| |
| |
| |
Publikaties
Boeken
Wij ontvingen:
van de Uitgeverij De Sikkel N.V. Lamorinièrestraat 116, Antwerpen
Bruylant - Desager: Taalzorg, gids voor een bestendige A.B.N.-actie op school, ingen. 32 Bfr..
van de N.V. Wereld-Bibliotheek, Adm. de Ruyterweg 545, Amsterdam
Cursief, kleine schetsen van veertien bekende Vlaamse en Nederlandse schrijvers. Een bloemlezing van de cursiefjes, die dagelijks in de dagbladen verschijnen.
Desiderius Erasmus: Oorlog, met een inleiding van Nico van Suchtelen. Dit boekje werd uitgegeven ter herdenking van Erasmus' vijfhonderdste geboortedag voor leden van de WB, gedrukt als najaarspremie 1969.
Edel Lachbare Heer - een onlangs verschenen bloemlezing van penne-slippertjes in brieven en rapporten, die op diverse kantoren van onze rijksgebouwen zijn ontvangen, bijeengebracht door Aad van der Toorn. Deze zeer humoristische verzameling pennekluchten is zeer onderhoudend en zal vele lezers menig uurtje van verstrooiing geven.
| |
Tijdschriften
Ons Erfdeel, 13e jaargang, nr. 2, december 1969.
Een bijna tweehonderd bladzijden tellend kwartaalblad met een baaierd van bijdragen, die bijna verwarrend gaat werken of beter de vraag oproept: waar zal ik beginnen en waar eindigen met een bespreking!
Wij moeten ons zeer beperken en bepalen tot enkele artikelen, die naar wij verwachten mogen, bijzondere belangstelling zullen hebben bij de lezers van ‘Neerlandia’.
Al dadelijk de eerste bijdrage van de hand van dr. H. Riemens over ‘de toekomstmogelijkheden voor de Benelux’ komt daarvoor in aanmerking.
Dr. Riemens houdt zich vooral bezig met de mogelijkheden en noodzakelijkheden van een politieke unie, die één buitenlandse politiek voert. De stem van de drie Beneluxlanden gezamenlijk zal immers luider klinken dan die van een der drie staten afzonderlijk. Elk land blijft intact. Een topfunctionaris, zoiets als een raadpensionaris, voor vijf jaar benoemd, de ene maal een Belg en de volgende periode een Nederlander, eventueel ook een bekwaam Luxemburger, zal als taak krijgen de coördinatie van het buitenlands beleid der drie landen. Door zijn tussen- | |
| |
komst krijgen de ambassadeurs der Beneluxlanden hun instrukties. Het regeringsapparaat zal in een nieuwe vestiging in de buurt van de Nederlands-Belgische grens worden ondergebracht.
Vestiging van gezamenlijke Benelux-diplomatieke posten in het buitenland wordt alsdan mogelijk.
De raadpensionaris wordt benoemd door de drie kabinetten, en bekrachtigd door het Benelux-parlement. Aftreden van een regering heeft op de positie van de raadpensionaris geen invloed.
Een politieke unie zal een veel betere handhaving van de Benelux in de E.E.G. bevorderen, ook zal er grotere invloed kunnen worden verkregen in de N.A.V.O., in de Oost-West-verhoudingen, binnen de organisaties der Verenigde Naties, enz..
Maar boven alles dient de Beneluxgeest, waaraan nog alles ontbreekt, te worden gevormd, te beginnen bij het onderwijs, dat op de Benelux moet zijn ingesteld, met algemene uitwisselingen van leerlingen over en weer, met onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis op zódanig peil, dat de jeugd vertrouwd geraakt met het historisch verloop in alle Beneluxgewesten.
Dat onderwijs moet worden gesteund door uitstekende school- en atlaskaarten.
Grenzen moeten vervagen of worden uitgewist. Gestreefd dient te worden naar fusies of coördinaties van in de drie landen gelijkgerichte verenigingen en organisaties.
