Gesprek met dr. J.Ph. Backx
Dr J.Ph. Backx
De in 1907 opgerichte Scheepvaart Vereeniging Zuid groepeert ruim 300 vervoer- en havenbedrijven te Rotterdam en behartigt als dusdanig de belangen van het partikulier bedrijfsleven.
Het was dan ook logisch dat wij met Dr. J.Ph. Backx, algemeen voorzitter van deze organisatie, even gingen praten over de koördinatie van het havenbeleid en de invloed van de havenexpansie op het leefmilieu.
Het werd een gezellig onderonsje, tijdens hetwelk de vriendelijke gastheer ons zeer konkreet en direkt en met een optimistische ondertoon zijn ruime visie gaf. Samenwerking tussen de Beneluxhavens, aldus Dr. Backx, is alleen dan mogelijk wanneer Nederland en België elkaar beter trachten te verstaan en te begrijpen. In beide landen bestaat nog steeds het gevoel van wederzijds wantrouwen, dat gedeeltelijk voortspruit uit onbegrip en onbekendheid. Als wij iets positief willen realizeren moeten wij op elk niveau elke gelegenheid te baat nemen om met elkaar te praten, teneinde zo alle misverstanden en vooroordelen uit de weg te ruimen. Wij moeten nu eens eindelijk gaan beseffen dat onzinnige konkurrentie dient plaats te maken voor gezonde en loyale wedijver. Indien dit niet gebeurt zullen wij anderen verder de kans geven om Rotterdam en Antwerpen handig tegen elkaar uit te spelen.
Vooraleer elkaar evenwel te benaderen voor een ernstig en vruchtbaar overleg is het noodzakelijk dat eerst in eigen huis de zaken worden geregeld. Zowel in Nederland als in België moeten de havens het onderling eens worden en streven naar een gemeenschappelijk standpunt ten aanzien van de havenproblematiek. Op dit vlak is men in Nederland reeds aardig op de goede weg. Zowat twee jaar geleden werd officieel de Kommissie Zeehavenoverleg geïnstalleerd en sedertdien komen een veertigtal afgevaardigden van diverse ministeriële departementen en Kamers van Koophandel en Fabrieken, havenbeheerders en mandatarissen van het partikulier bedrijfsleven op regelmatige tijdstippen bijeen. Het duurt wel een tijdje vooraleer men aan elkaar gewend geraakt, maar rustig aan komt men wel tot rezultaten. Zodoende werd reeds een akkoord bereikt over de aanleg van de Rijnpoorthaven (tussen Maassluis en Hoek van Holland) te Rotterdam en een voorhaven te IJmuiden. Zoiets moet toch ook in België te realizeren zijn.
Slechts wanneer in beide landen een nationale haven-politiek is uitgestippeld kan op Beneluxniveau op efficiënte wijze overleg worden gepleegd. De partners moeten in de eerste plaats datgene harmoniseren wat mogelijk is en ervoor zorgen dat zij - waar het om gemeenschappelijke belangen gaat - een gezamenlijk standpunt innemen en verdedigen. Zij mogen niet uit het oog verliezen dat de havens van Rotterdam, Antwerpen en Amsterdam, met alle havens daartussen in, een aaneensluitend gebied vormen aan de monding van een uitgestrekt industriëel hinterland. Dit gebied moet daarom ook als een eenheid worden behandeld. Bij het overleg gaat het vooral om haven- en behandelingstarieven, grondprijzen voor industrievestiging en milieubeheer. Deze drie punten mogen niet
langer het voorwerp van konkurrentie blijven uitmaken. Vooral op het vlak van de milieu-hygiëne zal het noodzakelijk zijn een keihard standpunt in te nemen en strenge maatregelen te formuleren.
Wat de industriële expansie betreft, deze dient zowel van uit ekonomisch als sociaal gezichtspunt worden bekeken. Wij gaan nog te veel uit van de idee dat leven alleen maar werken betekent, daar waar het in feite een harmonisch geheel uitmaakt. Bij de vestiging van nijverheden dient daarom rekening gehouden met diverse sociaal-ekonomische aspekten. Iedereen moet er zich van bewust worden dat een gunstig sociaal klimaat nodig is om doeltreffend te kunnen reageren op de uitdaging van de verkeers- en behandelings-technische revolutie, die zich sedert geruime tijd ook in de havens aftekent. De voortschrijdende mechanisatie vereist o.a. de inschakeling van technisch beter geschoold personeel en een andere manier van werken.
Met al deze diepgaande wijzigingen dient rekening gehouden willen de Beneluxhavens hun positie verder uitbouwen in het raam van samenspel en samenwerking.
MARCEL PRINSEN