Het is roerig in Nederland
Het is roerig in Nederland. Roerig in de politiek, roerig in het bedrijfsleven en roerig op alle terreinen van het maatschappelijk leven. Het wekt geen verbazing want de ganse wereld is in beweging en balanceert zo nu en dan op de rand van economische ontwrichting, totale milieuvervuiling en oorlogsgevaar. Het zou dwaas zijn om de werkelijkheid voorbij te gaan. Maar het ontslaat niemand van de verplichting zijn uiterste krachten in te spannen om de wereld een beetje leefbaar en bewoonbaar te maken. Vaker hebben wij op deze plaats geschreven dat de toestanden en verhoudingen in Nederland in hoge mate afhankelijk zijn van wat elders in de wereld gebeurt. Hoe ver dat ook van de landsgrenzen verwijderd mag zijn. Wat voor Nederland geldt, gaat voor alle landen op. Het voor de wereldeconomie belangrijkste land, de Verenigde Staten, kent 6 procent werklozen. Men heeft voorspeld dat dit in de rest van de zeventiger jaren niet zal dalen. Werkloosheid, spanningen tussen de lonen en de prijzen en het spook van de inflatie teisteren ook Nederland. Prof. Hartung vergeleek onlangs in een Nederlands dagblad de economische toestand met die van een patiënt die tegelijkertijd aan verhoogde en verlaagde bloeddruk lijdt en de medicus die het ene verschijnsel tracht te bedwingen komt tot de slotsom dat het andere verergert. De regering doet alles om de gevaren het hoofd te bieden, maar zij staat machteloos waar het de oorzaken betreft. De minister van sociale zaken, drs. J. Boersma, zei onlangs, dat het getal werklozen zal stijgen tot 220.000. De regering heeft een pakket maatregelen in de maak. Op het ogenblik dat wij dit schrijven is de nota van het kabinet nog niet verschenen Dr. J. Zijlstra, president van de Nederlandse Bank, heeft zich in bezorgde bewoordingen over de toekomst uitgelaten. Elke dag verschijnen er berichten over bedrijfssluitingen in de kranten. In Noord-Brabant besloten werknemers, bij het vernemen van het lot dat hun fabriek zou treffen, zelfs tot een
hongerstaking. Tussen de reclamebeelden van de STER en de uitslagen van de Staatsloterij in de Nederlandse huiskamers, komt zo nu en dan een mededeling dat de prijzen weer met zoveel procent zijn gestegen. Werkgevers en werknemers staan voortdurend met elkander in contact, belangen worden afgewogen, wensen geuit, argumenten op tafel gelegd dat dit of dat niet kan. Minister-president Den Uyl heeft gezegd, dat Nederland het dieptepunt bijna voorbij is. De berichten over de aanvragen voor werktijdverkorting wogen bij hem niet zo zwaar. ‘Als men de toekomst werkelijk zwart ziet, dan vraagt men wel ontslag’, zo reageerde hij. Een bemoedigend woord. We hopen van harte dat de premier het bij het rechte eind heeft.
De Tweede Kamer heeft met grote meerderheid een motie aangenomen waarin op verlaging van de pensioengerechtigde leeftijd van 65 tot 63 jaar wordt aangedrongen. Zij die daarvoor belangstelling hebben zouden hun wensen vervuld zien en de plaats kunnen inruimen voor de jongeren die door de gesel van de werkloosheid worden getroffen. Aan een dergelijk voorstel zijn technische problemen verbonden die niet in een handomdraai opgelost zijn. De minister van sociale zaken toonde zich dan ook een beetje huiverig toen hij van de suggestie van de Tweede Kamer kennis nam. Andere landen en daaronder zijn ook buurlanden van Nederland, zijn er slechter aan toe. Het kan waar zijn. Maar het is een schrale troost en het neemt de onrust over de bestaansmogelijkheden onder tienduizenden Nederlanders niet weg.
