Neerlandia. Jaargang 74

[p. 50]

Van alles wat

Noord

Het taalgebruik in ambtelijke stukken, waarover het bestuur van het A.N.V. een brief richtte aan de Nederlandse minister-president (zie Neerlandia, septembernummer '69 blz. 241 e.v.) heeft ook elders in Nederland een gemeenteraadslid van Holten (Overijsel) de heer Wansink een noodkreet doen slaken, aldus ‘Elseviers Weekblad’ van 24 januari jl.

Reden daartoe was de discussienota ‘Gewestelijk Samenwerkingsverband’, die dermate moeilijk was gesteld en doorspekt met vreemde woorden, dat zelfs vier woordenboeken hem niet de juiste interpretatie daarvan hadden kunnen bezorgen. Hij citeerde in de raadsvergadering o.a. de volgende woorden: agglomeratie, technocratisering, alternatieven, efficiënt, adequate, discrepanties, pluriform; voorts diste die nota hem zinnen op van een halve pagina met talloze bijzinnen, die niet te verteren waren.

Er is, zo merkte de heer Wansink op, een enorme taalkloof tussen de gewone burger en de ambtenaar.

Helaas - constateert Elseviers Weekblad - hoort men overal verwijten, dat in drukvorm geschriften verschijnen, die nauwelijks te begrijpen zijn. Iedere groep heeft zijn vakjargon, dat voor de lezer of de toehoorder als geheimtaal tot hem komt.

Op een Amsterdams congres zei de voorzitter van de Kamerfractie van D'66, de heer Hans van Mierlo, dat Kamerleden woorden en argumenten bezigen, die eenvoudig ongrijpbaar zijn. Die woorden maskeren bedoelingen, argumenten, de werkelijke redenen. ‘Je hoort niet wat je hoort en er staat niet wat er staat.’

Mr. H.J. Wijtema, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, burgemeester van Alkmaar, is van mening, dat een moeilijk vraagstuk in gemakkelijk begrijpbaar Nederlands om te zetten alleen is beschoren aan zeer knappe mensen. De Nederlanders zijn traag in het vinden van een goed Nederlands equivalent voor een vreemd woord en zo gaat men er toe over de vreemde woorden eenvoudig in te lassen. Nederland kent geen Nederlands woord voor computer, onze Zuidafrikaanse vrienden zeggen: ‘terugleuter’.

De Belgen zijn ons op het gebied van het zoeken naar een goed Nederlands woord vèr vooruit, vermoedelijk dank zij hun harde strijd voor hun taal.

Bij het taalonderricht in ons land sluiten wij ons meer en meer taalkundig hermetisch af.

Prof. dr. G. Stuiveling en dr. J. Veering van ‘Onze Taal’ onderschrijven het verweer tegen het abnormale onnederlands karakter van de taal die Nederlanders dagelijks in gesprek en geschrift gebruiken. Ook mr. H.E. Phaff, directeur van de Ver. van Ned. Gemeenten deelt de critiek van de heer Wansink. De heer Phaff geeft cursussen over ‘ambtelijke taal’ aan het Instituut voor Bestuurswetenschappen en weet dus waarover hij praat.

Het gevaar van de onbegrijpelijke taal in gemeentelijke stukken kan er toeleiden dat hele belangrijke besluiten worden genomen door een gemeenteraad, die de portee der voorstellen niet voor 100% heeft begrepen. Een riskante zaak! (Zie red. art. blz. 29/30).

Een post-doctorale internationale cursus over ‘De Europese integratie’ zal van 8 september 1970 tot 13 mei 1971 te Amsterdam worden gehouden, uitgaande van

[p. 51]

het Europa Instituut van de universiteit van Amsterdam, in samenwerking met de Stichting der Nederlandse universiteiten en Hogescholen voor Internationale Samenwerking (NUFFIC).

De cursus staat open voor afgestudeerden in de economie, rechten, politieke wetenschappen, en bij uitzondering, voor andere sociale wetenschappen.

Op het programma staan lezingen, studiegroepen, discussiebijeenkomsten, studiereizen en individueel onderzoek.

De voertaal is Engels. Cursusgeld f 1160. De inschrijvingsdatum sloot op 31 januari jl.

Adres: NUFFIC, Molenstraat 27, Den Haag.

