Een beroep op de lezer
Wij laten Brussel niet los
Het drama dat bezig is zich sinds tientallen jaren in Brussel te voltrekken - drama waaronder de daar wonende Vlamingen te lijden hebben - heeft reeds zoveel inkt doen vloeien, dat ik van de gelegenheid die mij door Neerlandia wordt geboden gebruik zal maken om de aandacht te koncentreren op een uitermate akuut geworden noodlottige ontwikkeling.
Ik bedoel het probleem dat zich stelt in verband met het peuteronderwijs.
Dat hier een veld ligt dat in hoge mate interesse verdient, verklaart zich door het feit dat in de Brusselse agglomeratie een biezonder hoog aantal vrouwen buitenshuis werkzaam zijn. Het scheppen van dagverblijven, zoals ook van peuterklassen (het ene vloeit met het andere ineen) beantwoordt vandaag aan een sociale behoefte die men niet ontgaan kan.
Het feit is nu dat in de Brusselse agglomeratie een veertigtal ‘tweetalige’ peutertuinen werden opgericht. Nu weet eenieder dat deze peutertuinen in feite franstalig zijn. Men verlieze niet uit het oog dat het onjuist zou zijn te stellen dat, gelet op de zeer lage leeftijd van de kinderen die daar worden opgenomen, het taalgebruik van géén of slechts van ondergeschikt belang zou zijn. De taal die door het daar werkzame personeel wordt gesproken evenals ook de taal die door de kinderen gebruikt wordt in hun omgang met elkaar, hecht zich vast in de geest van de kinderen die deze instellingen bezoeken. Wanneer het moment komt dat de overgang naar de kindertuin aan de orde komt, zal het kind de gewoonte hebben opgenomen in het Frans te worden toegesproken wanneer het in groepsverband is geplaatst, en binnen die groep ook gebruik te maken van de woorden die het in hetzelfde verband zal hebben opgenomen. Zodoende zal men een toestand hebben gekreëerd waar het voor de hand zal liggen te verklaren dat het kind franstalig is. En opneming in een franstalige kindertuin zal dan als ‘logisch’ kunnen gelden.
Het verweer dat in hoofdzaak door het Vlaams Onderwijscentrum Brussel op het getouw wordt gezet door het scheppen of het helpen scheppen van nederlandstalige voorschoolse instellingen verdient hoge waardering. De resultaten die konden worden bereikt zijn nochtans onevenredig gebleven met de noodzaak te reageren op een wijze en in een mate die beantwoordt aan de ernst der omstandigheden. De nu bestaande nederlandstalige instellingen waar de kinderen beneden de drie jaar terechtkomen bereiken niet het zesde deel van de franstalige. Kort samengevat kan er worden gesteld dat de verfransings-machine met een zeer doeltreffend element verrijkt is geworden. Het systeem is thans kompleet. Het Vlaamse kind wordt verfranst vanaf de wieg.
Het zal dus groot nodig zijn dat de Vlamingen, en samen met hen, àlle Nederlanders, krachtig weerwerk geven. Het voor de hand liggende middel om dit te doen is steun te verlenen aan het Vlaams Onderwijscentrum Brussel zodat dit over de nodige middelen zou beschikken.
Het geld is nu eenmaal de ziel van de negotie.
LODE CRAEYBECKX
Burgemeester van Antwerpen
Hierbij horen volgende nuttige aanwijzingen:
Vlaams Onderwijscentrum Brussel
Troonstraat 125
1050 Brussel
Telefoon: 02/13.91.70
Postrekening: 154368