Neerlandia. Jaargang 76
(1972)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 126]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OnevenwichtigKonkreet wil het europees regionaal beleid, via de ontwikkeling der natuurlijke gewesten, een alternatief bieden voor de fundamenteel onevenwichtige europese toestand, waarin een paar centrale kernen een bevoorrechte ontwikkeling kennen ten koste van uitgestrekte, verwaarloosde randgebieden. Het regionaal beleid wil trachten deze kloof te dempen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wankele soevereiniteitHet regionalisme is gericht op een nieuw evenwicht, op het rechtzetten van een in vele opzichten scheefgetrokken situatie. Het huidige Europa is nog steeds een conglomeraat van soevereine centralistische staten. Het ‘Europe des patries’ beroept zich op de bestaande orde, die steunt op een bijna absolute soevereiniteit der staten. Hun ‘integriteit’ en ‘soevereiniteit’ worden als heilige en onaantastbare waarden voorgesteld. Nochtans leidt een kort onderzoek naar de totstandkoming en de evolutie van deze bestaande orde nu niet precies tot een pleidooi voor de eeuwigheidswaarde ervan. Immers, tussen 1815 en 1865 zijn er in Europa 27 staten ontstaan. In diezelfde periode verdwenen 23 staten, waarvan sommige ondertussen weer herrezen en naderhand weer eens verdwenen. De hiernavolgende lijst illustreert duidelijk het relatieve van de ‘gevestigde’ orde.
De laatste 150 jaar is er in Europa om de drie jaar gemiddeld één staat ontstaan of verdwenen. In het ontstaan en de ondergang van staten is in de loop van deze 150 jaar orde, noch doel, noch stabiliteit te erkennen. Bovendien kan men, afgezien van door het ontstaan of verdwijnen van staten veroorzaakte scheuringen, nog 17 extra-grenswijzigingen aanduiden. De opsomming ervan ontlenen wij aan een bijdrage van L.C.D. Joos in ‘Europese gemeenschap’ nr. 138, met als titel ‘Het Europa der Vaderlanden’. Daarbij worden dan grensherzieningen in verschillende delen van Europa tengevolge van één diplomatenconferentie of één groep van verdragen als één verandering beschouwd: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 127]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In totaal betekent dat in de periode van 1815 tot 1965 niet minder dan 67 herzieningen van de kaart van Europa. Bovendien hebben van de twaalf europese staten die sinds 1815 zonder onderbreking hebben bestaan slechts drie geen grenswijzigingen ondergaan (Zwitserland, Spanje, Portugal) wat evenwel de twee laatste landen er niet van weerhoudt gebiedswijzigingen te eisen, zoals overigens nagenoeg alle soevereine staten zich vroeg of laat aan gebiedsroof hebben bezondigd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nieuw evenwichtIn tegenstelling tot de naar macht strevende en terzake behoudsgezinde centralistische staten, beoogt het regionaal beleid eenheid in verscheidenheid. Beide begrippen zijn complementair, niet tegengesteld. Nochtans is het juist op dit terrein dat de verwarring der geesten wordt uitgebuit. Een eenzijdige beklemtoning van de verscheidenheid roept immers versnippering op, en een strakke interpretatie van de eenheid betekent dodende uniformiteit. De polarisering van deze begrippen is even gemakkelijk als gevaarlijk. Een juist begrip van europese eenheid in verscheidenheid keert zich tegen de bestaande verstarring van soevereine staten, niet tegen het regionalisme. Het Europa der gewesten steunt op een evenwichtige bevoegdheidsverdeling tussen Europese gemeenschap, staten, gewesten en gemeenten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Europese regio'sEen regionaal alternatief veronderstelt een inventaris van de regio's in de europese gemeenschap. De Europese Commissie stelde in 1969 een analytische balans op, waarbij werd uitgegaan van drie criteria:
Dit analytisch onderzoek leverde een classificatie op zoals hiernavolgend in kaart gebracht. Er zijn geindustrialiseerde, semi-geindustrialiseerde en landbouwregio's. De Nederlanden (Benelux en Noord-Frankrijk) slaan europese rekords inzake bevolkingsdichtheid en door de industrie in beslag genomen oppervlakte. De kaart van de europese gewesten is gebaseerd op verslagen van europese deskundigen die o.a. gedeeltelijk verschenen zijn in ‘30 Jours d'Europe’ jrg. 1971 - nr. 152, uitgave van de Service d'Information des Communautés Européennes en in ‘Comunidad Europea’ september 1971. De kaart geeft de eenendertig europese makrogewesten weer: twee voor Nederland, twee voor België-Luksemburg, acht voor Duitsland, negen voor Frankrijk en tien voor Italië; alsook de vier mikrogewesten die geen deel uitmaken van een makrowest namelijk: Berlijn, Bremen, Brussel en Hamburg. De europese regio's hebben tachtig mikro-gewesten namelijk: de eenentwintig ‘régions de programme’ van Frankrijk, de vierentwintig duitse mikro-gewesten, de vier mikro-gewesten van Nederland en de twintig bestuurs ‘regioni’ van Italië. In België-Luksemburg werd de indeling in basisstreken nog niet doorgevoerd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
