Vlaamse reaktie
Gedachtig aan de waarheid van het gezegde dat aktie bijna altijd een reaktie in één of andere vorm tot gevolg heeft, laat het zich verstaan dat iets dergelijks van Vlaamse zijde niet kon uitblijven. Met grote gretigheid vertelt men elkaar in het Vlaamse land een keur van ‘Hollander’-moppen.
Ik heb er geen behoefte aan deze reaktie goed te praten; wel wil ik de aandacht vestigen op een opmerkelijk verschil tussen de ‘gevoelige’ inhoud van deze grappen en datgene wat er in de in ons land gebruikte moppentrommel zit. Is de inhoud van de laatste trommel gericht op het wezen van het Vlaamse volk en juist daardoor zo vernederend van karakter, de ‘Hollander’-moppen liggen meer in het materiële vlak.
Hun scherpte is gericht op een plek, die in de ogen van veel Vlamingen tot de meest kwetsbare behoort van de Noord-Nederlandse samenleving, n.l. de als spreekwoordelijk bekend staande zuinigheid. En dan mag het honderd keer waar zijn dat bij herhaling deze aantijging op overtuigende wijze weerlegd is, het blijft toch deze verhalen kleuren.
In dit verband dringt zich de vraag op wat wel de beweegredenen mogen zijn, die de Vlamingen op dit stramien doen voortborduren. Ik meen dat het antwoord ligt opgesloten in de Uilenspiegel-mentaliteit der Vlamingen, een mentaliteit die eens treffend verwoord is door de Vlaamse schrijver Ernest Claes (T. Bouws, Vlaanderen, o welig huis, blz. 58-59). Het zijn de eeuwenlange knechting door vreemde overheersers en de daarmee gepaard gaande vernederingen die door het Vlaamse volk moesten worden ondergaan die deze kenmerkende trek van het volkskarakter hebben doen ontstaan.
Het enige wapen dat in een dergelijke situatie gehanteerd kan worden, is dat van de spot. Vaak is deze spot gehuld in het narrenkleed der gespeelde onderdanigheid. Maar juist daardoor treft ze des te beter de zwakke plekken van de tegenstrever die verantwoordelijk wordt gesteld voor de ondervonden vernederende behandeling.