goed, in een traditie, in een historische stroom. Binnen die historische stroom zijn onze vaderlanden een stroming. Maar de grote stroom zelf is breder en omvat alle vaderlanden tezamen. Die stroom is: Europa, vaderland der gemeenschappelijke herinnering.’
Europa openbaart zich in een veelheid van vormen en het is dan ook onmogelijk het in enkele ruwe trekken te schetsen. Brugmans heeft daar een treffend woord voor, nl. ‘ongrijpbaar’. Het is meer waar, dat we in de europese geest en ziel altijd het één vinden en het omgekeerde tegelijkertijd, zegt de schrijver. Alle verscheidenheid en alle tegenstellingen, alle beweeglijkheid, alle vallen en opstaan, komen in de titels van de hoofdstukjes tot uitdrukking.: ‘Het nooit stilzittende Europa’; Altijd veelkleuriger dan je denkt; ‘Europa's meisjesnaam’; ‘Oost is oost en west is west, maar samen vormen ze Europa’; ‘In eigen en elkanders spiegel’. Het is slechts een greep.
Het is leerzaam te weten hoe iemand als Brugmans, die langer dan een kwart eeuw de Europese vraagstukken bestudeert, over de hedendaagse situatie oordeelt.
In het laatste hoofdstuk, waarvan de titel ‘Continent zonder droom’ luidt, geeft hij zijn visie. De titel is geen vondst van Brugmans, maar van pater Karel Verleye O. Cap. uit Brugge die onder dit opschrift een studie wijdde aan het verzet van de huidige generatie van jongeren tegen het Europese establishment. Het wil echter zeggen dat ook Brugmans in Europa geen droom, geen roeping en geen inspiratie onder de Europeanen bespeurt. Hij acht het nodig, volkomen terecht, te weten wat de mensen vandaag geloven. De nationale droom verklaart hij voor dood. Daar is in Europa niets voor in de plaats gekomen. De drijfveer van menselijke solidariteit ontbreekt. In 1945 kwam nog een droombeeld uit het verzet voort: traditie en radicale vernieuwing. Er is niets van terecht gekomen, evenmin van de federale gedachte. Wat overblijft is ‘een redelijk minimum aan economische integratie.’
Scherp ontleedt de schrijver de toestand van thans. Waar blijft het Europees ideaal, wanneer we denken aan de doden van Reggio Calabria over de vraag, wie provincie-hoofdstad mocht worden? Waar blijft het ideaal als in Italië de nood even hoog is als in de Derde Wereld? De industrie in Italië wordt door stakingen verteerd. De Maffia is oppermachtig. De Verenigde Staten bezinnen zich steeds meer op de moeilijkheden thuis. Europa verliest daarmee een traditionele steun. In de Sovjet-Unie rommelt het, hoewel nog niet merkbaar. De macht en de invloed van China groeien met de dag. Het is stil geworden in Europa, maar achter, wat Brugmans noemt ‘die façade van kalmte’ zijn krachten aanwezig, ‘die misschien zuiver destructief zullen werken, maar misschien ook signalen kunnen zijn tot vernieuwing en creativiteit.’ De huidige ‘status quo’ is fnuikend, aldus de auteur. De gevolgen zijn: verdere geestelijke decadentie, verval van creativiteit en uitschakeling van Europa bij de vorming van een toekomstige wereld. En juist daar, meent Brugmans, zou voor Europa een taak liggen! In de landen waar het nog rustig is, kan men zich inkapselen en hopen dat het kwaad tot het buitenland beperkt blijft. Ofwel, zo stelt Brugmans. men kan de eerste, nog allerzwakste kern van Europees gezag - de Gemeenschap en haar Commissie - omzetten in een voorlopige federale regering, terwijl een Grondwetgevende Vergadering er zo snel mogelijk een democratische legimiteit aan geven moet. De schrijver meent dat de eenheid moet groeien uit een, waarschijnlijk schoksgewijs zich voltrekkende vernieuwing van de maatschappij zelf.
Brugmans ziet ook positieve aanwijzingen. De herleving van de gewesten, ‘de verwerping van ieder absoluut, globaal model, de wil om zichzelf te zijn en het zelf te doen’. Voorts constateert hij meer intuïtie, vooral onder de jongeren, die zich toespitst op doeleinden die federalistisch zijn. De Europese politieke partijvorming wint veld. Er is sprake van een herleving van de spiritualiteit. Zeker, het zijn kleine groepjes, maar, aldus de auteur: ‘de toekomst ligt dáár’. Hij noemt het de bronnen die opengaan, waarover op de voorpagina's niets staat te lezen.
Een voortreffelijk boek. De wens van de schrijver dat de lezer het voor zijn plezier zal lezen, zal zeker in vervulling gaan. Wij hebben er dan ook van genoten en geleerd. Het zal anderen precies zo gaan. ‘Denkend aan Europa’ is uitgegeven bij Lannoo, Tielt, Utrecht (252 bladzijden, in pocketvorm).
GEERT GROOTHOFF