[Nummer 2]
Ter inleiding
Het toeval van de verjaardagen biedt een welkome gelegenheid om onze dankbare aandacht te wijden aan twee sleutelfiguren in de geschiedenis van de algemeen-Nederlandse beweging.
F.A. Snellaert, voorzitter van het eerste Nederlands Kongres in 1849, overleed een eeuw geleden en wordt dit jaar plechtig herdacht te Gent. Hippoliet Meert was de grondlegger van het Algemeen Nederlands Verbond en de stichter van Neerlandia, dat zopas zijn vijfenzeventigste jaargang heeft afgesloten.
Aan beide voorlopers wordt hierna een bijdrage gewijd.
Dit nummer wordt afgerond met een herdruk van de studie van Hippoliet Meert over ‘Het Nederlandsch Taalgebied’.
Het is de bewerking van een voordracht die aanleiding gaf tot de oprichting van het Algemeen Nederlands Verbond.
Om de tekst duidelijk in zijn historisch kader te plaatsen werd de oorspronkelijke spelling behouden.
Neerlandia is geen geschiedkundig tijdschrift en wenst zich niet te specialiseren in gedenkdagen. Een levend tijdschrift moet zich wijden aan de vraagstukken van vandaag en morgen, zoals alle grote voorgangers het gedaan hebben in het raam van hun tijd.
Geplaatst in het perspektief van de toenmalige toestanden en gedachtenstromingen blijken Snellaert en Meert boeiende figuren van een indrukwekkend formaat. De ongelooflijke som van scherpzinnigheid, werkkracht, edelmoedigheid en hardnekkigheid die zij in dienst stelden van de ganse Nederlandse gemeenschap maken hun levenswerk onaantastbaar voor de eigenwijze kritiek van ironische nazaten die zouden struikelen over een verouderd woordgebruik of achterhaalde opvattingen.
De bijdragen van F.A. Comer over Snellaert en van A. de Bruyne over Meert mogen ons stemmen tot dankbaarheid èn tot enige zelfkritiek. Laten wij het klaarspelen in deze tijd even vooruitstrevend te zijn als deze oude ‘flaminganten’ (die nooit de generaliteit van alle Nederlanden uit het oog hebben verloren) en onze prestaties bescheiden spiegelen aan hun levenswerk.
NEERLANDIA