Rotterdam, 1945-1970 wordt een grote manifestatie van mei tot en met september, waarover de gemeente Rotterdam in haar officieel tijdschrift ‘Rotterdam’ een uitvoerig overzicht heeft verstrekt, uiteraard opgeluisterd met vele sprekende foto's, die duidelijk aantonen wat er in die 25 jaren geworden is uit de in de as gelegde stad, die echter als een phoenix daaruit is herrezen.

Deze manifestatie, Communicatie '70, kortweg C '70 genoemd, kreeg de naam van ‘Feestelijke ontmoeting van mens en stad.’

Er komt o.a. in het hart van de stad een expositie over Rotterdam als industriestad, als stad van de sport en als uitgaansstad.

Deze interessante onderdelen van het zilveren feest van wereldhaven no. 1 worden een voor een besproken en toegelicht.

Objecten, zoals het dolfinarium, de havenmaquette en het klank- en lichtspel, zullen permanent in Rotterdam blijven.

Aan de revolutionaire uitbreiding van havenwerken, wegen en tunnels, bruggen en parkeerruimten, verkeersruiten enz. wordt ruime aandacht besteed in dit voorlichtingsblad. Ook en vooral aan de problemen van de jeugd (in 170 jaar nam de bevolking van Rotterdam toe van 50.000 tot 700.000 zielen) wordt met het project ‘Onderwijs en Sociaal milieu’ van J. Grandia, door Roterdam gedacht en wordt er ook het nodige gedaan om tot de vereiste resultaten te komen.

Een tentoonstelling van Nederlandse kunst van 1925-'50 is in het Dordrechts Museum te bezichtigen van 19 januari tot 28 april. In hetzelfde museum sloot op 8 februari de tentoonstelling ‘Iconen en Koptische kunst uit Recklinghausen.’

Een nieuwe actie voor het Fries in Friesland is ingezet door de Raad van de Friese Beweging die bij de rijksoverheid aandringt op:

een doelbewuste Friese taal-politiek en invoering van het Fries als basistaal op de kleuterscholen en in de lagere klassen van het basisonderwijs;

het verbreiden van het Fries als leervak; opleiding van bevoegde leraren voor dat onderwijs;

de uitgaven daarvoor dienen niet langer door de provincie Friesland en de Friese gemeenten te worden gedragen maar door het rijk;

een Fries radio- en T.V.-station wordt onontbeerlijk geacht;

de Friese taal moet verdere ingang vinden in het rechtsverkeer.

Er zou zo snel mogelijk een Friese schoolradio moeten komen voor de schooljeugd, aldus de Nederlandse correspondent van ‘De Standaard’ (Brussel).

De Albert van Dalsumprijs 1968-1969 hebben B. en W. van Amsterdam deze maal niet aan een acteur maar aan het in Den Haag gevestigde toneelgezelschap ‘Nieuwe Comedie’ toegekend op grond van haar doelbewuste streven de Nederlandse toneelliteratuur te bevorderen.

Het Rotterdams Philharmonisch Orkest zal van 2 april tot en met 2 mei zes en twintig concerten geven in de Verenigde Staten, grotendeels onder leiding van Jean Fournet. De pianist Daniël Wayenberg en de klarinettist George Pieterson zullen als solisten optreden tijdens deze tournee.

Zuid

Een aanslag op het autonoom beleid op cultureel gebied is einde vorig jaar voorbereid door enkele vooraanstaanden uit de artistieke wereld, op initiatief van Maurice Huisman, directeur van de Brusselse Muntschouwburg en Marnix Gijsen, die een manifest hebben opgesteld, waarin de politiek van splitsing zeer critisch wordt benaderd; bedoeld wordt o.a. de splitsing in departementen van Nationale Opvoeding (Nederlands- en Franstalig).

Bepleit wordt een comitee van Beraad, waarin politici en vertegenwoordigers van culturele en wetenschappelijke kringen zouden zetelen en zouden uitmaken welke instellingen niet mogen worden gesplitst. Dit manifest werd verzonden aan een 25-tal vooraanstaanden uit de geesteswereld. Een dier door hen benaderden heeft het volgende antwoord gegeven:

[p. 52]

Het is tijd dat, aan de vooravond van de geboorte van Europa, de kunstenaars en de mensen van de wetenschap waarop u een beroep doet, er zich bewust van worden dat het universalisme dat wij allen willen bevorderen, slechts mogelijk is wanneer elk volk in de gelegenheid gesteld wordt zichzelf te zijn.