België-LuxemburgDe twee makro-gewesten zijn Vlaanderen en Wallonië, terwijl Brussel als mikro-gewest wordt erkend. De andere mikro-regio's werden nog niet afgebakend door de belgische overheid. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
NederlandDe kaart toont de mikro-gewesten Noord, Oost, West en Zuid. Noord en Oost samen vormen het eerste makro-gewest, West en Zuid samen het tweede. Wij moeten er de nadruk op leggen dat de europese deskundigen in een der verslagen duidelijk stellen: ‘Men is trouwens van mening dat bij de afbakening van gewesten in de Gemeenschap sommige daarvan | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 128]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dwars over de nationale grenzen zullen komen te liggen. Dit is in het bijzonder van toepassing op België, wegens de centrale ligging van dat land en de lengte van zijn grenzen. Het is dan ook wenselijk later de mogelijkheid te overwegen om bepaalde delen van het belgische grondgebied, in verband met de ontwikkeling ervan, te verenigen met andere streken van de buurlanden’.Ga naar voetnoot(1) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DuitslandDe kaart geeft de acht makro-regio's weer en de drie mikro-gewesten die geen deel uitmaken van een makro-gewest namelijk Berlijn, Bremen en Hamburg.
Baden-Württemberg bestaat uit: Südliches Oberrheingebiet, Schwarzwald-Alb en Oberschabenbodenseegebiet, nordliches Oberrheingebiet en mittlerer Neckarraum, Odenwald-Wohenlohe Gebiet;
Bayern bestaat uit: Schwäbische und Oberbayerische Hochebene einschlieslich westliches Allgaü und Bodenseegebiet, Donaubecken-Bayrischer Wald, Fränkischer Jura, Fränkisches Keupergebiet und Rhön, Industrieraum Nürnberg-Oberfranken, Mainfränkischer Wirtschaftsraum;
Saar bestaat uitsluitend uit Saarland;
Rheinland-Pfalz uit het gebied Eifel-Hunsrück-Westpfalz en het gebied Linksseitige Oberrheinische Tiefebene-Mittelrhein-Unterlahn en Westerwald.
Hessen uit Südhessen en Nordhessen;
Schleswig-Holstein tenslotte valt zoals Saarland samen met de basisstreek.
Naast deze eenentwintig mikro-gewesten zijn er nog drie die geen deel uitmaken van een makro-gewest: het zijn Berlijn, Bremen en Hamburg. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
FrankrijkDe negen grote sociaal-ekonomische gewesten van Frankrijk zijn: Nord, Bassin parisien, Est, Paris, Ouest, Sud-Est, Massif Central, Sud-Ouest en Méditerranée. Wat de makro-gewesten Nord en Paris betreft vallen deze samen met de mikro-gewesten Nord en région parisienne. De andere makro-gewesten zijn onderverdeeld in twee of meerdere mikro-gewesten.
Haute Normandie, Picardie, Champagne en Centre vormen samen de Bassin parisien; Lorraine, Alsace en Franche-Comté vormen het makro-gewest Est; Basse-Normandie, Bretagne en Pays de la Loire vormen het grote sociaal ekonomische gewest Ouest; het gewest Sud-Est bestaat uit de basisstreken Bourgogne en Rhône-Alpes het gewest Massif Central wordt samengesteld uit Auvergne en Limousin; de Sud-Ouest uit Poitou-Charente, Aquitaine en Midi-Pyrénées; het makro-gewest Méditerranée tenslotte bestaat uit het mikro-gewest Languedoc en het mikro-gewest Provence - Côte d'Azur - Corse. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ItaliëWat Italië betreft kregen de tien grote sociaal-ekonomische gewesten nog geen naam. Het eerste bestaat uit de mikro-gewesten Valle d'Aosta, Piémonté, Liguria en Lombardia; het tweede uit Trentino Alto Adige, Veneto, Friuli Venezia Giulia en Emilia Romagna; het derde uit Toscana, Umbria en Marche; het vierde valt samen met het mikro-gewest Lazio; het vijfde makrogewest bestaat uit Abruzzi en Molise; het zesde valt samen met het mikro-gewest Campania; het zevende makro-gewest behelst Puglia en Basilicata terwijl de drie laatste makro-gewesten samenvallen met de mikro gewesten Calabria, Sicilia en Sardegna.
