[Nummer 3]
Kompas
Vlaamse beweging en ekonomische ontwikkeling
Voor de algemene vergadering van het Algemeen Nederlands Verbond hield historicus Prof. Dr. M. de Vroede (KUL) te Rotterdam een gedokumenteerde uiteenzetting over ‘Vlaamse Beweging en de recente ekonomische ontwikkelingen in Vlaanderen’. Uitgangspunt van zijn uiteenzetting was de vraag naar de relatie tussen de ekonomische opgang van de Vlaamse gewesten tijdens de laatste twee decennia en de Vlaamse Beweging.
Hij stelde voorafgaandelijk vast dat bij de aanvang van de jaren 1950, de sociaal-ekonomische situatie van de Vlaamse gewesten essentieel gekarakterizeerd werd door een onvoldoende valorisatie van de aanwezige arbeidskrachten.
Symptomen daarvan waren: het typisch Vlaams werkloosheidsverschijnsel; de mobiliteit van de arbeidskrachten (ongeveer 225.000 werkforenzen); de overbezetting van de agrarische en van de middenstandssektor.
Hij zag als verklaring van deze ongunstige sociaal-ekonomische situatie het feit dat de 19e-eeuwse ontwikkeling van de fabrieksindustrie zich in Wallonië situeerde. Verder gaf de traditionele Belgische ekonomische politiek de voorrang aan de Waalse grootnijverheid. De politieke macht was immers in die jaren nog steeds grotendeels in handen van franstaligen.
De struktuur van het Vlaamse bedrijfsleven werd gekenmerkt door het familiaal karakter, dit wil ondermeer zeggen dat de nodige kapitalen om een bedrijf te modernizeren meestal ontbraken. Ook het ambachtelijk karakter van deze bedrijven, meestal op de produktie van verbruiksgoederen gericht, verhinderde een normale ekonomische ontwikkeling.
Toen kwam de ontwikkeling sedert circa de jaren 1950. De bevolking in Vlaanderen steeg van 53,7 procent van de rijksbevolking naar 56,1 procent; de werkgelegenheid is het sterkst toegenomen in Vlaanderen (ze bereikt 51 procent van het totaal in België, tegen 43 procent in 1950); Het aantal gekontroleerde volledig werklozen is in Vlaanderen gedaald van ongeveer 120.000 tot 27.000 personen. Vóór 1975 dienen er echter 347.000 nieuwe werkgelegenheden in Vlaanderen gekreëerd te worden!
Prof. Dr. M. de Vroede stipte aan dat men bij het onderzoek van deze ekonomische problemen in België aandacht moet hebben voor het effekt van de aangroei van het aantal vreemdelingen. Van 1950 tot 1970 bedroeg deze aangroei 7,8 procent in Vlaanderen, 98,6 procent in Wallonië en 86 procent in Brussel.