Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 76 (1972)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 76
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 76Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 76

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.92 MB)

Scans (148.58 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 76

(1972)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 33]
[p. 33]

Uit de vier windstreken

Duitsland

In Duitsland zai in het Essense Folkwangmuseum, dat dit jaar zijn zilveren jubeljaar viert - naast andere manifestaties - een Belgische Week worden georganiseerd. Deze zgn. Week zal echter 16 dagen duren en wel van 30 september tot 16 oktober aanstaande.

Van begin maart tot 9 april kon men er al middeleeuws beeldhouwwerk en Vlaamse en Hollandse doeken bewonderen.

Van 12 oktober tot 7 januari 1973 wordt een tentoonstelling onder de naam ‘De kunst sinds 1960’ ingericht.

Voorts komen er tentoonstellingen van Iraans aardewerk en een tentoonstelling ‘Rhein-Ruhr-1972’, waar plastische kunstwerken kunnen worden bezichtigd. Muziek, architectuur, literatuur en film biedt deze unieke Folkwang-manifestatie evenzeer.

 

Voor de bevordering van de contacten tussen de bewoners in West-Duitsland en in Oost-Nederland, aan weerszijden van de grens dus, is een commissie in het leven geroepen, de zgn. Euregio-Commissie’, en wel door de ‘gemeenschap Rhein-Ems’, de ‘Stichting Streekbelangen Oost-Gelderland’ en de groep ‘Twente-Oost-Gelderland’.

Voorzitter is Alfred Mozer, die de eerste voorzitter August Kerst, de beste kenner van de culturele, historische, sociale en economische verhoudingen in het gehele gebied, opvolgde, nadat deze - nog zo kort na zijn aanstelling - bij een autoongeval om het leven kwam.

De evengenoemde Alfred Mozer verwees in ‘Niederländische Notizen (informatieblad van de Nederlandse ambassade) naar een in het jaar 1970 verschenen studie getiteld: ‘Die Grenze-Trennung oder Begegnung’. Deze studie had betrekking op het Duits-Nederlands grensgebied Achterhoek-Borken en was te danken aan een opdracht van de Duitse Bondsminister voor Jeugd, Gezin en Gezondheid mevrouw Käthe Strobel en de toenmalige Nederlandse minister van CRM, dr. Marga Klompé.

Deze studie heeft geleid tot het in het leven roepen van de Euregio-Commissie, die in onderlinge samenwerking wil proberen het grenscontact te bevorderen.

De reeds hierboven genoemde ministeries uit de Bondsrepubliek en Nederland en ook de regering van Nordrhein-Westfalen verklaarden zich bereid - onder bepaalde voorwaarden - gedurende enige jaren een experiment te bevorderen, dat in het Euregiogebied een sfeer zou ontwikkelen van bewust streven naar de ontgrenzing der grenzen, een onderwerp waarover in ‘Neerlandia’ reeds heel wat werd gepubliceerd. De Euregio-commissie is geen instantie van hogere orde. Zij heeft eigen taken, die zij alleen kan uitvoeren, als zij de medewerking weet te winnen van de constitutionerende gemeenschappen.

Binnen de haar toegemeten grenzen ontwikkelt deze commissie, die naar de huidige voorzitter de naam draagt van ‘Mozercommissie’, eigen initiatieven, die met medewerking van de gemeenschappen rijp zullen worden gemaakt voor uitvoering. Gedacht wordt aan aanvullende activiteiten met de bedoeling de burgers binnen het gebied te leren inzien, dat dat gebied een geheel is, een eenheid, of het nu gaat om economische, verkeerspolitieke, taalkundige, sociale dan wel recreatieve programmapunten. Maar steeds zullen de mensen worden geconfronteerd met de grensoverschrijdingen. Want grenzen betekenen voor de burgers, dat zij met de rug naar hun nabuur aan de overkant van de grens staan. De blik is dan alleen gericht op het eigen land of gebied.

Daarom is er behoefte aan gemeenschappelijke structuren, die een ontwikkeling bij de oplossing van gemeenschappelijke problemen, bevorderen.