Daarbij denkt dr. Riemens ook aan een Nederlands regionalisme en wel een verdeling van Nederland in vier regio, West: Randstad en Zeeland, Noord: Groningen, Friesland en Drente met hoofdstad Groningen, Oost: Gelderland en Overijsel (Utrecht) met Arnhem als hoofdstad, Zuid: Noord-Brabant en Limburg met Eindhoven als hoofdstad.
Een dergelijke indeling acht dr. Riemens van groot belang voor de ontwikkeling van zijn project en voor een zelfstandige ontplooiing der buitenprovincies.
Een andere bijdrage, die ons trof, is van de hand van prof. dr. M. Curtis Fort over ‘Het Nederlands in de U.S.A.’.
Prof. Curtis heeft een vragenlijst gezonden aan hoogleraren en docenten aan Calvin College (Michigan), City University New York, Corneil University (New York), Indiana University (Bloomington) University of Massachusetts, University of New Hampshire, University of North Carolina, University of Pennsylvania, University of Texas en Yale University (New Haven-Connecticut), waar Nederlands wordt onderwezen.
Uit de antwoorden op die vragenlijsten kan niet worden opgemaakt of naast de studenten van Nederlandse afkomst ook een zeker contingent Amerikanen de colleges volgen.
Belangstelling voor de moedertaal, de kunst van Vlaanderen en Nederland, de voorbereiding van een proefschrift over Nederlandse kunst zijn wel de belangrijkste redenen voor het volgen van de Nederlandse colleges.
Men verwondert zich wel - aldus prof. Curtis - dat de Nederlandse immigranten niet de minste moeite doen om hun taal en cultuur te propageren.
Doordat velen het Engels redelijk beheersen worden de Nederlanders vrij snel en totaal opgenomen in de Amerikaanse gemeenschap. De Nederlander behoort tot de oudste der kolonisatoren, wat voldoende blijkt uit de persoons- en plaatsnamen.
Dat is ook de reden, dat Nederlanders weinig behoefte hebben aan eigen verenigingen, zoals de andere nationaliteiten. Maar van die verenigingen gaat juist de uitstraling uit en door die verenigingen wordt het behoud en de verspreiding van de vaderlandse taal en cultuur gediend. Behalve een kleine nederzetting van Vlamingen in Detroit treft men nauwelijks Vlamingen in de U.S.A. aan.
Er zouden meer studiebeurzen moeten worden ingesteld, meer Nederlandse films en geluidsbanden voor de Amerikaanse Neerlandici, meer steun voor Amerikaanse universiteitsbibliotheken en veel meer uitwisseling van professoren en studenten. Zonder meer inspanning van Nederlandse zijde zullen alle inspanningen aan de Amerikaanse universiteiten weinig resultaat opleveren.
Over Nederlands in Indonesië schrijft Jan Deloof n.a.v. In het Nederlandse weekblad ‘Accent’ verschenen reisindrukken van de Nederlandse journalist en dichter Max Nord, die enkele maanden in Indonesië verbleef.
Het Nederlands wordt weer populair, de cursussen Nederlands schieten als paddestoelen uit de grond.
Er zijn drie Nederlandse leeszalen in Djakarta, Bandoeng en Djokjakarta. De bibliotheek in Djakarta trekt per dag zeker 60 bezoekers, er zijn romans, technische werken, kinderboeken, dag-, week- en maandbladen. Aanvullingen zijn onderweg.
| |
| |
De Nederlandse Neerlandicus, dr. J.W. de Vries is sedert 1969 verbonden aan de Universiteit Indonesia en zal de verschillende cursussen Nederlands over de gehele archipel gaan coördineren en organiseren. Hij stelt ook een nieuw leerboek Nederlands samen voor het onderwijs op de scholen.
