Neerlandia. Jaargang 75

[p. 204]

Uit de vier windstreken

Delegatie

Naar Zuid-Afrika is een Nederlandse culturele delegatie vertrokken in het kader van het Nederlands-Zuidafrikaans cultureel verdrag. De delegatie stond onder leiding van mr. W.F. de Gaay Fortman, Amsterdams hoogleraar. De laatste Nederlandse delegatie is in 1967 in Zuid-Afrika geweest. In 1970 bracht een Zuid-afrikaanse delegatie een bezoek aan Nederland.

Centrum onderwijsontwikkeling

Voor het eerst sinds de oprichting van de Europese Gemeenschappen kwamen de ministers van Onderwijs van de zes landen van de E.E.G., op initiatief van de Belgische regering, bijeen. Programmapunten waren o.a.: onderlinge erkenning van diploma's, certificaten en andere titels. Richtlijnen daartoe, ten behoeve van architecten, apothekers, ingenieurs, landmeters, landbouwkundigen, medici en tandheelkundigen zijn in studie. De ministers zullen zich zetten aan het uitwerken van een definitief statuut voor de ‘Europese universiteit’, waaraan de Italiaanse regering grote waarde hecht. De universiteit wordt immers geprojecteerd in Florence (Firenze).

Over deze universiteit is nog lang niet het laatste woord gesproken. België vreest o.a. van het nieuwe instituut ernstige concurrence voor het Europa-college in Brugge.

Een ander programmapunt gaat over de samenwerking op onderwijsgebied in het bijzonder het hoger onderwijs. Daartoe zou oprichting van een ‘Europees Centrum voor Onderwijsontwikkeling’ moeten worden opgericht, waartoe in 1969 de Franse minister Guichard een voorstel deed.

Filippijnen

Weinige Vlamingen zullen vermoedelijk weten, dat landgenoten op de Filippijnen en wel in Baguio, 300 km van de hoofdstad Manilla, een Vlaamse universiteit hebben gesticht en deze ook leiden. Het zijn de Vlaamse paters van Scheut, die reeds 60 jaren op de Filippijnen werkzaam zijn en op de Filippijnen reeds 54 secundaire scholen hadden opgericht, om dan in 1952 te Baguio een college voor hoger onderwijs in het leven te roepen, dat van de Filippijnen een universiteitscharter ontving.

Er is nu in Brussel een ‘Vereniging van de Vrienden van de Saint Louis Universiteit van Baguio’ opgericht (adres Noordstraat 23, Brussel).

Suriname, Antillen

Over Suriname en de Nederlandse Antillen ontleenden we volgende berichten aan Surinaams Nieuws, Antilliaanse Nieuwsbrief en het Sticusa-Journaal.

Dank zij de steun van de industrie, de regering en STICUSA kan het samenstellen van een Encyclopaedie van Suriname worden ter hand genomen.

De Sticusa heeft 50 stuks grafiek, representatief voor de hedendaagse Nederlandse grafiek aangekocht om deze op tentoonstellingen in Suriname en op de Nederlandse Antillen te vertonen en ook de scholen er bij te betrekken.

In het stedelijk museum te Zutphen is van 20 november af een tentoonstelling georganiseerd over moderne Surinaamse houtsnijkunst.

De koninkrijkcommissie ter voorbereiding van de toekomstige verhouding tussen Nederland, de Nederlandse Antillen en Suriname zal in het eerste kwartaal van 1972 worden geïnstalleerd.

In principe heeft Nederland een bedrag van 400 miljoen gulden ter beschikking gesteld voor het financieren van het vijfjarenplan 1972 tot en met 1976.

Werkgroepen uit Suriname en Brazilië zullen minstens eens per jaar bijeenkomen voor uitwisseling van economische gegevens. Aldus werd besloten tijdens een bezoek van de Braziliaanse minister van buitenlandse zaken aan Suriname.

Van november 1962 tot september 1971 werden via officiële kanalen in Nederland 1919 Antillianen tewerkgesteld. Er studeren momenteel 1.500 Antilliaanse jongeren. In totaal wordt het aantal in Nederland verblijvende immigranten uit ‘De West’ geschat op ruim 47.000. De economische positie van Bonaire is dermate kritiek, dat op dat eiland thans een beweging gaande is om rechtstreeks een deel te gaan uitmaken van Nederland, uiteraard met de verwachting, dat alsdan de nodige financiën op tafel zullen komen.

In het najaar zijn diverse studiebijeenkomsten gehouden door Antilliaanse groepen om te discussiëren over de problematiek van de Antillianen in Nederland (welzijnsbeleid, aanpassingsmoeilijkheden, enz.) Onlangs zijn 12 Antilliaanse meisjes in Nederland aangekomen om op de Opleidingsschool ‘De Boskamp’ in Leusden bij Amersfoort te worden opgeleid tot politie-agente.

Examen Nederlands in Argentinie

Wie wil weten hoe het met het onderwijs in het Nederlands in de wereld is gesteld, op hoeveel plaatsen en door hoeveel personen het wordt gegeven en... wat belangrijker is, hoeveel het ontvangen, kan het beste te rade gaan bij de tekst van de redevoering die prof. dr. W. Thys hield op het 37e Nederlandse Congres, in 1967, in Rotterdam. Een indrukwekkend beeld werd getekend van de omvang van dit onderwijs, waarvan men dikwijls, in brede kringen, in Nederland en Nederlandssprekend België, niet de minste notie heeft.

Het kunnen leerstoelen zijn in de Nederlandistiek, zoals in Londen met vijf docenten, of lectoraten bezet door één persoon maar ook eenvoudige cursussen met de bedoeling de beginselen van het Nederlands bij te brengen en het te leren spreken in de omgang. En of het nu wetenschappelijke colleges zijn over de taal- en letterkunde, of eenvoudige taallessen, ze zijn even belangrijk.

Een voorbeeld daarvan berichtte ons de heer N.L. Lahey uit Buenos-Aires, waar mevrouw Mieke Blaton haar cursussen Nederlands met veel enthousiasme en succes geeft. In het laatste kwartaal legden 1 Chileense, 1 Oostenrijkse en 4 Argentijnen in het gebouw van de Belgische ambassade examen af. De examencommissie bestond uit: drs. H.J. ter Haar van de Nederlandse ambassade; mevrouw M. Robrecht van de afdeling culturele zaken van de Belgische ambassade; dr. J. Lowey van de staats-universiteit; mr. A.J. Coomans namens de Nederlandse kolonie en dr. jur. J. Daels als vertegenwoordiger van de Vlaamse gemeenschap en mevrouw Blaton. Na afloop kwam men in kleine kring op een feestelijke wijze bijeen. Daarbij waren ook de ambassadeurs van Nederland en België aanwezig. Mevrouw Blaton werd gehuldigd met haar succes en het beste toegewenst voor 1972. Men ontmoet elkander als Nederlands-sprekenden geregeld. Soms zijn het vergaderingen, dan weer ter gelegenheid van een feestelijk gebeuren kleine bijeenkomsten. In oktober kwamen in Jaureguy, schrijft de heer Lahey, niet minder dan 400 personen bijeen als de gasten van Julius Steverlynck.