Men moet dus in ruimere grenzen leren denken, daar waar de huidige nodige beslissingen dergelijke dimensies vereisen en men moet leren met het gezicht naar elkaar toegewend zich te oriënteren op de gebieden ter weerszijden van de grens.

Frankrijk

Het ‘Institut Néerlandais’ te Parijs bestaat vijftien jaar. In dit respectabele tijdvak heeft deze instelling waarlijk niet geslapen. Niet minder dan 110 tentoonstellingen werden gehouden, 270 lezingen over archeologie, rechten, muziek, theologie, economie, techniek, beeldende kunsten enz. Er werden in het instituut maar ook in kerken en via de Radio 202 concerten gegeven met werken van 382 componisten, onder wie honderd Nederlanders. Twee honderd films werden gedraaid en honderd groepen zijn er rondgeleid. Aldus een uitvoerig artikel in de Haagse Courant. Dit Instituut is een schepping van Frits Lugt, de wereldberoemde kenner en verzamelaar van oude tekeningen, die in 1970 in Parijs overleed, 86 jaar oud. In 1953 kocht hij het hotel Turgot met het aangrenzende pand, dat uit de vorige eeuw dateert.

In het hotel bracht hij zijn verzamelingen onder en stelde een kleine wetenschappelijke staf aan. In het andere huis, Rue de Lille 121, is het Nederlands instituut gevestigd.

Het geheel is het eigendom van de stichting Custoda, die door Frits Lugt in het leven is geroepen voor de voortzetting van zijn werk. Het Instituut is een cultureel centrum met een bestuur van zes leden, drie namens Custoda en drie namens de Nederlandse regering, die voor de helft in de kosten van het centrum participeert. Nergens ter wereld kan Nederland op een dergelijk cultureel centrum bogen.

Directeur in Parijs is de heer Sadi Gorter. Voor alle mogelijke informatie wordt het Instituut ingeschakeld. Een Nederlandse student informeert b.v. of de leerstoel Nederlands aan de universiteit van Parijs blijft gehandhaafd. Of een Parijse kunsthandel vraagt naar de kredietwaardigheid van een Nederlandse beeldhouwer, een gesprek met instanties in Nederland heeft tot onderwerp een lezing over Nederlandse molens, waarvoor zóveel belangstelling bestond, dat deze moest worden herhaald. Zelfs over een wedstrijd van het Unesco-voetbal weet men het Instituut te vinden. En met reden. Want de zeer deskundige heer Gorter is o.a. Culturele Raad van de Nederlandse ambassade in Parijs, ook is hij voorzitter van de gemengde commissie voor de uitvoering van het Frans-Nederlands culturele akkoord en permanent vertegenwoordiger van Nederland bij de Unesco.

De gehouden tentoonstellingen waren steeds een groot museum waardig. Zowel het Louvre als Leningrad, kerken en particulieren bleken steeds bereid bruiklenen daarvoor af te staan. Bezoekcijfers van om de 25.000 zijn geen uitzondering. De catalogus voor ‘Franse tekeningen uit Nederland’ kostte f30; tóch werden er 5.000 exemplaren verkocht.

Nederlandse medewerkers aan een in Parijs te geven concert kunnen zelfs in het Instituut logeren, waar nl. twintig kamers beschikbaar zijn en gezellige gemeenschapsruimten. In de keuken kan men zelf zijn warme maaltijden bereiden. Er is gewoonlijk mèèr vraag naar deze kamers, dan er voorhanden zijn.

[pagina 34]
[p. 34]

Indonesië

Eind maart is de Vlaming Miel Cools, in opdracht van de Nederlandse regering, voor een toernee naar Indonesië vertrokken.

Hij zou daar optreden, zowel voor de Nederlanders, als voor de Indonesische bevolking. De Belgische regering financiert ook voor een gedeelte deze toernee, die voorbereid is door de directeur van het Erasmushuis, de heer Cyriel van Dijk.

