Keerzijde van de welvaart
Dit spooklandschap kon men bewonderen in de Antwerpse polder, tijdens de jongste uitbreidingswerken van het havengebied: de eenzame St.-Laurentiustoren, enig overblijfsel van het polderdorpje Wilmarsdonk, enig teken van (uitgestorven) leven in een troosteloze zandwoestijn.
Weldra verrijzen hier de nieuwe haveninstallaties, zegt mijn vriend. Reuzeschepen zullen de polder binnenvaren en welvaart aanvoeren die zal doordringen tot diep in het binnenland. De tijd van ‘Arm Vlaanderen’ is voorgoed voorbij.
Niet lang geleden, zegt mijn andere vriend, woonden hier mènsen, in een groene wereld onder de hoge polderhemel en hun kinderen visten in de polderkreken. Zodra de nieuwe dokken volgelopen zijn met blauwzwart water en de polderluchten doorschoten met een fijne sluier van rossige mist, zullen dezelfde mensen elke morgen met autobussen terug worden aangevoerd en rondlopen als spoken tussen de olietanks. Ze zullen 15 frank per uur loonsverhoging vragen (en krijgen) wegens ongezond werk en vlijtig berekenen wat ze daarmee op het einde van de maand kunnen kopen. Mijn beide vrienden beschuldigen mekaar van eenzijdigheid en zelfs van kortzichtigheid. Wanneer ze boos worden beplakken ze mekaar ijverig met lelijke etiketten. Dan stellen ze mekaar aan de kaak als een conservatieve dromer en een onverantwoordelijke welvaartsmaniak.
Het ziet er beroerd uit voor ons allen, als onze beide vrienden geen gemeenschappelijke, evenwichtige visie kunnen ontwikkelen. Het ziet er nog beroerder uit voor onze kinderen. Wanneer ze in de lage landen alleen nog welgedane burgers zien rondlopen met welgevulde buik en welgevulde beurs, zullen ze vragen: waarom hebt ge ons op de wereld gezet in dit verhakkelde land, waar geen grand meer is om op te leven, geen lucht om in te ademen en slechts dood water dat alle leven doodt? Men kan de schouders ophalen voor de ‘algemeenheid’ van een vereniging als het Algemeen Nederlands Verbond, die haar doeleinden ‘als het ware achter de sterren’ zou plaatsen. Maar geen taak is vandaag even dringend en tastbaar als de verdediging van het belang der ‘generaliteit’ bij het ontwerpen en uitvoeren van een welvaarts- èn welzijnsbeleid dat het lot der komende generaties zal bepalen. Tegen kortzichtige particuliere en groepsbelangen in. Over de grenzen heen.
REIMOND VERSCHELDEN.