Wij signaleren dan nog een bijdrage over Vakantiecursussen Nederlands voor Walen, van Erik Vandewalle, Vakantiecursussen voor Nederlandse leraren in België en Belgische leraren in Nederland, door F. Moerkerke en een verslag over de 19e Conferentie der Nederlandse Letteren, door dr. A.W. Willemsen (in het oktobernummer van ‘Neerlandia’ schreef dr. W. eveneens over die Conferentie).
d.K.A.
| |
Film, december 1969, nr. 100.
Dit honderdste nummer van ‘FILM’ besluit een periode van tien jaar, ook dus van tien jaargangen.
Zoals wij al eerder in onze beoordelingen over voorafgaande nummers hebben opgemerkt wordt dit tijdschrift door onbezoldigde maar zeer enthousiaste deskundige medewerkers in leven gehouden op een wijze, die er zijn mag.
Het honderdste nummer, waarop we t.z.t. terugkomen, wordt natuurlijk een speciaal nummer. Moge het de lezers aansporen nieuwe lezers aan te brengen.
Adres: redactie Bosuil 5 te Deurne (2100).
| |
Nederlands Cultureel Contact (N.C. Contact), dec. 1969.
Chris Verheugd beveelt dringend aan het in het leven roepen van een commissiecultuurpolitiek en het houden van een congres over cultuurpolitiek, waaraan nog alles schort in deze landen.
Een verslag over een op 28 oktober jl. gehouden uitzending van de V.A.R.A.-televisie: een discussie rondom het cultuurbeleid is, na de inleiding van de heer Verheugd, in extenso overgenomen.
Minister Klompé zorgde aan het eind van dit gesprek voor een eigen inbreng.
Het decembernummer van N.C. Contact meldt ook het instellen door N.C.C. van een Commissie Creativiteitscentra en gaat uitvoerig in op de noodzaak daartoe.
Voorts troffen wij in dit nummer aan een verslag over een culturele tentoonstelling in Hendrik Ido Ambacht gehouden van 7 tot 11 oktober jl., die het karakter droeg van een voorlichtingsweek, met de bedoeling de bevolking rondom Rotterdam te confronteren met de verschillende facetten van het welzijnsbeleid. De belangstelling van de kant van het publiek was groter dan verwacht werd.
Een verslag over de Landdag Culturele Raad van Drente en van de tweede Duits-Nederlandse Conferentie gehouden te Remscheid besluiten dit nummer.
| |
Informatieblad voor het onderwijs, nr. 24, 1969.
Uitgave van Philips Nederland n.v. Eindhoven met het doel allen, die bij het onderwijs zijn betrokken, op de hoogte te houden van hetgeen Philips met betrekking tot het onderwijs onderneemt.
Op blz. 6 wordt aandacht gevraagd voor Groepsstudie als methode (Samen studeren in ‘LEER IN’).
Het betreft hier de meer en meer in het nieuws komende ‘éducation permanente’ van hen, die in het arbeidsproces zijn opgenomen en in het bijzonder door de grote ondernemingen in de gelegenheid worden gesteld ‘bij’ te blijven en zich verder te ontwikkelen.
Philips is daartoe begonnen te experimenteren met de methode ‘leer-in’. De leerlingen studeren in groepjes, ieder onder eigen verantwoordelijkheid, maar elkander steunend en controlerend.
De leider van dit experiment, drs. H. Raaijmakers, zet in elk van de vier hoeken in het leslokaal vijf of zes leerlingen. Elk van de groepjes heeft een TV-scherm tot zijn beschikking. Voor een blok van twee lesuren maakt drs. Raaijmakers drie maal tien minuten televisieles klaar. De overige 70 minuten, ook weer verdeeld in drieën, worden dan besteed voor de verwerking binnen de groepen van wat ze in tien minuten hebben te horen en te zien gekregen.
Over de talencursus van Philips zegt dit nummer ook een en ander bij een Philipstoestel (hoofdtelefoon) ad f 399, terwijl de cursussen f 196, - per deel kosten.