Het Erasmushuis (wij schreven daar al eens eerder over in ‘Neerlandia’) is een culturele stichting, waarvan zowel Nederlanders als Indonesiërs kunnen profiteren. Miel Cools, de zingende Vlaming, zoals hij wel genoemd wordt, komt in Nederland meer en meer van de grond en trad nog kort geleden met groot succes op in enkele in de noordelijke provincies gelegen steden. Vlak voor zijn vertrek trad hij op in Sittard (Nederlands Limburg) en hij begint na terugkeer een nieuwe toernee door Nederland.

 

Als steun aan de vertaling van Multatuli's Max Havelaar in het Indonesisch heeft Nederland 13.500 gulden bijgedragen.

Deze vertaling wordt verzorgd door H.B. Jasin, een Indonesische literator en C. Termorshuizen, hoogleraar aan de universiteit van Djakarta, in de faculteit der letteren. De eerste oplaag van de Indonesische Max Havelaar zal 5.000 exemplaren bedragen en op de markt verkrijgbaar zijn tegen een prijs van 300 tot 400 roepiah, drie tot vier gulden.

 

De jonge Indonesische fotograaf en filmer D. Peransi werd ter gelegenheid van ‘de Zondag van het Werelddiakonaat’ in de gelegenheid gesteld twee aspecten van het huidige christelijke engagement in Indonesië te belichten.

De eerste reportage, die we op de Nederlandse T.V. mochten ‘zien’, speelt zich af in Djakarta onder studenten, die in 1966 actief waren bij de acties tegen Soekamo en in 1971 tijdens de laatste verkiezingen protesteerden tegen de intimidaties, die door de ‘GOLKAR’, een coalitie van militairen en technocraten, op de bevolking werden uitgeoefend.

Het tweede deel gaf de kijker een portret van dr. Gunawan Nugroho, een 46-jarige arts, die in Solo (Soerakarta, op Midden-Java) een centrale figuur is in de strijd tegen de armoede. Bij deze uitvoering viel bijzonder op het vlekkeloze Nederlands, dat we daarbij te horen kregen.

Suriname Nederlandse Antillen

Aan de Nederlandse minister van Landbouw ir. P.J. Lardinois zijn de contacten tussen Nederland met Suriname en de Nederlandse Antillen toevertrouwd en wel op verzoek van de vice-premier en minister van Financiën, mr. R. Nelissen, die nà de vorming van het huidige kabinet met die taak werd belast, maar daarvan moest afzien in verband met de zware andere taken, die hem geheel en al opeisten.

De installatie der Koninkrijks-Commissie, die tot taak heeft de huidige rechtsorde, vastgelegd in het zgn. Statuut, aan een critisch onderzoek te onderwerpen, vond eind maart jl. plaats in het Haagse Congresgebouw, door minister Lardinois, in tegenwoordigheid van H.M. de Koningin, gedelegeerden, hoogwaardigheidsbekleders, o.w. de premiers en enkele ministers, genodigden en vertegenwoordigers van de Pers.

Na de openingsrede van minister Lardinois kreeg de voorzitter van de Surinaamse sectie, de heer A.J. Morpurgo, het woord voor een verklarende inleiding over de rijksverhoudingen en het ‘preludium tot die samenkomst’.

Namens de Antilliaanse sectie sprak de voorzitter, de heer Isa, en tot slot prof. mr. W.F. De Gaay Fortman, als voorzitter van de Nederlandse sectie.

 

Na zijn bezoek aan ‘De West’ heeft minister-president Biesheuvel duidelijk laten uitkomen, dat de rijksdelen overzee bepaald niet op korte termijn moeten worden losgemaakt van Nederland. Hij moet niets hebben van ‘wilde initiatieven aan de Noordzee’, die niet zijn afgestemd op de toestanden in het Caribisch gebied.

De heer Rozendal, gevolmachtigd minister voor de Nederlandse Antillen, heeft in een vraaggesprek duidelijk naar voren gebracht, dat thans volle aandacht wordt gegeven aan de voorlichting van de in Nederland vertoevende Antillianen.

