| |
| |
| |
Ambtelijke contacten beide Limburgen een half jaar oud
Ruim een half jaar geleden maakten de Provinciebesturen van Nederlands- en Belgisch-Limburg de benoeming bekend van een Interlimburgse Contactambtenaar. Dat werd Jef Wouters uit Genk, die meteen aan de slag kon gaan. Hij maakte eerst een verkenningstocht van drie maanden door Nederlands-Limburg, ging vervolgens drie maanden op verkenning in Belgisch-Limburg en zegt nu: ‘Duidelijk heb ik gemerkt dat de instelling van deze functie voldoet aan een, overal in de provincie aanwezige, behoefte om contact te zoeken met de overburen’.
De conclusie uit de honderden gesprekken die hij in beide provincies gevoerd heeft met particuliere personen, overheidsinstanties, instellingen en organisaties luidt dan ook: de contactambtenaar kan een belangrijke stimulerende coördinerende en informatieve rol gaan spelen met betrekking tot de uitbouw van een hechtere samenwerking tussen de twee provincies.
| |
Uitwisseling scholen
Gedurende de afgelopen maanden is op Wouters ook een frequent beroep gedaan voor zogenaamde kleinere zaken; het peilen hoe de verhoudingen liggen voor een eventuele samenwerking, het mee helpen zoeken naar een geschikte ‘sparring-partner’, het maken van bepaalde afspraken, enz. ‘Dingen dus waarvan men niet zo direct wereldschokkend nieuws mag verwachten, maar die als basis voor een verdere samenwerking en integratie broodnodig zijn’, zegt hij. Daarnaast heeft hij ook reeds enkele interessante zaken kunnen realiseren en/of mee helpen tot stand brengen. Zo speelde hij een belangrijke rol bij de opzet van de grote tentoonstelling over ‘Welvaart en Welzijn in beide Limburgen’, die onlangs in Maasmechelen werd gehouden en maakte hij het mogelijk dat een door de Maasketen Jan van Eyck, het samenwerkingsverband tussen beide Limburgse Maaslanden, georganiseerd uitwisselingsprogramma voor lagere scholen kon doorgang vinden. Aan dit uitwisselingsprogramma namen ruim 350 zesde-klassers deel van acht scholen in Stein en Maasmechelen. De kinderen van Stein waren een dag te gast in Maasmechelen en die van Stein fungeerden een paar dagen later een hele dag als gastheer. Via diavertoningen, streek-excursies, gezamenlijke lesuurtjes, sportwedstrijden, enz. konden kinderen, die hemelsbreed gemeten nauwelijks enkele kilometers van elkaar afwonen, eindelijk eens een beetje bewust kennis maken met hun buren en de streek aan de overkant van de Maas. Het ligt in de bedoeling om volgende jaren op nog grotere schaal en met meerdere scholen uit meerdere gemeenten dergelijke uitwisselingsprogramma's te organiseren.
| |
Grensoverschrijdende wegen
Verder vonden er op initiatief van Jef Wouters gesprekken plaats tussen het Recreatieschap Heuvelland Zuid-Limburg enerzijds en het I.M.L., de Provinciale Technische Wegendienst en de arrondissementscommissaris voor de Voerstreek anderzijds over de grensoverschrijdende wegen in de Voerstreek.
Zonder dat daarvoor alle mogelijke omwegen via Brussel en Den Haag dienden te worden gemaakt kon in twee vergaderingen overeenstemming worden bereikt over de projectie, de breedte, de soort verharding, enz. van deze wegen. Tevens vloeide uit deze samenkomst de afspraak voort, een regelmatig contact te houden in de toekomst.
Eenzelfde gesprek werd op gang gebracht tussen de gemeente Veldwezelt en Maastricht over het korte, bochtige en onverlichte stukje weg vanaf de Belgische grens richting Maastricht, dat zou moeten worden aangepast aan de wegen waar het op aan sluit.