De resultaten zouden zeer goed zijn. Er zijn zes complete cursussen: Russisch, Italiaans, Spaans, Engels, Frans en Duits. Het systeem is gebaseerd op zelfstudie. Tenslotte nog een interessante bijdrage over de eerste docent audio-visuele hulpmiddelen, de heer J. Haanstra in Hengelo, die les geeft over: film, dia, strip, de bandrecorder, het talenpracticum, de overheadprojector en de schooltelevisie, de
| |
| |
techniek als sleutel tot de didactiek en een afsluiting met bespreking van de door de cursisten zelf gemaakte audio-visuele lessen.
| |
Het Ingenieursblad, Orgaan van de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging, halfmaandelijks blad, jg. 38, nr. 23, dec. 1969.
Gaarne vestigen wij de aandacht op dit periodiek, dat ons werd toegezonden, omdat het gewijd is aan de republiek Zuid-Afrika.
De heer V.F.C. Dreyer, wnd. hoofd van het Vaktaalbureau van de Zuidafrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns te Pretoria opent dit nummer met een bijdrage over ‘Die Afrikaanse vakterminologie’.
De republiek van Zuid-Afrika, waar in 1926 het Afrikaans als ambtelijke taal in de plaats van het Nederlands werd erkend, moest als agrarisch land, dat met een sprong in de eeuw van vooruitstormende wetenschap en techniek terecht kwam en vrijwel geheel op de Engelse vakterminologie was aangewezen, zich enorm inspannen om daarvoor Afrikaanse equivalenten te vinden. De moeilijkheden daarbij ondervonden waren legio, vooral omdat in het begin talrijke instanties hun zegje meenden te mogen hebben. Het ingestelde vaktaalbureau streeft ernaar voor een begrip ook een term te vinden, waarbij o.a. gebruik gemaakt wordt van Engelse, Nederlandse en Duitse woordenboeken en waarbij ook uit het Afrikaans wordt geput.
Over de ‘Invoering van het metriek stelsel in de Republiek van Zuid-Afrika’ schrijft ir. W. Verhaert.
Deze invoering heeft ook al een lange geschiedenis en ontmoet bepaalde bezwaren, o.a. bij de huisvrouw.
Geleidelijk aan schakelt men over voor: basismaterialen in 1971, spoorwegen en post (1970), bouw- en constructienijverheid (1973), wegconstructie (1972), textielnijverheid (1972), verkeers- en wegtekens (1974, april), zodat tegen 1975 Zuid-Afrika volledig metriek zal zijn.
Raadgevend ingenieur P. de Vocht vraagt aandacht voor stedebouw en ruimtelijke ordening, waarbij het woningvraagstuk der Bantoes, die na de tweede wereldoorlog met duizenden naar de steden trokken en er de bekende krottensteden bouwden, niet het minst gemakkelijke bleek te zijn. Dat ook een artikel zou worden gewijd aan de irrigatieplannen in Zuid-Afrika en de daarvoor noodzakelijke bouw van enorme stuwdammen en andere werken was bijna vanzelfsprekend.
Een artikel over ‘Beton in beeld’ met zeer fraaie foto's vormt een prachtige afsluiting van dit zeer lezenswaardige nummer van ‘Het Ingenieursblad’.
| |
La Nouvelle Flandre, driemaandelijks tijdschrift van de Section Fédéraliste des Pays Bas Francais. Jg. 1, nr. 1.
In het mei-nummer van ‘Neerlandia’ werd op blz. 153 een mededeling opgenomen over het Frans-Vlaamse periodiek ‘Notre Flandre’ dat nl. vervangen was door ‘La Nouvelle Flandre’. De zending van ‘Notre Flandre’, zo luidde dat bericht, kon als afgedaan worden beschouwd en de tijd was gekomen om het te vervangen door een politiek tijdschrift.