Aan bepaalde centra in Nederland: Amsterdam, Breda, Eindhoven, Den Haag, Leiden, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg en Utrecht, worden dagelijks ochtendbulletins verstrekt met het voornaamste nieuws uit de Antilliaanse bladen. Behalve de nieuwsbladen zullen ook officiële verslagen van de Staten en Eilandsraden, publikatiebladen en afkondigingsbladen en rapporten ter inzage worden neergelegd, teneinde te voorkomen, dat de in Nederland vertoevende Antillianen zich een scheve voorstelling gaan maken over de toestanden en problemen in het moederland.

De gevolmachtigde minister verbeterde het persoonlijk contact met zijn landgenoten en voerde gesprekken met hen over hun werk, hun gezin, hun problemen, hun verlangens, kortom hun wel en wee.

Van bijzondere betekenis is de onlangs in het leven geroepen Landelijke Stichting voor Antillianen, waardoor een optimaal resultaat is te bereiken bij de behartiging van de Antilliaanse belangen.

De heer Rozendal acht verder aantrekking van economische bedrijvigheid een levenszaak voor de eilanden in de Caribische zee en zou het toejuichen, indien Europa zich intenser liet voorlichten over het investeringspotentieel der Antillen.

Hij streeft naar een overeenkomst tussen de Nederlandse regering en de regering van de Nederlandse Antillen, met betrekking tot de aanwerving van Antillianen, hun huisvesting in Nederland en nu nog bestaande andere problemen.

 

Een schooltentoonstelling in Leiden waar panelen en ethografica van Suriname waren te bezichtigen trok niet minder dan 1.500 scholieren die op deze wijze kennis konden maken met land en volk van Suriname. Leerlingen van het voortgezet onderwijs openden na het bezoek aan de tentoonstelling discussies er over, in het bijzonder over de problematiek van het Moderne Suriname. Naast de tentoonstelling werden niet minder dan 27 voorstellingen voor de scholieren gegeven van drie films over Suriname. Organisator was de STICUSA.

 

Antilliaanse studenten in de chemische technologie in Delft hebben een ‘werkgroep industrialisatie’ opgericht, met de bedoeling de mogelijkheden te bestuderen voor de vestiging van (chemische) industrieen op de Nederlandse Antillen. Zij zullen daarbij aandacht schenken aan: algemene planning, welke soort industrieën, concurrentiepositie en exportmogelijkheden.

Professor Heertjes heeft zich bereid verklaard deze werkgroep te begeleiden. Een permanent contact tussen het kabinet van

[pagina 35]
[p. 35]

de gevolmachtigde minister en deze groep is gewaarborgd.

Van de Caribbean Bureau for better Scientific Coöperation’ ontvingen wij een Informatieblad voor deelnemers aan de zgn. C.B.B.S.-groepsreizen naar de Antillen.

Voor groepen van minstens 25 personen bedraagt een retour in het laagseizoen voor volwassenen f 1237 en in het hoogseizoen f 1337.

Het reisbureau MADURO heeft de technische afhandeling op zich genomen.

Secretariaten in Nederland zijn: Arnhem, Wichard van Pontlaan en Den Haag, Zwedenburg 83, waar men alle gewenste inlichtingen kan verkrijgen.

 

Suriname en de Nederlandse Antillen staan wel bijzonder in het brandpunt bij pers, televisie, het parlement en zelfs in Neerlandia, dat geregeld aandacht schonk aan wat eertijds ‘De West’ werd genoemd.

De Nederlandse regering heeft zich bereid verklaard voor de derde fase van het Meerjarenplan een bedrag van Nf 400 miljoen ter beschikking te stellen, veertig t.h. als een gift, vijftig t.h. als lening en tien t.h. bij wijze van lening door de Ned. Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden n.v., onder garantie van de staat der Nederlanden.

Het Europees Ontwikkelingsfonds heeft een bedrag van Nf 4.175.000 ter beschikking gesteld voor de bouw van een aanlegsteiger op St. Maarten, een project, dat belangrijk kan bijdragen tot de economische ontwikkeling van het eiland.