Dat het principe van culturele autonomie problemen stelt voor tal van nationale organisaties is zeker. De honderdjarige misgroei in de centralisatie is daar de oorzaak van. De twee volksgemeenschappen in België willen echter de weg op van de Cultuurautonomie. Er zullen nog vele achterhoede gevechten plaatsgrijpen zoals de uwe, maar de richting is duidelijk: België en de burgers die het bewonen, zullen slechts tot hun volie ontplooiing komen wanneer zij, in eigen taal gevormd, in hun eigen verbanden met elkaar zullen kunnen communiceren. Wanneer vooral in de organismen met een cultuuropdracht een decentralisatie of een splitsing zal worden doorgevoerd, zal het zeer snel blijken hoe efficiënt hun werking wordt, ook in samenwerking met de organismen van het andere landsgedeelte. Zo zal ook hun universaliteit sneller bevorderd worden en de communicatie met de rest van de wereld intenser volgen.

Vlaanderen noch Wallonië willen van een voorbijgestreefd nationaal gecentraliceerd bureaukratisch medium weten. Het is een beperkt kader van bepaalde topmensen die, vrezend in hun attributies te moeten kiezen, en dank zij de specifieke ‘Brusselse’ machtssfeer, een laatste strijd inzetten om hun invloed op het ganse land uit te spreiden, tegen de volkswil in; ik betreur dat daarbij zich ook enkele hoge persoonlijkheden geschaard hebben, ontegensprekelijk dragers en scheppers van cultuur, die blijkbaar hun oorsprong vergeten. Maar zijn ook zij niet mede tot de ‘centrale’ en ‘nationale’ establishment uitgegroeid?

‘De Standaard’ (4 februari 70) onderschrijft deze critiek tenvolle.

Huisman c.s. hebben zich kennelijk vergaloppeerd. Splitsing behoeft niet per se achteruitgang te betekenen. Hoe meer de Nederlands- en Franstaligen over eigen instellingen beschikken, hoe beter de samenwerking tussen de twee taalgroepen zal gaan verlopen.

Bepaalde instellingen in België zullen uiteraard nationaal beheerd moeten blijven. Daarover is iedereen het eens.

Over de Jonge Stichting dr. Gerard De Paep, ontvingen wij de nota van de 17e januari jl. gehouden persconferentie.

Daaruit blijkt, dat deze Stichting tot doel heeft: steun te verlenen aan de geschiedschrijving over de Vlaams-nationale strijd in de twintigste eeuw alsook de publikatie van dergelijke historische studies.

Een symbolische ereprijs werd toegekend aan het werk van dr. H.J. Elias voor zijn vierdelige studie over ‘Vijf en twintig jaar Vlaamse Beweging, 1914-1939.’

Een oorkonde terzake zou hem eerstdaags worden overhandigd.

De prijs-1970, ten bedrage van 10.000 F, kan toegekend worden aan een onuitgegeven korte en vulgarizerende studie over ‘Brussel en de Vlamingen’. Minimum 25 en maximum 40 getypte bladzijden, eventueel aangevuld met statistieken, grafische voorstellingen en dergelijke.

Uiterlijk op 1 juni 1970 moet het handschrift aangetekend worden aangeboden aan de secretaris van de Stichting, per adres de heer M. Coppieters, Meesterstraat 161, 2270 te Nieuwkerken-Maas. Voorzitter van de Stichting is Arthur de Bruyne uit Mortsel.

Cursussen voor verantwoordelijken in vormingswerk met jongeren en volwassenen organiseert het Kadercentrum voor Cultureel Werk onder auspiciën van de Stichting Lodewijk de Raet in de paasweken (11-30 april):

-	Discussies leiden in kleine en grote groepen;
-	De derde-wereld en onze verantwoordelijkheid;
-	De actie voor democratisering en de methodiek van de politieke vorming;
-	Toekomstperspectief en mentaliteitsverandering;
-	Toneel en toneelgesprek.

De cursussen lopen over een week en gaan door in internaatsverband. Nadere inlichtingen over deze cursussen worden graag verstrekt.

Schrijf of telefoneer daarvoor naar: Kadercentrum voor Cultureel Werk. v.z.w. onder auspiciën van de Stichting-Lodewijk de Raet, Maria Theresiastraat 55, 1040 Brussel - tel.: [phone].

