Schommelingen in de publieke opinie.
Hoe de publieke opinie op dit alles zal reageren kunnen we voorlopig alleen gissen. Maar de cijfers van de derde opiniepeiling in opdracht van Het Laatste Nieuws door International Research Associated einde juli georganiseerd willen wij U intussen niet onthouden. Eerst geven wij de cijfers, daarna volgen een paar beschouwingen, overwegend ontleend aan De Standaard.
|
31-3-'68 |
juli '69 |
april '69 |
jan. '69 |
PVV |
19,4 |
16,8 |
16,8 |
17,7 |
BSP |
26,2 |
23,4 |
25,4 |
24,6 |
CVP |
- |
23,2 |
- |
- |
PSC |
- |
7,5 |
- |
- |
CVP + PSC |
29,6 |
30,7 |
27,1 |
26,6 |
VU |
9,1 |
11,3 |
10,8 |
9,4 |
FDF/RW |
5,5 |
5,0 |
6,3 |
5,6 |
KP |
3,2 |
2,7 |
3,3 |
2,5 |
Andere |
0,2 |
0,7 |
0,5 |
1,1 |
Blanco of onbeslist |
6,8 |
9,4 |
9,8 |
12,5 |
|
_____ |
_____ |
_____ |
_____ |
|
100 |
100 |
100 |
100 |
Men vindt van links naar rechts dus eerst de cijfers door de partijen behaald bij de parlementsverkiezingen van 31 maart 1968, daarna de vermoedelijke cijfers die door dezelfde partijen zouden behaald worden bij verkiezingen einde juli 1969, tenslotte nog de cijfers van de tweede en de eerste opiniepeiling, respectievelijk in april en januari 1969.
Sedert de kamerverkiezingen van maart 1968 blijven de elektorale intenties van de Vlamingen dus in het voordeel van de Volksunie evolueren. Deze partij zou vandaag 11,3 procent van de Belgische kiezers aantrekken, tegenover 9,1 t.h. in 1968. Maar ook de C.V.P. en de P.S.C. (samen) gaan lichtjes vooruit: van 29,6 zouden zij nu op 30,7 procent komen. Alle andere partijen, F.D.F./R.W. inbegrepen, verliezen invloed.
De enige partijen die hun greep op de kiezers hebben verstevigd zijn zichtbaar de V.U. en de kristendemocratische vleugels. Tegenover de zeer opvallend geworden en stelselmatig voortdurende terugloop van P.V.V. en B.S.P. (allebei -2,8 t.h. sedert vorige verkiezingen), staat het relatieve succes van C.V.P.-P.S.C.. Na de voorjaarscongressen waarop de autonomie van deze formaties beklemtoond werd, hebben zij samen een tijgersprong van 3,6 t.h. gemaakt. Het communautaire radikalisme schijnt een dominante te blijven in de politieke opinie.
Aan deze tendens neemt het F.D.F.-R.W. weliswaar geen deel, maar deze groep kan hopen dat de foutenmarge ditmaal in haar nadeel werkte. De P.V.V. raakt niet los van het ongun-