Jef Wouters weet natuurlijk wel dat er tussen de beide Limburgen grenspalen staan. Maar de staatsgrens moet geen ijzeren gordijn worden.
| |
| |
| |
Prioriteiten
De heer Wouters beseft heel goed dat zijn werkzaamheden een erg breed terrein kunnen bestrijken, en dat het dus noodzakelijk zal zijn voorlopig een selectie te maken. Hetgeen uiteraard ook weer niet wil zeggen dat bepaalde actuele problemen op een zeker moment toch niet de voorkeur zouden moeten krijgen.
‘Ik zou wel vijftig voorstellen hebben kunnen doen, maar je moet, vind ik, bij dit werk realist blijven’, zegt de Interlimburg-ambtenaar. Vandaar dat in overleg met de beide Provinciebesturen een aantal prioriteiten is vastgelegd.
Het eerste punt betreft de ruimtelijke ordening. En meer speciaal de ontwikkeling op beide Maasoevers
Geacht zal eerst worden op het voltooien van een studie, welke wordt uitgevoerd door de commissie Maasoverleg, die de ontwikkelingen op beide Maasoevers van Eijsden tot Heumen zal behandelen. De Contactambtenaar zal - na het verschijnen van het rapport - er voor zorg dragen dat het overleg in deze aangeleaenheid zal bestendigd worden, zeker ook - wat de nabije toekomst betreft - met betrekking tot de recreatieprojecten, die her en der gepland zijn.
| |
Verkeer
Inzake verkeer vermeldt het prioriteitenschema twee onderwerpen. Op de eerste plaats de verkeersveiligheid op de E-39 brug. Gezien het steeds toenemende zware vervoer op dit traject moet er rekening worden gehouden met mogelijke zware verkeersongevallen. Het Nederlandse deel van deze bruq is echter tamelijk ver van de stedelijke agglomeratie gelegen, zodat daar waarschijnlijk beter Belgische politie- en reddingsdiensten zullen kunnen worden ingeschakeld. Wouters zal een nader overleg organiseren tussen de verschillende instanties (brandweer, politie, hulpdiensten, enz.) teneinde te komen tot meer coördinatie en duidelijke afspraken inzake hulpverlening.
Het tweede onderwerp betreft de ‘Stop van Lozen’ in de Belgische Zuid-Willemsvaart. Deze bottle-neck is reeds vele jaren een doorn in het oog van de Limburgse autoriteiten. Van Nederlandse zijde is er nu bij de Nederlandse overheid voor gepleit om het opheffen van deze Stop even los te zien van de verbeteringsplannen voor het kanaal Wessem- Nederweert en voor de Zuid-Willemsvaart, voor wat betreft het gedeelte tussen Nederweert en de Belgische grens. Indien deze ontkoppeling zou plaatsvinden zou dat voor de Belgische autoriteiten een stimulans kunnen zijn om versneld te gaan werken aan de opheffing van de Stop van Lozen. De betekenis van het betreffende stuk vaarweg voor beide Limburgen zal door een studiecommissie van het gewest Weert met actuele statische gegevens worden toegelicht.
De heer Wouters zorgde er voor dat deze commissie met een gelijk aantal Belgisch-Limburgse leden werd uitgebreid.
| |
Milieuhygiene en cultuur
Op het punt van de milieuhygiëne (met name voor wat betreft de grensoverschrijdende beken en rivieren) zal een studie worden gemaakt van de problemen die zich op dit vlak tussen de beide Limburgen voordoen. Aan de hand van uitgewerkte voorstellen zal getracht worden zoveel mogelijk van die problemen op te lossen. ‘Ideaal zou natuurlijk zijn een vaste commissie met concrete afspraken, die de nodige overeenkomsten zou kunnen voorbereiden, welke dan door de twee nationale overheden door een tractaat bekrachtigd zouden dienen te worden’, aldus Jef Wouters.
Op cultureel gebied tenslotte zal de Contactambtenaar in de naaste toekomst moeten gaan bekijken hoe de culturele integratie verder kan worden uitgewerkt en aangepakt.
