Vierde colloquium Neerlandicum
In Neerlandica extra Muros, nr. 14, wordt bovengenoemd Colloquium van Hoogleraren en Lectoren in de Nederlandistiek aan buitenlandse Universiteiten aangekondigd, dat intussen van 8 t/m 13 september l.l. in de Rijksuniversiteit te Gent heeft plaats gevonden en waaraan op 7 september 1970 de oprichting van de I.V.N., die een voortzetting is van de Werkcommissie, was voorafgegaan. Zoals de lezers van Neerlandia bekend zal zijn, heeft de Werkcommissie van 1961 tot 1970 de belangen van de nederlandistiek en haar beoefenaren in het buitenland behartigd. De I.V.N. zal de activiteiten van de Werkcommissie in meer constructief verband en in nog nauwer samenwerking met de binnenlandse (Nederlandse en Belgische) nederlandistiek en met de Belgische en Nederlandse overheden voortzetten. Dit laatste komt o.m. tot uitdrukking in het feit dat een Nederlandse en een Belgische hoogleraar in de nederlandistiek in het Dagelijks Bestuur van de I.V.N. zitting zullen hebben en dat een vertegenwoordiger van het Ministerie van O. en W. en dat van N.O. en N.C. de vergaderingen van het D.B. als waarnemers zullen bijwonen.
De daadwerkelijke belangstelling van het Algemeen Nederlands Verbond voor deze overgang van WECO naar I.V.N. kwam al dadelijk tot uiting in de toekenning aan de Werkcommissie van een Visser-Neerlandiaprijs, waarvan men de oorkonde in het bovenvermelde nummer van Neerlandica extra Muros, blz. 26, vindt afgebeeld.
Het Vierde Colloquium, dat door meer dan 80 buiten- en binnenlandse docenten en ouddocenten in de nederlandistiek en voorts door een aantal ambtenaren van genoemde ministeries, vertegenwoordigers van de beide ministeries van Buitenlandse Zaken en andere gasten werd bijgewoond, mag zeker als geslaagd worden beschouwd zowel om de wetenschappelijk hoogstaande voordrachten en aansluitende vruchtbare discussies als om de goede organisatie die een geruisloze afloop van de werkzaamheden en ontspanningen verzekerden. Onder de docenten waren er van heinde en verre, d.w.z. uit de meeste Europese landen, alsook uit de Verenigde Staten, Canada, Zuid-Afrika en Indonesië. Als sprekers noemen wij: op de openingszitting de vertegenwoordiger van de Minister van O. en W., Mr. P.W. van der Zijden, op de slotzitting de Minister van N.C., Prof. dr. Fr. van Mechelen en op de wetenschappelijke vergaderingen: Prof. dr. J.W. Smit (New York), Dr. M. Gijsseling (Gent), Prof. dr. A. van Loey (Brussel), Prof. dr. H. Schultink (Utrecht), Drs. G. Borgers ('s-Gravenhage), Dr. W. Gobbers (Luik), Prof. dr. A. van Elslander (Gent), Prof. dr. M. Rutten (Luik) en Prof. dr. W.G. Hellinga (Amsterdam).
Ook werden er aparte zittingen gewijd aan didactiek (in secties) en documentatie en waren er vertoningen van literaire films en recepties door de Rector van de Gentse Universiteit en door de Minister van N.C, de laatste gehouden op het oude doch mooi gerestaureerde Kasteel Ham bij Brussel, ingelast. Het geheel werd besloten door een tweedaagse excursie door het Vlaamse land, georganiseerd door de Kultuurraad voor Vlaanderen, verbonden met recepties en diners aangeboden door de Provinciebesturen van Limburg, Antwerpen, West-Vlaanderen en de Stad Antwerpen.
Van groot belang was ook dat tijdens een eveneens aan het eigenlijk Colloquium voorafgaande vergadering een vertegenwoordiger van het Ministerie van O. en W. aan de buitenlandse docenten van Nederlandse nationaliteit kon meedelen, dat er thans een regeling omtrent hun status en toekomstmogelijkheden bij terugkeer naar intra muros is tot stand gekomen, waarnaar zij lange jaren tevergeefs hadden uitgezien.
In het genoemde nr. 14 van Neerlandica extra Muros treft men naast Mededelingen voor en Oproepen aan de docenten Nederlands in het buitenland de bekende rubrieken aan. Zo onder ‘Nieuwe Docentschappen en Mutaties’ de vervanging van Drs. Gerda van Woudenberg, die jarenlang als lector te Rome werkzaam was, door Dr. F. Messina en Dr. Enza Inzirillo, die van dr. N. Morciniec, Wroclaw (Polen) door drs. H. Predota, voorts de uitzending door O. en W. van een tweede lector naar Djakarta, drs. G.P.A. Termorshuizen. Een nieuw-ontdekt lectoraat Nederlands in de V.S. is dat aan het Trinity Christian College te Palos Heights.
Voor geïnteresseerden belangrijke gegevens treft men ook aan onder ‘Vacatures en Sollicitaties’, ‘Leer- en Hulpmiddelen’, ‘Het Nederlands in de Wereld’, enz.
Van belang op dit gebied is ook de uitgave door de Werkcommissie in augustus l.l. van het Verslag van het Derde Colloquium van Hoogleraren en Lectoren in de Nederlandistiek aan buitenlandse Universiteiten, gehouden 5-9 september 1967 in ‘Het Oude Hof’ te 's-Gravenhage (228 bl.) waarin men verscheidene toen uitgesproken voordrachten o.a. van Prof. dr. K. Heeroma, dr. M.C. van den Toorn, Prof. dr. R.K.J.E. Antonissen (Grahamstad), Dr. F. de Tollenaere, Prof. dr. J.J.M. Timmers, Prof. dr. G. Stuiveling met de daarbij aansluitende discussies kan nalezen; voorts de publikatie van Lijst XII van genoemde docenten en oud-docenten met hun ambtelijke en particuliere adressen, gedateerd op 1-3-1970.
Dr. J.M. JALINK.