Een nieuwe regering in Nederland
Er breken voor Nederland een paar magere jaren aan. Al zullen de burgers het wellicht niet zo sterk ondervinden omdat de verschijnselen van de welvaartsstaat zeker nog wel merkbaar blijven, toch gaat er door de nieuwe regering-Biesheuvel zwaar bezuinigd worden op de overheidsuitgaven. Voor liefst 900 miljoen gulden (dat is in de buurt van 65 miljoen franken) zal op de komende begroting in allerlei posten ‘gesneden’ worden. Ook het volgend jaar zal deze bezuiniging zich doorzetten en pas daarna hoopt men weer enige speling te krijgen ten aanzien van de rijksuitgaven, al vallen er tegen die tijd ook belastingverhogingen te verwachten.
Dit alles is een rechtstreeks gevolg van de totstandkoming van een vijfpartijen-regering als uitvloeisel van de eind april gehouden verkiezingen. Op de dag af twee maanden nadat de stembus had gesproken, kon formateur Barend Willem Biesheuvel, lid van de (christelijke) Anti-Revolutionaire Partij, oudminister van Landbouw en de afgelopen vier jaar fractieleider van zijn partij in de Tweede Kamer, Nederlands nieuwe regering presenteren. Het voorbereidende werk tot de kabinetsformatie was verricht door de Eindhovense hoogleraar prof. Piet Steenkamp aan wie door koningin Juliana verzocht was als informateur op te treden. Hij deed zijn werk met bekwame spoed, wat eigenlijk uitzonderlijk was voor Nederland waar de vorming van regeringen over het algemeen steeds veel voeten in aarde pleegt te hebben. Zijn resultaat was des te opvallender daar er na de verkiezingen een vrij lastige situatie was ontstaan. De vier regeringspartijen van het kabinet-De Jong (Katholieke Volks-Partij, Christelijk-Historische Unie, Anti-Revolutionaire Partij en de - liberale - Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) hadden namelijk hun meerderheid in het parlement verloren en een hernieuwd gezamenlijk optreden van de genoemde vier partijen lag dus zeker niet voor de hand. Aan de andere kant boekten de oppositiegroepen (Partij van de Arbeid, Democraten '66 en Politieke Partij Radikalen) weliswaar een nette winst maar zij slaagden er gedrieën niet in de voor een machtswisseling benodigde 76 (van de 150) Kamerzetels te verwerven. Omdat deze drie partijen, samen het zogeheten ‘Progressief Akkoord’ vormend, besloten hadden niet met andere partijen samen te werken, kwamen ze na hun (te kleine) overwinning buitenspel te staan. Opgemerkt moet worden dat de partijen van het Progressief Akkoord wél hadden willen samenwerken met anderen indien deze laatste daartoe vóór de verkiezingen hadden besloten. Dit was echter niet het geval: met name de drie grote christelijke partijen wensten zich niet te binden vóór de verkiezingsuitslag bekend was.
Om nu toch een regeringscombinatie te kunnen vormen die verzekerd zou zijn van een Kamermeerderheid, bleef er geen andere
Mr. B.W. Biesheuvel
mogelijkheid over dan het inschakelen van de Democratische Socialisten '70, de partij van dr Willem Drees junior, bij de informatie-besprekingen. Prof. Steenkamp zette dus de leiders van de vier ‘aftredende’ regeringspartijen samen met dr Drees aan tafel, en binnen vrij korte tijd had hij de zaak rond. Zoals gezegd, een opvallend resultaat, want de programs van de vijf onderhandelende groepen liepen behoorlijk uit elkaar. De drie christelijke partijen waren de verkiezingen ingegaan met een wensenlijst, gericht op de uitbreiding van collectieve voorzieningen, en waarin een zekere belastingverhoging niet uit de weg werd gegaan. Daarentegen had de partij van Drees zich van meet af aan gepresenteerd als een echte bezuinigingspartij. Stoelend op zijn ervaring als 's rijks schatmeester wenste Drees o.a. te bezuinigen op het wetenschappelijk onderwijs, op de cultuur-posten en op de landbouw (ruilverkaveling). Steenkamp slaagde er desondanks in de tegenstellingen te overbruggen. Een hele reeks compromissen was daarvoor nodig. De voornaamste afspraak was wel dat de eerste twee jaar een duidelijk omschreven bezuinigingsplan ten uitvoer zal worden gelegd en dat daarna en indien mogelijk punten uit het vooruitstrevend christelijk programma verwezenlijkt zullen worden. Het is duidelijk dat deze afspraak door een groot deel van de bevolking wordt geïnterpreteerd als een overwinning voor de partij van dr Drees. Niemand immers kan voorspellen hoe de situatie over een paar jaar zal zijn, zodat men een groot vraagteken moet plaatsen achter de mogelijkheid of er na de aanvankelijke magere jaren ook vette zullen aanbreken.
De bezuinigingsmaatregelen zijn er vooral op gericht het hoofd te bieden aan de economische spanningen van de laatste tijd, gepaard gaande met inflatie, overbesteding, enz. Het merkwaardige is dat het in de schoot van de regering-De Jong al langer bekend was dat bezuinigingen dringend vereist zijn, maar dat daarvan tijdens de verkiezingspropaganda nauwelijks met een woord werd gerept. Geen wonder dat de oppositiepartijen over dit ‘dubbel spel’ danig in hun wiek zijn geschoten. Ze togen dan ook reeds ten aanval toen de nieuwe ministers nog beëdigd moesten worden. Dat voorspelt alvast iets over de botsingen die straks in de Tweede Kamer gaan plaatsgrijpen wanneer over enkele maanden het nieuwe parlementaire jaar zal zijn geopend.
J.V.d.