ANV stelt taalvervuiling aan de orde
Een kleine tweehonderd belangstellenden, leden van het A.N.V. en vele genodigden en andere gasten - waaronder de consul-generaal van België in Rotterdam, burgemeester Craeybeckx van Antwerpen en leden van de commissie-Vondeling - luisterden op zaterdagmiddag 30 maart jl. in het Rijnhotel in Rotterdam naar een gedachtenwisseling van een aantal forumleden. ‘Vervuiling van de Nederlandse taal’ was het onderwerp. De keuze was gevallen op de zaal ‘Oberon’. Een passende benaming voor deze gelegenheid. Immers wie Oberon zegt, denkt aan Huon de Bordeaux, Chaucer, Spencer, Shakespeare en Wielandt: beroemde taalscheppers uit de geschiedenis. Het onnodig gebruiken van vreemde woorden werd als ‘vervuiling’ aangeduid. En dan in verband met de kenspreuk die op de uitnodiging was vermeld: ‘De Nederlandse taal moet verstaanbaar blijven voor iedereen en niet wemelen van moeilijke, vreemde woorden’. Na de pauze werden vanuit de zaal vragen gesteld.
Het forum, dat onder leiding stond van dr. W.H. van den Berge, algemeen voorzitter van het A.N.V. en lid van de Raad van State, bestond uit vertegenwoordigers van Noord en Zuid uit het Nederlandse taalen cultuurgebied. Van Nederlandse zijde zaten de heren A. Braakman, staffunctionaris van Unilever, mr. M.C. Godschalk, oud-directeur van het A.N.P., dr. J.A. Veering, redacteur van het maandblad ‘Onze Taal’ en dr. G.A. Veringa, oud-minister van Onderwijs en Wetenschappen, lid van de Raad van State en voorzitter van Teleac, achter de tafel. De Vlamingen in het gezelschap waren Nic van Bruggen, tekstschrijver, dr. Mare Galle. neerlandicus en medewerker van de B.R.T. en prof. Joos Florquin, hoogleraar aan de Katholieke Universiteit van Leuven.
Het werd een levendige discussie. Vaak liepen de standpunten van de forumleden uiteen. Niet iedereen trok even zwaar aan wat ‘vervuiling’ werd genoemd.
Oud-Minister dr. G.A. Veringa: ‘Reeds lang ingeburgerde vreemde woorden moeten we met rust laten. Wanneer er zich nieuwe termen en uitdrukkingen aandienen is het zaak daarvoor goede Nederlandse woorden te zoeken’.
De voorzitter en de forumleden gleden ook wel eens uit, wanneer er onnodig een vreemd woord over de tong rolde. Een bewijs overigens dat niet alle vreemde woorden werden veroordeeld. Voor overdreven taalzuivering en het trekken van scherpe grenzen voelde niemand. Men was - en terecht - voorzichtig. Het onderwerp kon niet uitputtend worden behandeld. En de taalhistorie en taalfilosofie bleven achterwege. Immers, het was geen wetenschappelijk congres.
Men toonde zich voorstander van het gebruik van een voor iedereen verstaanbare taal. Louter alleen op grond van sociale en democratische overwegingen. De Vlamingen pleitten voor een verbod van bepaalde vreemde woorden; een taak voor een commissie die Nederlandse woorden in dergelijke gevallen zou moeten voorschrijven.
Dr. Veering toonde zich niet enthousiast. Sommige woorden zijn reeds ingeburgerd voor een commissie de banvloek zou kunnen uitspreken. Dr. Veringa sprak zich uit voor behoedzaamheid. Ingeburgerde vreemde woorden wilde hij met rust laten. Voor nieuwe vreemde uitdrukkingen zou naar een passend Nederlands woord gezocht moeten worden. Hij juichte het werk van de Commissie Duidelijke Taal, onder voorzitterschap van dr. Vondeling, voorzitter van de Tweede Kamer, toe. Bijzonder zinvolle opmerkingen en suggesties kwamen eveneens van de kant van de heren Braakman, mr. Godschalk en Nic van Bruggen. De eerste op grond van zijn grote ervaring van het taalgebruik in het bedrijfsleven. Mr. Godschalk brak een lans voor de pers, de radio en de televisie. Gebrek aan tijd is vaak de oorzaak dat een scheve schaats wordt gereden. Nic van Bruggen zag het bezigen van vreemde woorden als een gevolg van een beperking van denkkracht. De heren Braakman en Veringa hekelden gewichtigdoenerij, waarmee dikwijls domheid en vaagheid worden versluierd. Het was een geslaagde bijeenkomst, waarop het niet aan humor ontbrak.
Achter de forumtafel. Van links naar rechts: dr. Veering, de heer Braakman, dr. Van den Berge, dr. Marc Galle, prof. Florquin, mr. Godschalk en Nic van Bruggen.