het Algemeen Nederlands Verbond, waarvan ons een afschrift werd toegezonden. Men heeft een willekeurige greep gedaan uit een aantal memories van toelichting en komt tot de conclusie - waarmede ik het volkomen eens ben - dat veel vreemde woorden heel gemakkelijk door gewoon Nederlands zouden kunnen worden vervangen. Wij beogen steeds meer inspraak te geven, maar dan moet de gewone burger de stukken wel kunnen lezen en in dit verband haal ik de volgende zinsnede uit de brief aan: ‘het gaat hier om een eis van welbegrepen democratie aangezien het bedoelde misbruik (vreemde taalgebruik) in het bijzonder tekort doet aan die landgenoten wier vreemde woordenschat beperkt is; hun belangstelling voor vele zaken wordt aldus ondergraven, terwijl zij juist moet worden bevorderd. Een zekere vervreemding treedt op.’
De heer Krosse voegde daaraan toe dat hij gaarne van zijn kant de nadruk wilde leggen op het handhaven van de zuiverheid van de taal als een belangrijk cultuurgoed. En hij verzocht de minister-president of hij bereid was daarvoor instructies te geven. In zijn antwoord zeide premier De Jong dat er reeds op dit stuk van zaken het een en ander wordt gedaan, maar dat de brief van de voorzitter van het A.N.V. aanleiding is er weer eens de aandacht op te vestigen. ‘Ik heb Binnenlandse Zaken gevraagd dit punt nader te bezien en het gehele onderwerp in de raad voor de Rijksdienst nogmaals aan de orde te stellen. Als zou blijken, dat dit een oplossing is die niet bevredigend is, blijven wij op deze weg voortgaan.’ Aldus de minister-president.
‘Voor, maar toch ook weer een beetje tegen’ (de brief) luidt de reactie van ‘Contact’, het personeelsorgaan van het departement van Economische Zaken. Het streven van het A.N.V. wordt geprezen en men heeft in eigen gelederen reeds geruime tijd geleden de strijd tegen het gebruik van vreemde woorden aangeboden. ‘De deur die het Verbond tracht te openen, staat bij ons allang op een kiertje’. Maar men heeft wel bezwaren tegen de keuze van de bronnen (memories van toelichting e.a.) en de eenzijdigheid (overheid) van de aanval. Men kan niet altijd vreemde woorden vermijden in b.v. een memorie van antwoord, waarin een specialistisch onderwerp aan de orde is. En voor de rest, aldus de redactie van ‘Contact’ is het weer ‘de ambtenaar die het heeft gedaan’. Waarom is een dergelijke brief ook niet gericht tot de Pers?
Het laatste lijkt ons een tikkeltje overdreven. Bij het overleg vooraf is er nimmer in de kringen van het A.N.V. gedacht speciaal de overheid en de ambtenaren te treffen. Het is eenvoudig een kwestie dat Aken en Keulen niet op één dag zijn gebouwd. Men behoeft zich geenszins te verbazen wanneer de pers, de radio, de televisie, het bedrijfsleven, de vakbeweging, de sportorganisaties e.a. op het euvel van het gebruik van vreemde woorden worden gewezen. Niettemin zijn wij ‘Contact’ erkentelijk voor de bijval.
Het secretariaat van de Voedingsraad zond ons een lijst met vreemde woorden, waarvoor een commissie Nederlandse benamingen had aangegeven. Een bewijs dat men reeds aan de wens van het A.N.V. gevolg had gegeven.
Nog steeds komen brieven binnen van personen en instellingen die instemming met de actie betuigen. Iemand maakte een bedrag over met het verzoek daarmee b.v. een cursus te organiseren.
Inderdaad, de stroom houdt nog steeds aan.
G.G.