Aan de Internationale Boekenbeurs in maart te Brussel te houden, waaraan ongeveer duizend uitgevers uit een dertigtal landen zullen deelnemen, onder het slogan ‘Lezen om te slagen’, zullen de Vlaamse uitgevers met een gezamenlijke stand meedoen, waarnaast enkele aparte stands. Alle boeken worden te koop gesteld. Op deze Boekenbeurs, ingericht

[p. 53]

door het Syndikaat der Belgische Uitgevers, zal een computer aan de ingang worden opgesteld om gratis inlichtingen te verstrekken aan elke bezoeker, die wenst te weten waar een bepaalde categorie van boeken wordt geëxposeerd.

De Boekenbeurs wordt gehouden van 14 tot 22 maart in het Rogiercentrum en is geopend van 12 tot 19 uur, zaterdagen en zondagen van 10 tot 19 uur.

De Prijs van de TV-critiek-1969 is toegekend aan de heer Walter Geerts, als waardering voor zijn in het kader van de B.R.T.-informatie opvallend objectieve en journalistiek hoogstaande reportages en enquêtes, meer in het bijzonder voor zijn bijdrage over ‘Drugs’, dat op 25 november II. werd uitgezonden.

Eervolle vermeldingen ontvingen de heren Jerome Verhaeghe en Rik Onkelinx.

De prijzen werden toegekend door de Vereniging van de Vlaamse Pers, voorzitter de heer J. Anthierens.

Voor oprichting van een Nationaal Jeugdtoneel heeft de minister van Nederlandse Cultuur een opdracht verleend aan de heer Jaak Vermeulen, die o.a. zal onderzoeken in hoeverre een Nationaal Jeugdtoneel artistiek, sociologisch en financieel verantwoord is. Ook zal worden nagegaan of de vroegere acteurs van de Beursschouwburg in het nieuwe gezelschap kunnen worden geïnterneerd.

In de Belgisch-Franse grensstreek zijn nieuwe culturele mogelijkheden geopend door het cultureel akkoord gesloten tussen België en Frankrijk tijdens het bezoek van de Franse minister van buitenlandse zaken Schumann aan zijn Belgische collega Harmel.

Dit akkoord geldt voor de duur van vijf jaar en zegt in artikel 14, dat de twee landen ‘de culturele betrekkingen tussen hun grensgebieden zullen bevorderen’.

Van Franse zijde kan dit betekenen: mèèr activiteiten van Franse verenigingen als de ‘Amitiés Françaises’ en van Belgische zijde kan thans hulp worden geboden aan het privé-initiatief voor betere culturele contacten aan de overzijde van de zuidgrens.

Er zouden inmiddels Belgisch-Nederlandse démarches zijn ondernomen voor erkenning van de Nederlandse taal als derde keuzetaal aan de Franse universiteiten. Hierop zou gunstig zijn gereageerd.

Tenslotte zouden België en Nederland de Franse steun hebben verzocht voor de erkenning van het Nederlands als een ‘gelijkwaardige taal’ in het Europees parlement en andere Europese instellingen. Tijdens een gesprek van minister Luns met zijn Franse ambtgenoot Schumann zou ook dit verzoek als rechtvaardig zijn aangemerkt.

Het 33ste Vlaams Nationaal Zangfeest zal, zoals wij reeds hebben gemeld, op zondag 31 mei in het Sportpaleis te Antwerpen plaats vinden, onder het motto ‘Vlaanderen, land zonder grenzen.’

De kaartenverkoop wordt van 1 maart af opengesteld op het Nationaal ANZ-secretariaat, Oudaan 22-24, 2000 Antwerpen. Leden van het Zangverbond hebben van 16 februari tot ulterlijk 1 maart voorrang bij de kaartenverkoop. Stortingen per giro 963.36 van ANZ-Antwerpen zijn ook mogelijk.

Op het formulier vermelden: naam, adres, soort en aantal der gewenste kaarten.

Prijzen der plaatsen:

gereserveerde zitplaatsen:	125 of 75 fr.
niet gereserveerde zitplaatsen:	50 fr.
volksplaatsen:	25 fr.

Porti voor toezending insluiten ad. 5 fr.

Het secretariaat is open alle werkdagen van 9 tot 12 en van 14 tot 18 uur (op zaterdag tot 17 uur) van 16 februari tot en met 30 mei.

Luxe-program te verkrijgen tegen 20 fr. (tekst en melodie der liederen).

De grootste uitleenbibliotheek van Wallonië (Bergen) begint met een Nederlandse afdeling.