Nota: De grenzen van deze 31 makro- en 80 mikrogewesten houden rekening met de bestaande nationale grenzen. Er zullen zich minieme wijzigingen voordoen van het moment de indeling zal kunnen geschieden over de nationale grenzen heen.
De regionalisering van Denemarken, Groot-Britannië, Ierland en Noorwegen werd hier niet besproken, omdat de studie hiervan in deze landen nog maar pas is aangevangen, behalve voor wat betreft Groot-Brittannië. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Grenzen relativerenOp basis van deze indeling werd in sommige europese landen reeds een begin gemaakt van regionaal beleid. Zulk een intern regionaal beleid blijft uiteraard beperkt binnen de nationale grenzen. De europese stra- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 129]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tegen hebben tot dusver nog niet aan de nationale grenzen durven tornen.
Anderzijds is het een feit dat deze indeling zonder de staatsgrenzen aan te tasten, een flinke relativering van deze grenzen meebrengt, zodra aan de regio's min of meer belangrijke bevoegdheden worden toegekend. In de Europese gemeenschap zullen, tussen de gemeenschappen en de gemeente drie bevoegdheidsniveau's bestaan:
Het ligt voor de hand dat het zwaartepunt dat nu zeer sterk bij de staten ligt, geleidelijk zal verschuiven, naar boven toe in de richting van de gemeenschap, en naar beneden toe in de richting van de gewesten. In toenemende mate zal de Europese gemeenschap bevoegdheden verwerven op het gebied van het muntwezen en de geldomloop, de landsverdediging en de buitenlandse zaken, de rechten van de mens, de ontwikkelingssamenwerking, de internationale handel, het energiebeleid.
De bevoegdheidssfeer van de gewesten zal verder te vinden zijn in de regionaal-economische en culturele sfeer, nl. onderwijs, kunsten, wetenschappen, radio en televisie; toerisme, recreatie en maatschappelijk werk; ruimtelijke ordening en grondbeleid, demografisch beleid en tewerkstelling.
Het toezicht op plaatselijke en provinciale besturen zal eveneens aan de gewesten worden overgedragen. Deze besturen zullen vooral technische en administratieve taken uitvoeren, die bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de bevolking moeten worden gebracht. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BasisregelingVanuit europese hoogte bekeken zijn de regio's in de lage landen bij de zee: Noord-, Oost-Nederland (van Friesland tot Gelderland), Holland (de drie provincies van de randstad), Zuid-Nederland (Zeeland, Brabant en Limburg), Vlaanderen, Wallonië, Luxemburg en de Franse Nederlanden (le Nord). Brussel wordt als een mikro-gewest beschouwd. Voor wie echter met zijn neus op de kaart en op de werkelijkheid gaat liggen, zijn de zaken wel iets ingewikkelder.
Aan preciese afbakeningen is men nog niet overal toe. En daar zit heel wat springstof in, zelfs zo men het voorstel van de europese commissie als basisregeling aanvaardt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Historische kansMaar zelfs deze voorzichtige voorstellen hebben sluimerende krachten losgemaakt die gaandeweg vaste gestalte krijgen.
In Noord-Frankrijk bijvoorbeeld, waar thans een nieuwe generatie frans-vlamingen aan bod komt. Zonder meewarig heimwee, gedragen door een jong regionalistisch bewustzijn dat grenzen aanvaardt, maar relativeert: les Pays Bas Français, de Franse Nederlanden.
Een ontluikend regionalisme dat bruggen slaat.
In België zijn Vlaanderen en Wallonië op zoek naar een eigen gestalte. Toetssteen wordt Brussel.
In Nederland wil het Noord-Oosten niet meer een verre provincie zijn maar een gewest met een eigen gezicht. Ook in de andere europese landen wordt een nieuw evenwicht nagestreefd op basis van gelijke ontwikkelingskansen voor de regio's.
Precies deze kansen op een evenwaardige regionale ontwikkeling houden in zich de mogelijkheid dat grenzen een nieuwe funktie krijgen. Dat zij als barrières worden afgebroken. Dat de grenzen bruggen worden. Dit betekent een nieuwe kans voor gans Europa, maar in het bijzonder voor de Nederlanden, die sinds eeuwen te lijden hebben onder de verkaveling van hun gebied over drie soevereine staten, waarvan de grenzen dwars door alle natuurlijke gewesten werden getrokken.
JAN DE GRAEVE |