Niet minder roerig is het in de Nederlandse politiek. De nog jonge partij Democraten 1966 (D'66) is verdwenen, maar heeft nog vertegenwoordgiers in het kabinet. Met veel elan en steun, vooral van de jongeren, kwam deze nieuwe partij in het midden van de zestiger jaren opzetten met opzienbarende verkiezingsresultaten. Dat alles is thans voor goed verleden. D'66 spande zich in het bijzonder in om de partijpolitieke verhoudingen te veranderen. Maar het kwam allemaal heel anders uit dan men had gedacht. Duidelijk en onomwonden heeft de Tweede Kamer de voorstellen van de regering om de Grondwet te wijzigen van de hand gewezen. Het waren veranderingen waar vooral van de kant van D'66 op werd aangedrongen. De meerderheid van de Kamer heeft de gekozen formateur afgewezen, ging evenmin akkoord met gekozen commissarissen van de Koningin en burgemeesters. Directe verkiezing van leden van de Eerste Kamer werd ook geweigerd door de Tweede Kamer. Het kabinet Den Uyl heeft er geen halszaak willen van maken. Men kan zich hoogstens in de kringen van D'66 troosten met de gedachte dat men invloed heeft kunnen uitoefenen op de programma's van de andere partijen ten aanzien van de openbaarheid in het bestuur, de democratisering in het algemeen en het aankweken van meer milieubewustwording.
In het kamp van de christen-democraten zijn de zaken in de afgelopen tijd minder vlot verlopen dan menigeen zou wensen. De CHU (Christelijke Historische Unie) heeft zich dan kunnen verenigen met de nieuwe statuten van het Christen Democratisch Appel (CDA) - de federatie van KVP, ARP en CHU - maar tegelijkertijd is de opstelling van een gezamenlijke kandidatenlijst voor de komende Tweede Kamerverkiezingen op dit moment verworpen. En er zijn geen aanwijzingen dat men in het kamp van de CHU op deze vertraging van het samengaan in één fractie van de christen-democraten zal terugkomen. De oorzaak hiervan ligt voor de hand. De CHU maakt geen deel van het kabinet-Den Uyl uit, dat wel de steun van de KVP en de ARP geniet. De CHU houdt liever de handen vrij om straks sterker uit de verkiezingen te voorschijn te komen. Die mogelijkheid zit er voor een oppositiepartij altijd in, want er zijn redenen genoeg om ontevreden te zijn, al heeft de regering daarvan niet steeds de schuld. De CHU-leiders zijn van oordeel dat de KVP en de ARP zich te veel door de linkse groeperingen op sleeptouw laten nemen.
Niets is wisselvalliger dan de politiek. Wie het spel met interesse volgt en probeert, zoals wij, daarover enige voorlichting te geven weet op hetzelfde moment dat de kansen met de dag kunnen keren. En dat maakt de waarnemer een beetje huiverig. Er zijn al zo veel momenten geweest dat men dacht dat de regering het niet langer zou uithouden, maar dan werd er toch een kompromis bereikt of kreeg de regering haar zin. Het is bepaald niet zo dat de oppositie, hoofdzakelijk gevoerd door de VVD geen goed tegenspel zou leveren. Maar als leiders van een democratische partij weet men in de VGVD-regionen ook, dat een voortdurend wisselen van kabinetten aan de democratie geen goed doet. Nauwgezet wordt het regeringsbeleid gevolgd en zo nu en dan het kabinet op de vingers getikt. Dat is geen betweterij, maar de taak van de oppositie in een democratisch staatsbestel.
Wie ook aan het bewind is, de bureaucratie is een euvel. Overigens zou het onverstandig zijn te denken dat de bureaucratie alleen in overheidskringen wordt aangetroffen. In de grote concerns is het niet anders. De bureaucratie is nu eenmaal in onze door en door gereglementeerde samenleving een noodzakelijk kwaad. De regering heeft nu voorgesteld dat in het komende jaar Nederland een ombudsman krijgt; commissaris van onderzoek zal zijn