Na een oproep van de bibliothecaris, de heer Gilliard, kwamen van alle kanten de Nederlandstalige boeken los.

Gegadigden voor deze boeken zijn de Vlaamse studenten, die intern zijn, studenten uit Vlaamse families, die in Bergen zijn gevestigd en vervolgens de Waalse studenten, die als tweede taal het Nederlands nemen.

De bibliothecaris, die tevergeefs om steun heeft gevraagd aan de minister van Nederlandse Kunst (er was geen post op de begroting waaruit kon worden geput) is wel blij met de toezendingen der boeken, maar hij kan toch niet zeggen dat hij veel representatief werk kreeg en dat zal toch moeten.

Adres: Bibliothèque Reine Astrid, 29 Rue Fariaux, Mons. België.

Het besluit tot het instellen van een werkgroep ter voorbereiding van een federatie van Nederlandstalige cultuur-centra is genomen op een bijeenkomst van een

[p. 54]

30-tal vertegenwoordigers van gemeenten, waar een cultureel centrum is; zij werden ontvangen door minister Van Mechelen.

De rol van de federatie zal bestaan in de coördinatie van activiteiten der cultuurcentra. De werkgroep staat onder voorzitterschap van de heer Paul Rock. Minister Van Mechelen zegde een toelage toe van 50 t.h. van de werkingskosten van de federatie.

Met de opening van de nieuwe rijksschool voor beeldende kunsten te Etterbeek is de vijfde school van dien aard werkelijkheid geworden.

Niet minder dan drie ministers, Van Elslande, De Saeger en Van Mechelen hebben zich moeten inspannen om, tegen de Brusselse weerstand in, deze jongste instelling mogelijk te maken.

Minister Van Mechelen, die de nieuwe school opende, bracht voor Etterbeek ook een primeur: een geprefabriceerd huis dat zal worden opgericht in de ruime hof van de school, en toegang zal verlenen aan alle Vlaamse culturele verenigingen, zoals jeugdateliers werken in Bosvoorde en Sint Pieters-Woluwe.

Met het organiseren van een tentoonstelling van Vlaamse kunst van Ensor tot Permeke, die op 20 februari geopend werd in Parijs, was een kamerlid van de P.V.V. het niet eens. Hij interpelleerde minister Van Mechelen daarover en merkte daarbij op, dat z.i. een louter Vlaamse tentoonstelling neerkwam op ‘het ondergraven van onze nationale uitstraling naar buiten.’

Minister Van Mechelen wees er op, dat de Vlaamse kunst een peiler is in de universele cultuurgeschiedenis en beslist niet een regionalistisch ‘van allerlei’, en dat de Belgische staat aan de Vlaamse kunst een groot deel van zijn artistiek en intellectueel prestige te danken heeft. Is het dan te veel gevraagd, dat de Vlaamse gemeenschap nu onder eigen vlag haar artistieke lading buiten de grenzen tentoonstelt!

De tentoonstelling in Parijs, die de minister een van de belangrijkste Belgische evenementen noemde, die België in 1970 in het buitenland zal organiseren, druist overigens in geen enkel opzicht in tegen de letter of de geest van het Frans-Belgisch akkoord.

In het verleden, zo vervolgde minister Van Mechelen zijn verweer, werden de Belgische kunsttentoonstellingen in het buitenland al te zeer opgezet als ‘Staatkundige public relations’, die de ware culturele identiteit van de gemeenschappen verdoezelde en er geen rekening mee hield, dat die culturele verscheidenheid een sieraad uitmaakte van de nationale Belgische gemeenschap en er de eigenheid van bepaalde.

Met voldoening kon minister Van Mechelen aan het eind van zijn betoog vaststellen, dat zijn Franstalige collega, minister Parisis, geheel akkoord ging met de organisatie van de Parijse tentoonstelling.

Suriname en de Nederlandse Antillen

Tot gevolmachtigd minister van Suriname is aangewezen dr. J.D.V. Polanen, laatstelijk tandarts in Paramaribo (aan de universiteit van Humburg cum laude gepromoveerd op een proefschrift over kaakchirurgie).

De nieuwe gevolmachtigd minister zal er naar streven dat ‘het kabinet’ meer de plaats wordt waar àlle Surinamers met hun problemen kunnen komen, om samen te zoeken naar wegen en middelen voor de oplossing ervan.

In het bijzonder zullen de studenten zijn aandacht hebben. Hij denkt aan een overkoepelende organisatie, een soort studentenraad, waarin alle Surinaamse studerenden vertegenwoordigd zijn.