Zoals bekend wordt hard gewerkt aan een nieuwe vorm voor de verhoudingen tussen Nederland en ‘De West’. Sommigen willen volkomen afscheiding, de anderen wijzen een dergelijke koers ten zeerste af.

Er zijn diverse commissies, die zich zullen bezighouden met die toekomstige verhoudingen. De Nederlandse Antillen (de A.B.C.-eilanden) hebben twee commissies gevormd, een kleine commissie, de Antilliaanse sectie van de Koninkrijkcommissie, die voor Nederland, Suriname en de Antillen een keuze voorbereidt uit realiseerbare, staatkundige alternatieven en de volkenrechterlijke konsekwenties daarvan. Deze sectie staat onder voorzitterschap van oud-premier R.J. Isa. De zgn. ‘Grote commissie’ heeft tot taak in de Antillen de onderwerpen, die in de Koninkrijkcommissie aan de orde zullen worden gesteld, nader te bestuderen en de nodiggeachte voorstellen te doen. Deze commissie telt momenteel 44 leden.



illustratie

Ook de Bovenwindse eilanden, Saba, St. Eustatius en St. Maarten hebben drie commissies in het leven geroepen, die binnen vijf maanden rapport moeten uitbrengen over de toekomstige staatkundige situatie van de Antillen in het algemeen en de Bovenwindse eilanden in het bijzonder.

In Nederland roeren de jongeren uit Suriname zich wel heel bijzonder.

Demonstraties en betogingen zijn aan de orde van de dag. Een protestdemonstratie tegen een eventuele opname van Suriname in een Gemenebestverhouding leidde zelfs tot ontsporingen.

Om ook eens een ander geluid te laten horen vermelden we, dat voor het eerst een jeugdroman is geschreven door een Antilliaanse, Diana Lebacs, verschenen bij Leopold onder de titel - ‘Sherry’. Zij geeft een aangrijpende beschrijving over haar kwetsende ervaringen in Nederland, waar zij studeerde, en over diepe teleurstellingen, die zij niettemin weet te overwinnen, om dan naar Curaço terug te keren. Een waardevol boek.

De Antilliaanse Studentenraad in Utrecht belegde een conferentie over het thema: ‘Hier werken aan de toekomst van de Antillen.’ Van belang was de discussie over de noodzaak voor àlle Antillianen zich bewust te worden en hun verantwoordelijkheid te leren kennen met betrekking tot de toekomstige onafhankelijkheid der Antillen, waarbij behoort een algemene voorbereiding voor terugkeer naar het moederland, in plaats van in Nederland te blijven rondhangen, met het fatale gevolg, dat de Antillen in geen enkel opzicht profiteren van de door hen in Nederland opgedane kennis en kunde.

Het besluit is gevallen om een ontwerp landsverordening over de invoering van de spelling van het Papiamento volgens de regels van de commissie-Maduro bij de Staten ter goedkeuring in te dienen.

Hoe belangrijk Suriname lijkt in de ogen van andere landen blijkt wel uit het bezoek van niet minder dan twintig buitenlandse ambassadeurs, geaccrediteerd in Den Haag, aan Suriname, waar zij tien dagen vertoefden.

Het initiatief voor dit bezoek is uitgegaan van de gevolmachtigd minister van Suriname in Den Haag dr. J.D.V. Polanen.

Voorts brachten minister Nelissen (minister van Financiën) en de minister-president mr. B. Biesheuvel bezoeken aan de Antillen en Suriname.

Argentinië

Onder grote belangstelling vond in Buenos-Aires de prijsuitdeling plaats aan de leerlingen van de cursus Nederlands, die een diploma hadden behaald.

Zij, die in de Vlaamse kolonie slaagden voor hun examen, kunnen zich, zo merkte de voorzitter van de examencommissie op, rekenen tot de 20 miljoen Nederlands sprekenden in de wereld.

