Bond in Duitsland, een politiek en godsdienstig neutraal periodiek. In hoofdzaak in W.-Duitsland bestaan een vijftigtal Nederlandse verenigingen, die in die Bond hun overkoepeling vinden.
In de loop van deze eeuw zijn honderden Nederlandse gezinnen naar Duitsland verhuisd, waar toen betere arbeidsmogelijkheden bestonden in een tijd, dat Nederland zuchtte onder werkloosheid of leed onder schaarste van werkmogelijkheden.
In de grootindustrie konden de Nederlanders, verspreid over vele steden, een nieuw bestaan vinden. Zij zijn misschien geëmigreerd met de gedachte naar het vaderland terug te keren, maar de meesten zijn gebleven, behielden hun Nederlandse nationaliteit, wat wel eens moeilijkheden gaf, o.a. in de oorlogsjaren.
Het verlangen om contact met de landgenoten te bevorderen en eventueel samen naar oplossing van opduikende moeilijkheden te zoeken heeft geleid tot het in het leven roepen van verenigingen, die met alle mogelijke middelen de landgenoten bijeenhielden. Dank zij de alle verenigingen overkoepelende Bond kon een maandblad worden uitgegeven, waardoor eenieder op de hoogte werd gehouden over hetgeen in eigen kringen, maar vooral ook in het moederland gaande is.
We mogen met stelligheid opmerken, dat de ‘Post van Holland’ een der beste periodieken is onder de in het Nederlands (gedeeltelijk Duitse tekst) in het buitenland uitgegeven tijdschriften, waarin we het doen en laten van landgenoten in den vreemde kunnen beluisteren.
Teneinde een juist beeld te schetsen van dit goed verzorgde maandblad hebben we de nummers november en december 1971 en januari '72 voor ons genomen.
Elk nummer toont op de omslag een fraaie foto. In de opgenoemde nummers: het IJ in Amsterdam, een foto genomen op het moment dat Nederlands koningin haar handtekening plaatste in het gouden boek van de stad Hamburg en dan zeer van pas in het januari-nummer een beeld van een Nederlandse winter met het bekende ijsvermaak, schaatsenrijden en ijszeilen.
Op de binnenzijde van het titelblad worden gewoonlijk verenigingsgegevens opgenomen, mededelingen van de Bondssecretaris, oproepen voor bijeenkomsten en congressen.
In het novembernummer ('71) spreekt de redactie haar voldoening uit over het dat jaar gehouden congres in Dortmund, met de ondertitel ‘een gouden toekomst’. Dat
congres werd nl. gehouden ter viering van het vijftigjarig bestaan van de Bond, waarover onze redacteur, de heer K.A. Mayer te Rotterdam, medeoprichter van de Bond en correspondent van de ‘Post van Holland’ in het september-oktobernummer van ‘Neerlandia’ (blz. 163) een ooggetuigeverslag uitbracht. Het eigen verslag, opgemaakt door de Bondssecretaris met een foto van de heer Mayer, die zo juist de dank heeft aanvaard van de Bondsvoorzitter na de toespraak van de heer Mayer, volgt in extenso. Er volgt dan een verslag van de sociale commissie over het boekjaar 1970-1971, een lijst van binnengekomen contributies van de verenigingen en een mededeling over het adres, gericht tot de minister van onderwijs van Nedersaksen, uitgegaan van het A.N.V., de Internationale Vereniging voor Nederlandistiek en de Kultuurraad voor Vlaanderen, met een pleidooi voor invoering van de Nederlandse taal en cultuurgeschiedenis op scholen en pedagogische akademies in de grensgebieden.
In elk nummer wordt Sportnieuws uit Nederland overgenomen. Er wordt steeds een bladzijde voor de jeugd ingeruimd, in het januarinummer van het St. Nikolaasfeest met alles wat daarbij behoort en altijd nieuws uit de verenigingen, waar wel altijd een lid is, dat een bijzondere huldiging in ontvangst heeft te nemen, of waar bijzondere manifestaties plaats vonden. Uit alles blijkt, dat men warm met elkaar meeleeft. Dat blijkt ook en vooral op de congressen, waar talloze landgenoten ook uit de verstgelegen oorden, naar toe tijgen, minder waarschijnlijk om naar redevoeringen te luisteren, dan wel oude vertrouwde gezichten te zien en weer eens genoeglijk bij te praten.
De agenda's van de in het maandblad opgenomen verenigingen houden de lezers op de hoogte van alle te verwachten activiteiten. Aan belangrijke personen, die voor de Bond zich hebben ingezet, wordt als de omstandigheden daartoe aanleiding geven (jubilea, een afscheid, overlijden) bijzondere aandacht geschonken.
Van de hand van de heer K.A. Mayer vindt men geregeld een vaste ‘Brief uit het vaderland’, waarin al wat voor onze landgenoten in Duitsland van betekenis wordt geacht, aan de orde wordt gesteld. Men kan zich voor zeker houden, dat deze brief gespeld wordt. De heer Mayer staat over de grens hoog genoteerd, dat mag men van ons aannemen.
Dat voor het staatsbezoek van koningin Juliana en prins Bernhard aan de Bondsrepubliek enkele bladzijden werden ingeruimd spreekt wel haast van zelf, als men weet welk een warme plaats ons koningshuis in de harten onzer landgenoten aan de overzijde van de Oostergrens heeft.
Enkele keren publiceert de ‘Post van Holland’ voor duitstalige lezers bijdragen in het Duits, vaak ontleend aan de grote Duitse dagbladen.
Eén belangrijke bijdrage mogen we niet ongenoemd laten en wel het artikel van de bekende Limburger drs. Jef Notermans, die over Hendrik van Veldeke zijn visie gaf; en dàt verstaat hij, als man, die een bijzondere en diepgaande studie van deze 12de eeuwse dichter heeft geaakt. In die studie geeft hij o.a. een samenvattend overzicht en typering van de 25 minneliederen van Veldeke.
In de redactie van het maandblad zitten: G. Looijen, bondssecretaris, wonende te Mülheim, J. Verkley uit Venlo (journalist), A. Wintjes uit Grefrath en A. Verhaegh te Nettetal. Correspondenten zijn: J.A. de Jonge te Nijmegen, K.A. Mayer uit Rotterdam, A. Meuwese uit Hilvarenbeek (A.N.V.-bestuurslid) en W. van Uden te Nijmegen. Het adres van de redactie is: 433 Mülheim (Ruhr) 3, Sabineweg 51. De abonnementsprijs bedraagt DM 10 per jaar, bij francotoezending. Losse nummers DM 1, of een gulden. Maten van het blad zijn 21 bij 30. Elk nummer is rijk geïllustreerd met goed fotomateriaal.