In een voorwoord ‘Priorité à l'autonomie régionale’ wordt doel en streven uitvoerig uiteengezet. Met één woord gezegd: bevrijding uit de koloniale banden, die het Parijse centralisme heeft geschapen, en dus: regionale autonomie. De slotzin van het voorwoord luidt dan ook: ‘Het féderalisme schijnt de enige aanvaardbare oplossing voor de vraagstukken, waarmede ‘Les Pays Bas Francais’ werden en worden geconfronteerd.
De heer J. Klaas, een bekende naam - ook voor ons - geeft een uitvoerig verslag over de ‘Conférence des mouvements régionalistes, fédéralistes et nationalitaires’ waar gelijkgerichte organisaties van ver en nabij elkander vonden.
Andere artikelen houden zich bezig met de Parijse Pers, o.a. Le Nord, France-Soir, Le Monde, Les Echos, tegen de inhoud waarvan op zeer positieve wijze wordt stelling genomen, gevolgd door een bijdrage over de universiteit van Lille (Rijsel) door Eric Sanders.
Deze bijdrage zal in volgende nummers ook vervolgd worden.
In de woelige meimaand, verleden jaar, hebben de studenten van Rijsel hun kalmte bewaard om serieuze voorstellen uit te werken ter voorbereiding van autonomie, die echter nog verre van verwezenlijkt is. Integendeel, Parijs decreteert en voteert.
De laatste drie bladzijden zijn ingeruimd voor ‘Zuid Vlaams Heem’.
In dit gedeelte troffen we een radiouitzending aan van de heer P. Jongeling, lid van de Tweede Kamer, die een beschouwing heeft gewijd aan de Nederlandse taal en cultuur, waarvoor volgens
| |
| |
hem veel te weinig reclame wordt gemaakt in den vreemde, in tegenstelling tot bv. Engeland en Duitsland, die enorme sommen beschikbaar stellen voor culturele activiteiten over de grenzen.
Adres: 35 Rue d'Arras-62 Saint Omer (Fr.). Abonnement 12F voor 4 nummers.
| |
Benelux-Nieuws, september/okt. nr. 1969. Jubileumnummer.
Een nummer geheel gewijl aan het zilveren feest van de Benelux, eerst de Douaneunie, 5 september 1944 te Londen gesloten, daarna de Economische Unie, 3 februari 1958 in de Haagse Ridderzaal ondertekend.
Jubileumbijdragen met vele historische foto's vullen dit feestnummer van Benelux-Nieuws.
Wim Hazeu sluit dit exemplaar af met een bijdrage getiteld: ‘Benelux culturele samenwerking, een boemeltreintje’.
| |
Elders, 1969, no. 7/8. Een kroniek van buiten de grenzen.
Uitgave van de Nederlandse Emigratiedienst in Den Haag.
Het Hoofd van deze Dienst, de heer D.H. Hofmeijer, kondigt met grote voldoening een serie artikelen aan, geschreven door de Nederlandse journalist Wim Teeuwen en - gebundeld - in ‘Elders’ opgenomen.
Deze brieven schetsen wel een ander beeld van Australië, een zeer positief oordeel, dat scherp afsteekt tegen de vele afbrekende critieken, vaak gespuit door lieden, die nauwelijks enige kijk op land en volk en levensomstandigheden hadden, waaronder dan ook de beroepskankeraars, die met niets tevreden zijn.
Het is een waar genot de opgewekte brieven van Teeuwen te lezen. In mineur schrijft hij - en terecht - over het manco aan Nederlandse cultuur. Er is geen inbreng, men vergeet zo vlug mogelijk zijn moedertaal en gaat op in de massa, zonder Australië, in elk geval zijn naaste omgeving, te verrijken met iets van die Nederlandse cultuur, de Nederlandse levensstijl.
| |
B.I.W.-nieuws. Speciaal nummer t.g.v. BiW-studiedag te Gent.
