nys, adviseur kabinetschef; namens de gouverneur van Belgisch-Limburg, diens kabinetschef en namens de
vice-gouverneur van Brabant en regeringscommissaris van de hoofdstad van het Rijk, de adj. kabinetschef, mevrouw A. Neyts.
| |
Welkomstwoord namens stadsbestuur
Namens burgemeester en schepenen van Brussel heette schepen D. Mergam de aanwezigen hartelijk welkom.
‘Ik dank u zeer voor de grote eer die mij te beurt valt, de Stad Brussel heden in uw midden te mogen vertegenwoordigen en als gastheer uw blijde stemming te mogen delen. Van harte heet ik u welkom in dit mooie stadhuis, ongeëvenaarde parel van de bouwkunst uit de late Middeleeuwen, de rechtvaardige trots van het Brusselse volk.
Mijn dankbaarheid gaat uit naar hen die de stad Brussel hebben gekozen voor de uitreiking van de Visser-Neerlandiaprijzen 1974. Het was ongetwijfeld een goede keuze. Immers, nagenoeg 80 jaar geleden, op 6 juni 1895 om precies te zijn, zag het Algemeen Nederlands Verbond het levenslicht in deze stad in het stijlvolle gebouw “In den Vos” op de Grote Markt. U zult dan ook begrijpen welk bijzonder genot het mij geeft, in dit decor en voor het eerst de talrijke vooraanstaanden, leden en aanhangers van het Algemeen Nederlands Verbond te begroeten en te onthalen.
Dit Verbond, uw Verbond, is steeds de schakel geweest tussen Noord en Zuid, de band die de vriendschap tussen het Nederlandse en Vlaamse volk heeft aangewakkerd en versterkt, de samenbundeling van alle krachten die sedert lange ijverig instaan voor het Nederlandse taal- en cultuurbehoud.
Welke andere instelling dan het Algemeen Nederlands Verbond kon beter het beheer krijgen over een deel der nalatenschap van wijlen mr. H.L.A. Visser. Immers, deze grote figuur dwingt ons alter bewondering af door de voorbeeldige levensbeschouwing die hij wist op te bouwen. Alles in zijn werken en daden was gericht op de mens, de vrijwaring van de rechten van de mens, op de ontplooiing van zijn persoonlijkheid en op de bescherming van zijn individualisme en zijn vrijheid. Vertrouwend in de mens, zorgde mr.
| |
| |
Achter de bestuurstafel. Op de foto van links naar rechts: de heren M. Cantrijn, algemeen secretaris; mr. A.W. van Nes, algemeen penningmeester; dr. jur. G.R. Piryns, voorzitter Vlaanderen, J.P.M. Meuwese, voorzitter Nederland en voorzitter van de Visser-Neerlandiacommissie; dr. W.H. van den Berge, algemeen voorzitter van het ANV; G. Grootthoff, directeur; prof. dr. H. van Nuffel, voorzitter van de afdeling Brussel van het ANV; mr. P.C.J. Schipper, vice-voorzitter van de Visser-Neerlandiacommissie.
Senator Leo Vanackere neemt uit handen van de algemeen voorzitter de oorkonde in ontvangst, behorende bij de prijs toegekend aan het Komitee voor Frans-Vlaanderen.
Visser ervoor dat, zelfs na zijn dood, zijn idealen zouden voortleven. Daarom werden de Visser-Neerlandiaprijzen ingesteld en ik wens hierbij de gelukkige winnaars en winnaressen van harte geluk’. Zo besloot schepen Mergam.
| |
Officiële uitreiking
Vervolgens ging de algemeen voorzitter, dr. W.H. van den Berge, tot de uitreiking over die van 1959 af tot voor kort plaats had in één van de grafelijke zalen van het Binnenhof in Den Haag en wel jaarlijks.
Die traditie is niet ongewijzigd voortgezet. De laatste tijd worden de prijzen niet elk jaar, maar om de twee jaar uitgereikt. De voornaamste reden daarvoor is het totaalbedrag van de per keer uit te reiken prijzen - en in vele gevallen ook de afzonderlijk toe te kennen prijzen - aanzienlijk te verhogen en aan elke uitreiking een zwaarder accent te geven. In dit verband noemde de heer Van den Berge het totaal bedrag van de uit te reiken prijzen; f. 137.500 of 1.925.000 francs. Met deze prijzen inbegrepen is in totaal f. 1.106.000 of 15.500.000.- francs in de loop van de jaren toegekend.