Hij zal echter zich ook bijzonder inspannen om hen, die in de gelegenheid werden gesteld hier te studeren, te bewegen terug te keren naar Suriname om daar het land te dienen.

Surinaamse studenten kunnen bij de afd. Onderwijs van het Kabinet van de Gevolmachtigd Minister van Suriname te 's-Gravenhage nadere inlichtingen inwinnen over de mogelijkheden om in aanmerking te worden gebracht voor door de Belgische regering beschikbaar gestelde studiebeurzen van algemene aard. Deze beurzen zijn bestemd voor studenten of pas afgestudeerden. In elk geval moet het candidaatsexamen zijn afgelegd. De duur van de beurs is één tot ten hoogste acht maanden en het bedrag dat de bursaal ontvangt is 6.000 BF per maand. Verplicht collegeld wordt ook door de Belgische regering voor haar rekening genomen.

Aanvragen uiterlijk tot 31 maart bij het Ned. Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, afd. Internationale Betrekkingen, Nieuwe Uitleg 1, Den Haag, tel. [phone], toestel 472.

[p. 55]

Een pas opgericht Instituut voor sociale wetenschappen op Curaçao is voornemens in de maanden juni, juli en augustus cursussen te organiseren.

Door de overheid is steun toegezegd. De financiering zal geschieden door bijdragen van het bedrijfsleven.

Verwacht wordt dat deze cursussen 100 tot 300 belangstellenden zullen trekken, voortkomende uit kringen van afgestudeerden aan universiteiten, onderwijzers, jeugdleiders, ambtenaren, zakenlieden enz.. Onderwerpen voor die cursussen zijn o.a.: journalistiek, vergelijkende studies inzake het bestuur in het Caribisch gebied, researchmethoden, enz.. Speciale cursussen zullen zich bezighouden met o.a.: Afrikaanse culturen, de geschiedenis van de negerbevolking op Curaçao, onderwijsmethoden, enz.. Het project zal naar schatting $60.000 vergen.

Andere landen

Met Indonesië heeft de ratificatie van het cultureel akkoord met Nederland plaats gevonden. De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, mr. J. Luns, en de Indonesische ambassadeur in Nederland, generaal-majoor Taswin A. Natadiningrat hebben de ratificatieoorkonden uitgewisseld.

In juni 1968 was de culturele overeenkomst gesloten.

De ambassadeur zei te hopen, dat de overeenkomst een aansporing zal zijn tot grotere activiteit in de bedoelde samenwerking, niet alleen van officiële zijde, of semi-officiële instanties, maar ook van particuliere zijde.

Extract uit het jaaroverzicht 1969 van onze correspondent in Argentinië. ‘Wij verloren helaas 2 leden. A. van Assenderp / Uruguai. Zijn weduwe wil geen lid blijven, sedert het overlijden van Mateo werd de laatste band met Nederland verbroken. De beide zoons werden door Zuid-Amerika opgeslorpt. Spijtig!

Lode Rijdams / Martinez. Deze 75-jarige Antwerpenaar, een mijner trouwste leden, stierf op 28 november en de evangelische afscheidsliturgie had plaats op 1 december in de kapel van het Duitse kerkhof te Chacarita.

Hij was geen politieker, doodgewoon soldaat 1914/'18 aan de IJzer, doch diep doordrongen van de toen afgelegde koninklijke belofte van Nederlandse taal en rechtsherstel. Hij heeft meer dan een halve eeuw vergeefs op de vervulling van deze koninklijke belofte gewacht! In dit verband is de laatste wilsuiting van L. Rijdams wel erg ontroerend: hij eist dat zijn asse in de crypte van de IJzertoren worde bijgezet! Meer details in de Argentijnse Schakel no. 168, bladzijde 25, wat u zelf zult lezen. De Schakel ging daar m.i. nogal los overheen. Ik zelf, die Lode heel goed gekend heb (hij was direkteur van een grote katoenfirma, met Nederlands kapitaal) kreeg er toch even een rilling van!

Dit is een klein bericht met grote strekking en een blad als ‘De Standaard’ zou er een koplijn aan kunnen geven, als ze het wisten! In het Noorden zal men er geen gevoel voor hebben, ofschoon de landgenoten beneden de staatsgrens toch eigenlijk ook Nederlanders zijn ondanks hun Belgisch paspoort.