Het tragi-komisch geval Brussel
In 1936 werd baron Holvoet (goeverneur van de provincie Antwerpen) tot koninklijk kommissaris voor de grote agglomeraties benoemd. De op dat ogenblik ongunstige omstandigheden (de ‘dreigende oorlog’) verhinderden de parlementariërs uit die periode de aanbevelingen van het Holvoet-rapport in wetteksten om te zetten.
Daarna werd de dreigende oorlog een echte oorlog. België werd overvallen, bezet en - onder het Duitse juk - werd 's lands administratie verzorgd door het kollege van sekretarissen-generaal. De Heer Romsée, sekretaris-generaal binnenlandse zaken, benoemde de Heer Borginon tot ‘kommissaris van het koninkrijk voor de grote agglomeraties’. Zo zag ‘Groot Brussel’ anno 1942 gedwongen het levenslicht.
In zijn opmerkelijke inleiding bij het rapport van de Vereniging der Steden inzake ‘Gemeentelijke federaties en grote stadsagglomeraties’ kommentariëerde minister Gilson dit experiment als volgt: ‘De promotors gingen er vooral vanuit dat het in de wereld roepen van een Groot Brussel in de eerste plaats onontbeerlijk was voor de bevoorrading én de handhaving van de orde. Met betrekking tot het eerste streefdoel kan men moeilijk kritiek leveren. Er is sindsdien een kwarteeuw voorbijgegaan en het blijft heel moeilijk om onpartijdig in te gaan op het experiment van de heren Romsée en Borginon, die alleen al door de aanwezigheid en steun van de Hitlermacht voor diskwalifikatie in aanmerking kwamen. Toch moet men de moed kunnen opbrengen om te erkennen dat deze poging niet helemaal negatief was’. Bij de bevrijding werden de besluiten van de algemene sekretarïssen met betrekking tot de grote agglomeraties doodgewoon geannuleerd. Dit besluit kan uitsluitend verklaard worden door het toen heersende politieke klimaat. Want een in Londen gevormde kommissie onder het wakend oog van de Belgische regering had de wens te kennen gegeven de tijdens de bezetting gevormde stadsgemeenschappen voorlopig zo te houden.
Laten wij dit pijnlijke en tragi-komische hoofdstuk besluiten met de gevolgtrekking van de heer Arthur Gilson: ‘De Hitlermacht heeft, zij het onopzettelijk, op deze manier nieuwe wapenen gegeven aan de onbeweeglijken, die automatisch het woord “Gross Brussel” in de mond nemen, zodra er een voorstel tot hergroepering van de agglomeratie op tafel komt’. Onze konklusie gaat nog eventjes verder: in 1970 is het statuut van Brussel-hoofdstad nog net iets achterlijker dan in de 14de eeuw!
(Impact, Brussel)