Een tweede, meer principiële, afwijking van de vroeger gevolgde traditie nog in 1970, toen voor de eerste keer de uitreiking buiten Noord-Nederland geschiedde en plaatshad in het stadhuis van Antwerpen. Maar ook voor 1970 heeft het staatsverband geen rol gespeeld.
Dr. Van den Berge noemde het een bijzondere vreugde dat de plechtigheid zich in Brussel kon voltrekken, waar de twee cultuurpatronen van België elkaar ontmoeten en aan welke stad een bijzondere status is ingeruimd. Hij dankte het college van burgemeester en schepenen, dat het verzoek om de uitreiking in het prachtige stadhuis te mogen verrichten had ingewilligd. ‘Uw aanwezigheid mijnheer Mergam, als schepen en vertegenwoordiger van het college stellen wij op hoge prijs. Ik moge u verzoeken onze grote dank daarvoor en voor de gelegenheid die is geschonken een ontvangst te houden, over te brengen’. In dit dankwoord werden eveneens de ambtelijke instanties betrokken die de uitvoering in alle oprichten hadden vergemakkelijkt. Dank ook bracht de heer Van den Berge aan het afdelingsbestuur van Brussel, t.w. de heren prof. H. van Nuffel voorzitter, en E. Schepens, secretaris en aan dr. S. Szondi.
| |
| |
Vervolgens richtte de heer Van den Berge zich tot de prijswinnaars en sprak hij zijn vreugde uit over de aanwezigheid van zoveel eregasten, van bestuursleden en leden van organisaties die zich in Brussel of elders op hun wijze inspannen voor de belangen van de Nederlandse cultuurgemeenschap. Hetzelfde geldt, aldus de algemeen voorzitter, ten aanzien van de vertegenwoordigers van overheidsdiensten en van bestuursleden en leden van zusterorganisaties. Een hartelijk welkom richtte de algemeen voorzitter ook tot de vertegenwoordigers van pers, fotopers, radio en televisie, temeer omdat het wezenlijke van de uitreiking het karakter van openbaarheid is. Hij bracht daarna dank aan de voorzitter van de Visser-Neerlandiacommissie, de heer J.P.M. Meuwese en aan de leden van de commissie en van de jury's.
Daarna werd overgegaan tot de uitreiking. (In het vorige nummer van Neerlandia werd een opsomming gegeven van de toegekende prijzen).
| |
Toespraak minister De Backer-Van Ocken
Mevrouw Rika De Backer-Van Ocken, minister van Nederlandse Kultuur en Vlaamse Aangelegenheden begon haar toespraak met de opmerking, dat zij als bewindsvrouwe meer dan één goede reden had om zich te verheugen over het feit dat het ANV de Visser-Neerlandiaprijzen in het hartje van Brussel uitreikte. ‘De keuze die voor de toekenning van de prijzen is gedaan, juich ik van harte toe’. Aldus de minister. ‘De Vlamingen en de Vlaamse organisaties die zijn bekroond zijn mij zeer goed bekend en ik acht hun verdiensten zeer groot. De gelauwerden van Nederlandse zijde hoop ik zo vlug mogelijk wat beter te leren kennen.
Wat ik zo belangrijk vind aan deze onderscheidingen is dat zij worden toegekend in een bepaald perspectief, namelijk dat zij duidelijk worden verleend aan mensen en verenigingen die door hun karakter en hun inzet een bijdrage leveren aan de opbouw van een nieuwe maatschappij en aan de uitbouw van een andere levensstijl. Ik heb dan ook de grootste bewondering voor de visionaire persoonlijkheid van wijlen mr. H.L.A. Visser, die bij zijn overlijden in volle oorlogstijd, in volle verwarring van de geschiedenis, een legaat naliet met de heel preciese bedoeling mensen te steunen die de samenleving in betere banen zouden leiden’.