Ook dit is natuurlijk een erg ruim werkterrein, met tal van randgebieden. Jef Wouters stelt zich onder meer voor om de schooluitwisselingen te gaan bevorderen en wijst in dit verband ook op een voorstel van de Culturele Raad Limburg inzake de oprichting van een mijnmuseum. Onderzocht zou kunnen worden of beide Limburgen niet kunnen volstaan met de oprichting van één museum dat dan een interlimburgse stempel zou kunnen dragen.
| |
Infrastructuur
Nogmaals het is slechts een eerste selectie. Er zijn natuurlijk nog heel wat meer onderwerpen die zich voor een gezamenlijke aanpak zouden lenen. ‘In dit verband moet toch onder meer duidelijk worden opgemerkt dat in die regio, waar de Maas scheidend is, voor de hand liggende contacten vaak uitblijven
| |
| |
in de gemeenten zonder bestendige oeververbinding’, aldus Wouters. In dat kader is de verbetering van de infrastructuur tussen beide provincies natuurlijk van groot belang. De meest actuele trajecten zijn de volgende:
spoorwegen: Hasselt-Maastricht en Antwerpen-Hamont-Roermond-Mönchengladbach;
waterwegen: bouw van het Cabergkanaal en de eerdergenoemde opheffing van de Stop van Lozen;
autowegen: de A-24 (Eindhoven-Hoei) en de daarop aansluitende expreswegen (oost-west-verbindingen).
| |
Huisvuilverwerking
Aan de orde is eveneens al geweest het probleem van de huisvuilverwerking. Nederlands-Limburg denkt vooralsnog aan geconcentreerd storten, daar waar Belgisch-Limburg vooral de opbouw van een compostfabriek voorstaat. ‘Deze twee visies, hoewel schijnbaar tegenstrijdig, zijn wonderwel met elkaar te rijmen’, vindt Jef Wouters. ‘Een concentratie van compostfabrieken in een te beperkt gebied zou de afzetmogelijkheden in gevaar brengen. Aan verbranding wordt voorlopig om economische redenen nog niet gedacht. Toch werd gesteld dat, mocht een van beide provincies behoefte hebben aan nader overleg op dit punt, de samenwerking zeker gerealiseerd kon worden’, vertelt Wouters.
In het kader van de contacten tussen het zuidelijk gedeelte van Nederlands-Limburg en de Voerstreek is eveneens gepraat over de mogelijkheden voor de oprichting van een gezamenlijk natuurpark Mergelland-Voerstreek. Deze plannen liggen reeds lang in beraad bij het Recreatieschap Heuvelland Zuid-Limburg en werden overgemaakt aan de I.M.L. in Hasselt.
| |
Internationale school
Een laatste onderwerp dat door de Contactambtenaar wordt aangesneden betreft de mogelijkheid tot oprichting van een internationale school. Een dergelijke school zou niet alleen bijzonder belangrijk kunnen zijn voor de kinderen van de vele buitenlandse arbeiders, die in deze streken wonen, maar zou ook voldoen aan de behoefte die bestaat bij buitenlandse bedrijven die in beide Limburgen gevestigd zijn, c.q. zouden een argument kunnen zijn bij de acquisitie van dergelijke bedrijven. ‘Zo'n school kan geen van beide provincies zelfstandig dragen, maar samen zouden er misschien wel mogelijkheden aanwezig kunnen zijn’, aldus Wouters.
‘Er zouden nog tientallen andere zaken naar voren te brengen zijn, maar het heeft geen zin te veel hooi op de vork te nemen’, zegt hij. ‘Vast staat in ieder geval dat er heel wat mogelijkheden zijn. En als Contactambtenaar hoop ik gaarne een bijdrage te kunnen leveren aan de - reeds op gang zijnde - ontwikkeling van de nieuwe inzichten aangaande de betrekkelijkheid van nationale grenzen en de herwaardering van het begrip regio, ook over de grenzen heen. Ik reken daarbij overigens op een goede begeleiding van de beide Deputaties. Onder meer ook om te voorkomen dat je als enkeling gaat “dwalen” in het oerwoud van mogelijkheden’. Aldus Interlimburg-Contactambtenaar Jef Wouters.
J. THIJSSEN
Born
|
|