Na het uitreiken der prijzen, meestal boeken, maar deze maal ook een prachtig polshorloge, ter beschikking gesteld door de 78-jarige Antoon Goemans, trouw lid van de Vereniging Vlamingen in Argentinië (V.i.A.), kreeg de heer Leo Poppe het woord, die helaas geen vrolijke toon kon laten horen, maar zijn diepe teleurstelling uitsprak over de afwezigheid van zovele Vlamingen, die nalaten toe te treden tot de Vereniging, maar wel hun best doen te profiteren van de Sociale Dienst, die al tientallen heeft geholpen aan pensioenen en studiebeurzen.

De heer Poppe, in zijn sermoen volledig gesteund door voorzitter Tritsman, hoopt, dat het volgend jaar vele ‘rand-Vlamingen’ er bij zullen zijn. Door tekorten aan contributies kan o.a. aan de bibliotheek weinig worden gedaan en ook andere nuttige initiatieven hokken door gebrek aan geld.

[pagina 36]
[p. 36]

Voor de vierde maal vond in Buenos Aires Argentinië het examen van de Nederlandse taalcursus van de vereniging ‘Vlaanderen in Argentinië’ plaats. Het aantal ingeschreven deelnemers bedroeg 34. Er is een schriftelijk en een mondeling examen, waarvan de uitslagen eerstdaags zullen kunnen worden bekend gemaakt. Na de uitreiking van de diploma's zal dan aan de leidsters van de cursus een feestmaal worden aangeboden.

 

Niet minder dan 400 Vlamingen en Nederlanders hebben dit jaar deelgenomen aan de grote feestdag georganiseerd op het landgoed van Jules Steverlynck, waar grote tafels in de schaduw van hoog geboomte de gasten noden tot een gezamenlijke feestmaaltijd, nadat ook onder die bomen de mis werd opgedragen door pater Jan van Meurs. Om aan deze jaarlijkse feestdag te Villa Flandria te kunnen deelnemen, hebben gasten afstanden van 500 km moeten afleggen. Maar de moeite wordt beloond en de contacten tussen hen, die uit Vlaanderen en Nederland emigreerden, worden op zo'n dag weer fiks versterkt.

Zuid-Afrika

Wie meent dat in Zuid-Afrika de Nederlanders de meest populaire groep immigranten vormen hebben het mis. De Engelsen winnen het van de Nederlanders, nà de Engelsen komen de Duitsers en dan eerst de Nederlanders. Aldus concludeerde de heer J.C. Pretorius in zijn proefschrift dat een sociologisch onderzoek tot onderwerp had.

Dat Engelsen, Duitsers en Nederlanders op de voorkeurplaatsen staan, houdt wel verband met het feit, dat de landen, waarvandaan deze immigranten komen, worden beschouwd als de traditionele stamleden van Zuid-Afrika.

De Engelsen zitten op de eerste rij, terwijl omstreeks 1900 de Britten een strijd op leven en dood hebben gevoerd en dat nóg steeds een taalstrijd met de Engelsen gaande is, terwijl Nederland steun heeft gegeven aan de Boeren.

Teleurstellend?

De Nederlander staat duidelijk tegenover een volksgroep i.c. de Afrikaners, die hun eigen identiteit willen zoeken en behouden. Bij de Afrikaanssprekenden staan de Nederlanders bekend als betweterig, bombastisch, traditievast, godsdienstig en hardwerkend. Aldus dit sociologisch onderzoek.

 

Het jeugdorkest van de Zuid-afrikaanse Radio (S.A.U.K.) zal dit jaar deelnemen aan het Internationaal Festival voor Jeugd-or-kesten, dat te Lausanne wordt gehouden van 24 juli tot 5 augustus. Het zal de éérste maal zijn, dat een volledig Zuidafrikaans orkest een toernee onderneemt in Europa. Het orkest in 1966 opgericht, telt 65 leden.

 

De Reina Prinsen Geerligsprijs voor Zuid- Afrika werd in Kaapstad overhandigd aan Fanie Olivier, een 21-jarig student van de Universiteit van Stellenbosch, voor zijn gedichtenbundel: ‘Gom uit die Sipres’. Prof. Louw en prof. Opperman van Stellenbosch en prof. Lindenburg van de Universiteit van de Witwatersrand vormden de jury voor de Zuidafrikaanse prijs. De juryleden voor Nederland en België besloten geen prijs toe te kennen voor de 45 inzendingen uit beide landen!