Mevrouw Rika De Backer-Van Ocken, minister van Nederlandse Kultuur en Vlaamse Aangelegenheden tijdens haar toespraak.
Een overzicht van enkele eregasten: op de foto tweede van links de vertegenwoordiger van de minister van CRM in Nederland, de heer H.A.A. Leyendekker; vierde van links minister dr. R. Vandekerckhove van Hervorming der Instellingen van België; de heer J. Bascour, voorzitter van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap te Brussel; de vertegenwoordiger van de Nederlandse Ambassadeur te Brussel, de heer M. van der Gaag, ambassadesecretaris, schepen D. Mergam van Brussel, de ambassadeur van Zuid-Afrika in België David de V. du Buisson en mevrouw Rika de Backer-Van Ocken, minister van Nederlandse Kultuur en Vlaamse Aangelegenheden.
| |
| |
De lijst van de toekenningen geeft aan dat in bijna alle gevallen, direct of indirect, het eerbetoon gericht is aan hen die begaan zijn met het lot van hun medemens in nood: de verleende prijzen hebben te maken met de problemen van de moderne welzijnszorg.
De minister sprak de vreugde uit voor de prijs aan Tele-onthaal, de dienst die zoveel mensen uit de nood heeft gehaald door eenvoudig menselijk contact.
‘Ik verheug mij dat deze vereniging eens een bloempje krijgt toegestuurd’. Voorts was het de minister opgevallen dat velen zijn geëerd die zich bezighouden met de kinderbescherming, met geweldloosheid en hen die bijzondere aandacht besteden aan de milieu- en natuurzorg. ‘En mijns inziens terecht. Ik meen dat het uitbouwen van een vernieuwde houding van de mens tegenover de natuur één van de meest dringende opgaven is van deze tijd. Willen wij de aarde wat bewoonbaarder maken dan moeten wij niet langer in een concurrerende houding tegenover de natuur staan, maar veeleer in een positie van bewondering en eerbied’, aldus mevrouw De Backer. Zij vervolgde met te zeggen, dat wij de natuur weer gaan ontdekken, zoals een van de voornaamste laureaten, onze Vlaamse, Kempische schrijver Emiel van Hemeldonck heeft gedaan in vele, zeer vele van zijn onvergetelijke boeken.
| |
Toenadering van Noord en Zuid
‘U verwacht van mij dat ik hier ook de gelegenheid zal aangrijpen om een en ander te zeggen over de toenadering van Zuid- en Noordnederland waar de Visser-Neerlandiaprijzen toch een stimulans willen toe zijn en waar het Algemeen Nederlands Verbond met wijs geduld en het dynamisch uithoudingsvermogen al zoveel jaar voor ijvert. Sta mij toe slechts te zeggen dat dit de weg is naar elkaar; samen proberen een oplossing te vinden voor een aantal problemen die zowel de Nederlander als de Vlaming, als de Europeaan als iedereen hier op deze aarde, in zijn mens-zijn raken’.
Een overzicht van de receptie in de Trouwzaal van het stadhuis van Brussel.
De minister deed een beroep op allen van hetzelfde taalgebied alvast niet van elkander te vervreemden. Laat de Noordnederlanders begrijpen dat de Zuid-nederlanders het hier in deze stad niet gemakkelijk hebben en laat de Vlamingen de toestanden en problemen van Nederland beter leren begrijpen.
| |
Vernietig de vooroordelen
Het zal goed zijn dat de vooroordelen over en weer worden vernietigd, aldus de minister. Zij besloot haar toespraak met de woorden: ‘Vanmiddag wordt ons alvast de gelegenheid geboden om minstens één vooroordeel tegenover de fijne Nederlandse handelsgeest opzij te zetten en dat is: de myte dat men in Nederland gierig zou zijn. Vandaag wordt hier bijna twee miljoen frank uitgedeeld aan Vlamingen en Nederlanders met een grote werkkracht en een groot hart. Moge het werk van de bekroonden de hele Grootnederlandse gemeenschap tot voorbeeld dienen’.
Na afloop van de plechtigheid werd een receptie gehouden.
G.G.
|
|