19e Conferentie der Nederlandse letteren
Op 3 en 4 oktober jl. vond te Antwerpen in het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven de 19e Conferentie der Nederlandse letteren plaats, onder voorzitterschap van prof. dr. G. Stuiveling en prof. dr. J. Aerts (Albert Westerlinck).
In de openingsvergadering werd Rob de Vries, de bekende Nederlandse toneelspeler en -directeur, die zeer veel gedaan heeft voor de samenwerking op toneelgebied tussen Noord en Zuid en die een vooraanstaande rol speelde in de Conferentie der Nederlandse letteren, door prof. Stuiveling herdacht met enkele gevoelvolle woorden.
Vervolgens sprak Dirk de Jong over de aandacht die in de literaire kritiek in Nederland besteed werd aan het Vlaamse boek - dit bleek bijzonder mee te vallen - en handelde Frans van Isacker over het vraagstuk van de vrije meningsuiting. Een werkgroep had van de vorige conferentie opdracht gekregen dit vraagstuk te onderzoeken. De werkgroep had het vraagstuk echter niet onderzocht. De heer Van Isacker hield toen een betoog voor eigen rekening, waarin hij constateerde dat er voor een onderdrukking van de vrije meningsuiting in Nederland en in België niet zo heel veel gevaar bestond.
De belangrijkste werkzaamheden van de conferentie vinden plaats in de secties, te weten voor Letteren, Toneel, Radio en T.V., Uitgeverij en Boekhandel en Bibliotheekwezen. Ieder jaar worden er een groot aantal resoluties aangenomen, eerst in de secties, terwijl ze vervolgens besproken worden in de plenaire slotvergadering. Een groot aantal van deze resoluties betreffen zeer gespecialiseerde onderwerpen, zoals die voor het Bibliotheekwezen, waarin kredieten gevraagd worden voor een gezamenlijk project voor de microfilmering van middeleeuwse handschriften, en voor allerlei andere projecten. Hieronder willen wij dan ook slechts de algemene resoluties weergeven.
Een groot punt van discussie vormde op de plenaire slotvergadering een resolutie ingediend door de sectie Letteren om alle schrijvers uit Noord en