weer geboeid door typische Nederlandse trekken in namen, mensen en levensstijl.
Dit is wel in het bijzonder het geval in de bloeiende ‘colonie-sans-drapeau’ van 1847 in de Staat Michigan, met als centrum de Stad ‘Holland’, die omkranst is door een reeks nederzettingen, die in hun naam de herkomst der eerste ‘settlers’ verraden: Zeeland, Vriesland, Drenthe, Overisel, Borculo, en vele andere meer.
De oude banden met het Moederland spreken er zich waarlijk niet alleen op folkloristisch-romantische wijze als een jaarlijks weerkerende toeristen-attractie uit in het ‘Tulip Time Festival’ met zijn ‘street-scrubbing’ en zijn ‘klompendancers’ (Ik was er dit jaar getuige van dit ludieke vierdaagse festijn, dat ongeveer 'n half miljoen bezoekers van heinde en verre wist te trekken!). Die oude banden spreken zich ook, steviger gefundeerd, uit in tal van andere ondernemingen, waarin ze tot nieuwe, voor heden en toekomst vruchtbare betrekkingen omgesmeed zijn dank zij een groep mannen van wisselende samenstelling, onder wie men echter altoos, reeds meer dan drie decennia, Willard C. Wichers aantreft als de grote organisator en doorduwer.
Reeds in 1947 vindt men hem onder de oprichters van ‘The Netherlands Museum’ in Holland, en hij is er nog altijd de stuwende ‘director’. Als zuster-instelling ontstond - alweer met ‘Bill’ Wichers als motor - het boeiende Nederlandse Openluchtmuseum ‘Windmill Island’, aldus genoemd naar de authentieke, ginds in bedrijf te bezichtigen, Hollandse windmolen ‘De Zwaan’, oorspronkelijk uit de Zwaanstreek afkomstig, later via Vinkel (N.Br.) met instemming van de Nederlandse regering naar ‘Holland’ overgebracht. Rondom ‘De Zwaan’ creëerde men een typisch Hollands landschap, met een kanaal met ophaalbrug en sluis, Hollandse huizen en een echte Draaimolen-met-houten-paardjes van hier, benevens een getrouwe copie van het oude Posthuis van Anholt (Dr.), beide door Wichers op speurtocht door ‘the old country’ ontdekt.
Wat als liefhebberij begonnen werd, verkreeg een officiële status toen onze regering-in-ballingschap in Londen ook in Amerika vertegenwoordigers zocht voor de zo zwaar bedreigde Nederlandse belangen.
Zo werd Willard Wichers (verweg uit Groningen stammend) in 1942 ingelijfd bij ‘The Netherlands Government Information Service’, en hij was er, tot dit voorjaar, nog altijd werkzaam als ‘director’ van de Midwestern Division.
De energieke wijze, waarop Willard Wichers dit zeer omvangrijke ressort bestierde, bezorgde hem een en andermaal een Koninklijke onderscheiding (Ridder Oranje Nassau 1947; Officier O.N. 1953). Wichers heeft veel gedaan voor de uitwisseling van studenten en hoogleraren tussen Nederland en de Verenigde Staten (hij heeft zelve een leidende plaats in het bestuur van Hope College), verschillende malen het initiatief genomen tot exposities van Nederlandse kunst, en initiatieven van anderen ondersteund. Zelf ervoer ik zijn belangstellende medewerking bij historisch-sociografische nasporingen in ‘de Kolonie’. Op toeristisch gebied zijn Wichers' verdiensten velerlei, aangezien hij aan de voorbereiding en de totstandkoming van talrijke individuele en ettelijke groepsreizen van Amerikanen naar zijn Nederland, en van Nederlanders naar zijn Amerika, actief heeft bijgedragen. Het had alle zin voor de Koninklijke Toeristenbond ANWB hem vorig jaar de EDO BERGSMA-ANWB-onderscheiding toe te kennen.
Wichers' energie heeft zijn activiteiten uitgestrekt tot ver buiten de eigenlijke regeringsopdracht. Mrs. Nell Wichers (zelve een Friezin van ‘Vriesland’) heeft in een gesprek met een journalist van hier, over al die extra's sprekend, daarvan op haar wijze eens getuigd: ‘Als ik de Koningin was, zou ik 'm ontslaan’... Bill Wichers' daadkrachtige belangstelling strekt zich (in vele besturen, commissies en raden) uit van de ‘Michigan Historie Preservation Advisory Council’ tot ‘The Netherlands-America Foundation’.
Intussen begon dit voorjaar voor Willard Wichers, wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, een eervol emeritaat, met gelijktijdige benoeming tot honorair Consul van het Koninkrijk der Nederlanden.
Eén schaduwzijde: Wichers' aftreden gaat gepaard met een reorganisatie van de dienst - onze tijd schijnt bezeten door een weleens ondoordachte reorganisatie-wellust: ‘Alles woelt hier om verandering...’.
Het werk van de door Wichers opgebouwde ‘Informatie-dienst’ wordt overgenomen door het Consultaat-Generaal van Nederland te Chicago. Economisch moge dit zekere voordelen hebben, ideëel gaat hier, naar ik vrees, een groot goed verloren. De ‘Hollandse Kolonie’ in Michigan vormt in de V.S. de sterkste concentratie van uit Nederland afkomstige Amerikanen, met een nog altijd krachtig herkomst-besef, - ‘stambewustzijn’. Ze vormt daarmee (ook reeds door de naam van het centrum: de Stad Holland-Mich.) een unieke zetel voor de behartiging van Amerikaans-Nederlandse culturele betrekkingen. Er lopen geruchten van een nieuwe aanpak in die zin rond. Of niet ook ons A.N.V. zich hier zou moeten inschakelen om de culturele sector van Bill Wichers' levenswerk veilig te stellen? Ook de Nederlandse taal heeft hier nog altijd haar vrienden en beoefenaars. Niet zonder ontroering woonde ik er, tijdens het ‘Tulip Time Festival’, een ‘Hollandsche Godsdienstoefening’ bij, geleid door een derde-generatie-Amerikaan, Rev. Fred. W. Van Houten, in voortreffelijk Nederlands, en met een volle kerk, in (naar de gedrukt rondgegeven tekst) soms-aarzelend Nederlands zingend: ‘Daar Ruischt Langs De Wolken’...
Meppen-Zweeloo (Dr.), juni 1974.
Prof. Dr. H.J. PRAKKE
Wichers (met pet in de hand), naast hem Case Deventer de man die in zijn wekelijkse radio-rubriek ‘Sounds of Holland’ altijd ook een deel ervan in het Nederlands verzorgt.