Een uitvoerige toelichting wordt verstrekt over de stichting van BiW op 9 mei 1963, op de doelstellingen, de structuren, de Raad van Beheer, de activiteiten op het sociale en culturele vlak, de publikaties o.a. door ‘Ambassadeur’, dat vijf jaar lang op hoog niveau de spreektrompet was, maar sindsdien werd vervangen door BiW-Nieuws.
Verslag wordt in dit nummer uitgebracht over een onderzoek ingesteld naar de moeilijkheden van de Belgisch-Braziliaanse landbouw-coöperatie te Botucatu (fazenda Monte Alegre). Over hun bevindingen brachten de rapporteurs ook verslag uit aan minister Scheyven en aan de inspecteur-generaal van financiën, Carysse.
| |
Wij ontvingen:
De Scheldekalender voor 1970, een uitgave van de V.T.B.-V.A.B..
Bevat een dertiental fraaie foto's van de voornaamste Vlaamse rivier van de bron af tot aan de monding bij Westkapelle in Nederland. Samensteller is de dichter Bert Peleman uit Rupelmonde.
Op elk blad een toepasselijk citaat uit het werk van Vlaamse dichters. Een waarlijk pronkstuk voor huiskamer of kantoor. Kosten: 35 fr., voor leden V.T.B.-V.A.B. slechts 30 fr.. Porti extra 3 fr..
Feiten en Meningen, 1968, no. 12, 1969, no. 1.
Limburg vandaag, maandblad voor beide Limburgen, 1e jg., decembernummer (9).
Harop, maandblad A.N.Z. Speciaal nummer, november 1969.
Elders, uitgave v.d. Ned. Emigratiedienst, in Den Haag, 1969, nos. 9-10, 11 en 12.
Teksten en Documenten, uitgave van het Ministerie van Buitenl. Zaken en Buitenl. Handel in Brussel, september 1969.
Economie in Vlaanderen, driemaandelijkse publikatie van de Economische Raad voor Vlaanderen, september 1969, nr. 3.
Mededelingen van de Stichting voor Antillianen te 's-Gravenhage, dec. 1969, nr. 2.
19 Nu, uitgave Stichting Public Relations Land- en Tuinbouw, 6e jg., no. 1.
't Liedboek, 3e jg., nr. 13.
Studium Generale, Kerstnummer 1969.
Panorama (Suid-Afrikaanse), oktober 1969.
| |
| |
Circuit, uitgegeven onder de auspiciën van de Ned. Emigratiedienst, december 1969.
Nuusbrief van die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns, november 1969.
Informatie, uitgave van het Christelijk Cultureel Centrum te Rijswijk, jg. 1, nr. 4, dec. '69.
Volkszang, 12e jg., nummers 5 en 6 (dec. '69).
‘Indonesia’ juli/aug. 1969. Uitgave van de Indonesische ambassade in Nederland, met een uittreksel van de rede door president Soeharto uitgesproken t.g.v. de opening van het parlement, waarna een verslag over de vrije keuze der Papoea's in 1969.
‘Belgia Selecta’ uitgave van het Belgisch Instituut voor Voorlichting en Documentatie, 1969, 1-2.
Geeft een lijst van Belgische boeken gekozen door de Kon. Bibliotheek Albert I.
‘C.R.M.-Documentatie’, okt. en nov.nrs. 1969.
‘Film’, nov. 1969. Josef von Sternbergnummer. Uitstekend nummer!
‘Twintig’, 2-maandelijks blad van de Ver. van Dienstplichtigen (V.V.D.M.) 4e jg., nov. '69.
Nieuws uit Zuid-Afrika, nov.nummer '69.
Beelden uit Zuid-Afrika, nov.nummer '69.
Sta Vast, november-nummer '69.
Kultuurleven, nov.nr. 1969, nr. 9.
Berichten van de Stichting Lodewijk de Raet, 17e jg., no. 97, november '69. |
|