 

Voor de eerste maal zal in Johannesburg, in augustus 1973, een Internationale Triënnale worden op touw gezet, onder leiding van Larry Scully, voorzitter van de Zuidtransvaalse afdeling van de Zuidafrikaanse Kunstvereniging.

Deze Triennale zal gewijd zijn aan schilderen beeldhouwkunst, architectuur en uitvoerende kunsten.

 

Zuid-Afrika bezit momenteel zestien universiteiten, waarvan vier met Engels als voertaal, vijf met Afrikaans als voertaal, twee tweetalige universiteiten en vijf universiteiten voor de niet-blanke bevolkingsgroepen. Het aantal studenten bedraagt 80.000 en zal in 1980, naar verwacht wordt, zijn opgeklommen tot 120.000. Enorme bedragen zijn uitgetrokken voor de hoognodige uitbreidingswerken, zowel van de universiteiten als van de diverse campussen.

 

De hoofddirecteur van de programmadienst van de SAUK (Suidafrikaanse radio), de heer Douglas Fuchs, heeft in een vraaggesprek o.a. medegedeeld, dat dit jaar al twee Afrikaanse vervolgverhalen en een reeks documentaires gemaakt zullen worden. Men streeft er naar materiaal in voorraad te hebben voldoende voor een vol jaar.

Aan de sport zal ruim aandacht worden besteed. Personeel zal naar het buitenland worden gezonden voor een intensieve opleiding. De Zuidafrikaanse T.V. begint met één kanaal, dat voor de helft in het Afrikaans en voor de andere helft in het Engels zal uitzenden.

Terzelfdertijd zullen zowel zwart-wit als kleuren TV-toestellen op de markt komen in twee standaardgrootten.

 

Volgens een bericht uit Johannesburg gaat Philips in Zuid-Afrika een fabriek bouwen van bijna 9 miljoen gulden.

In 1973 zal de fabriek kunnen worden opgeleverd.

 

Onder auspiciën van de Zuidafrikaanse ambassadeur te Brussel werd tussen 2 maart en 8 mei een tentoonstelling gehouden onder de naam: ‘Beelden van Zuid-Afrika’ en wel in Brussel in de Kredietbank in de Arenbergstraat 7, in Hasselt in de Kredietbank, Havermarkt 16, te Antwerpen in het Torengebouw en te Brugge in de Vlamingestraat 25. De tentoonstelling bood een overzicht van de geschiedenis, de economie, toeristische bezienswaardigheden en de bevolkingsgroepen van Zuid-Afrika.

 

Naar Zuid-Afrika emigreerden in 1971 in totaal 579 Belgen tegen 450 in 1970.

Er hebben zich echter veel meer Belgen gemeld voor emigratie naar Zuid-Afrika, maar de afdeling Immigratie van de Zuidafrikaanse ambassade in Brussel werkt uiterst selectief. Alleen candidaten, die in het economisch leven een rol kunnen spelen, worden aangenomen.

De Belgen, die naar Zuid-Afrika emigreren, zijn in hoofdzaak technisch geschoolden. Een andere categorie vindt werk in administratieve functies.

 

De Zuidafrikaanse invoer bedroeg in 1971 8 miljard gulden, een stijging van 1,1 miljard of 16 t/h, in vergelijking met 1970. De belangrijkste invoerpartners waren Groot-Brittannië, 23 t/h, Verenigde Staten: 17 t/h, de Bondsrepubliek ook 17 t/h.

 

Na zijn bezoek aan Zuid-Afrika zei de nieuwe Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, dr. Kurt Waldheim, dat hij vele persoonlijke contacten had gelegd en dat hij er zeker van was, dat dit zal bijdragen tot de oplossing van de problemen, waarvoor Zuid-Afrika en de V.N. zijn gesteld.

Hij dankte in het bijzonder de Eerste Minister voor zijn gastvrijheid en voor de grote hulp hem geboden bij het beter leren kennen van land en volk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken