Neerlandia. Jaargang 73
(1969)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 215]
| |||||||||||||||||
Van alles watNoordZilveren Anjers reikte Z.K.H. Prins Bernhard op 15 juni uit in het Paleis te Amsterdam. Als regent van het Prins Bernhardfonds reikte hij de Zilveren Anjers-1969 uit aan: mej. B.M. Bijtelaar (Amsterdam) als autoriteit inzake de geschiedenis van Amsterdam, voor het vergaren en combineren van data over de historie van kerken, hun bouw, orgels en meubilair, hun zerkenvelden, torens en klokkespelen; aan de heer D.M. Wumkes (Gaastmeer), oudrector van het gemeentelijk museum in Emmen, voor het bevorderen van talloze en zeer gevarieerde culturele elementen in het befaamd geworden culturele onderdak voor zuidoost Drenthe, de aula van het lyceum, die de kunsthaard van Emmen werd, en aan de heer Alexander Orlow, directeur van de Turmac Tobacco Company voor zijn initiatief tot het vormen van een internationale collectie van hedendaagse beeldende kunst, bekend als Peter Stuyvesant-collectie en bestemd voor plaatsing in de Nederlandse fabrieks- en administratiegebouwen van zijn bedrijf, waarmede hij het idee lanceerde van ‘museum in de fabriek’.
Nederlandse musea en oudheidkamers (150 in totaal) werden tot en met 13 juli in de Utrechtse reusachtige Irenehal onder de naam ‘Musement’ aan het Nederlandse volk getoond, een cultuurmanifestatie van de eerste orde. Voor menige bezoeker was het een ontdekking dat Nederland beschikt over een Tegelmuseum in Otterlo, een Spoorwegmuseum in Utrecht, een Schrijf- en schrijfmachinemuseum in Tilburg, een toneelmuseum te Amsterdam, een Boerenwagenmuseum te Buren (Gld), zelfs een Belastingmuseum te Rotterdam. Alle inzenders hadden hun beste beentje voorgezet, zodat ‘Musement’ voor de bezoekers, van wie velen uit het buitenland, een openbaring werd en een dag van verbazing over de enorme rijkdommen en varieteiten in Nederlandse musea en oudheidkamers bijeengebracht.
De P.C. Hooftprijs-1968 (Staatsprijs voor Letterkunde) heeft minister Klompé toegekend aan de letterkundige G.K. van het Reve, voor zijn gehele letterkundig werk. De uitreiking van deze prijs heeft plaatsgevonden op het Muiderslot op dinsdag 26 augustus 1969. De jury bestond uit: prof. H.A. Gomperts, J. Bernlef, Remeo Campert, D. Hillenius, A Kossmann, A. Morriën, dr. A.S. Wadman en H.J. Michael, secretaris. De P.C. Hooftprijs wordt beurtelings toegekend aan een dichter, een proza-schrijver en een auteur van essayistisch werk. | |||||||||||||||||
[pagina 216]
| |||||||||||||||||
De toneelprijzen-1969: de Louis d'Or, Theo d'Or, de Colombina en de Arlecchino zijn dinsdag 11 juni uitgereikt door de voorzitter van het Holland Festival, mr. H.J. Reinink aan Hans Tiemeijer (Toneelgroep Theater), Trins Snijders (Haagse Comedie), Kitty Jansen (zuidelijk toneel Globe) en Sacco van der Made (Nieuw Rotterdams Toneel).
Een Nederlandse toneelstatistiek (1967-1968), samengesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek, wijst o.a. uit dat in het seizoen 1967-1968 in totaal 3.517 toneelvoorstellingen werden gegeven, en daarvan 62 t.h in het westen des lands. Geteld werden: 1.520.029 bezoekers. Twee-derde van het aantal voorstellingen betrof toneelstukken behorend tot het moderne repertoire. Maar in de categorie klassieke tragedie beliep de bezettingsgraad 69 t.h, aanmerkelijk hoger dan bij de moderne stukken. Toneelstukken, die uitstaken boven de anderen waren: ‘Slippers’ met 139 voorstellingen en 82.000 bezoekers, ‘Van de Brug afgezien’ met 96 voorstellingen en 67.000 bezoekers en ‘Ploef’, toneelstuk voor kinderen met 92 voorstellingen en 56.000 bezoekers.
De Violistencursus in het studiecentrum ‘Huize Bergen’ te Vught voor de achtste maal als internationale zomercursus geopend wordt jaarlijks georganiseerd door de Stichting 's Hertogenbosch Muziekstad in samenwerking en met steun van het rijk, de provincie, de gemeente, het Anjerfonds en het Prins Bernhard Fonds. Een drietal docenten geeft gedurende drie weken lessen aan een aantal leerlingen, die in Huize Bergen verblijven en van daaruit enkele manifestaties van het Holland Festival bezoeken. Dit jaar wordt gedoceerd over: Opera en lied’, ‘opera en oratorium’ en de ‘Duitse literatuur’. Van de 25 zangers-leerlingen zijn er zes uit Nederland, de overigen uit het buitenland, o.a. uit de V.S. en Japan. | |||||||||||||||||
ZuidDe zesde Europeade onder de centrale figuur van de Vlaming Mon de Clopper, eerst bedoeld als manifestatie op 5 en 6 juli te Colmar in de Elzas, werd verlegd naar Marche-en-Famenne, een Luxemburgs plaatsje tussen Condroz en de Ardennen. Naast Vlamingen en Walen namen aan deze Europeade deel: Beieren, Bretons, Britten, Denen, Duitsers, Elzassers, Finnen, Italianen, Joegoslaven, Letten, Nederlanders, Polen, Portugezen, Pommeren, Oekrainiërs, Oostenrijkers, in totaal zeker 3000 jonge mensen, die twee dagen met volkszang en dans verder bouwden aan het ‘Europa van de harten’. Uit Nederland werd een tent aangevoerd, waar meer dan zesduizend mensen onderdak konden krijgen. De festiviteiten begonnen met een optocht van de Europese volksgemeenschappen. Dan volgde een ontvangst in het Casino van de leiders van de Europeade en van de buitenlandse groepen. 's Avonds vond de verbroedering en verzustering plaats op het grootste Europabal van het jaar. Een jongerenforum hield zich bezig met de vraag: ‘Hoe kan de Europeade bijdragen tot een betere verstandhouding tussen jonge Europeanen?’ Elk jaar blijkt weer duidelijker dat op ontmoetingsdagen als deze door menselijke contacten veel vooroordelen worden overwonnen. Positief worden daarbij wederzijdse verstandhouding en waardering in niet geringe mate gestimuleerd. Het internationale Europeade comité is gevestigd: Markgravestraat 17 te Antwerpen.
Breugeltentoonstellingen t.g.v. de 400ste verjaardag van het overlijden van Breugel, werden gehouden te Gaasbeek (copieën van zijn meesterwerken) en te Brussel in het museum voor Schone Kunsten (20 augustus tot 16 november), waar een vijftigtal zwart-witte foto's in natuurlijke grootte van Breugels werken worden vertoond, waarnaast werken uit de koninklijke musea, o.a. ‘Val van Icaros’, ‘Aanbidding der Wijzen’ ‘Val der opstandige Engelen’ en de ‘Volkstelling te Bethlehem’.
Een Nederlandstalige afdeling bij de universitaire Faculteiten Sint Aloysius zal in oktober worden geopend, en wel met twee studierichtingen: eerste jaar rechten en eerste jaar germaanse filologie (Nederlands, Engels en Duits). De afdeling zal autonoom zijn, maar geregeld overleg betreffende accademische samenwerking en wetenschappelijk onderzoek met de K.U.L. is verzekerd. De door de afdeling uitgereikte diploma's zullen dezelfde waarde hebben als die uitgereikt door de universiteiten.
Tot lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde is on- | |||||||||||||||||
[pagina 217]
| |||||||||||||||||
langs verkozen professor R.K.J.E. Antonissen (Grahamstad) in Zuid-Afrika. Hij is de tweede Zuidafrikaan, die lid is van een Belgische en van een Zuidafrikaanse Academie. De bekende dichter prof. N.P. van Wyk Louw is namelijk ook lid van de Kon. Vlaamse Academie voor Taalen Letterkunde en tevens van de Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns. Prof. Antonissen werd geboren in Antwerpen en vertrok in 1950 naar Zuid-Afrika, waar hij in 1960 werd benoemd tot hoogleraar.
De ‘Agglomeratieraad van de Jeugd’ is door prof. Van Mechelen, Minister van Nederlandse Cultuur op 10 juli geïnstalleerd.Ga naar voetnoot*) Deze raad, aldus de minister in zijn installatierede, moet de geldige gesprekspartner zijn van de jeugd met de bevoegde overheid. De raad is voor een jaar ingesteld tot mei 1970. De minister zegde zijn steun toe voor de vestiging van het secretariaat en zijn departement zal toelagen verlenen o.a. bij de oprichting van een Centraal Jeugdhuis te Brussel en het uitgeven van een informatieblad voor de Brusselse jeugd. Programmapunten van de Raad zijn o.a.: hulp aan de jeugdbewegingen en jeugdhuizen, contacten met vertegenwoordigers van de Franstalige jeugd van Brussel, coördinatie van sommige activiteiten waarbij de hele Nederlandstalige jeugd van Brussel is betrokken. Op een in mei 1970 bijeen te roepen vergadering zal het bestuur van de Agglomeratieraad verslag uitbrengen van zijn werkzaamheden.
Evolutie voor de Vlamingen in het Universitair onderwijs 1968-1969, aldus luidt de kop van een ‘leader’ in ‘De Brusselse Post’ van 15 juli ll., die daarover sprekende cijfers publiceert, ontleend aan het jaarverslag van de ‘Dienst voor hogeschoolstatistiek.’ De Vlamingen nemen deel aan het universitair onderwijs met 48,8 t.h. en met 28.308 studenten, een aangroei van 0,8 t.h., met 2.819 studenten. Over twee jaar zal het Vlaamse aandeel zeker de 50 t.h. hebben overschreden. De mannelijke studenten staan reeds op 50,2 t.h.. Het woord is dus thans aan de vrouwelijke studenten. Het aantal Vlamingen, dat nog altijd het hoger onderwijs in het Frans volgt, loopt flink terug.
Bevordering van de culturele betrekkingen tussen België en Zuid-Afrika zal het onderwerp zijn van een bijeenkomst van een afvaardiging van het Zuidafrikaanse comité van het Belgisch-Zuidafrikaans Cultuurverdrag met leden van het Belgisch comité, die van 15 tot 20 september zullen samenkomen. De Zuidafrikaanse afvaardiging zal bestaan uit de heer P. Grebbelaar, adj. secr. van het departement van Cultuurzaken en onder-secretaris van het Zuidafrikaans comité. de heer W.J.B. Pretorius, hoofd van de afd. Buitenl. Opvoedkundige en Culturele betrekkingen en dr. F.P. Scott, lid van het cultuurcomité. De Zuidafrikaanse culturele attaché te Brussel zal eveneens aan deze besprekingen deelnemen.
Tot administrateur-generaal voor de Nederlandse Cultuur is benoemd de heer W. Debrock en tot secretaris-generaal van Nationale Opvoeding en Cultuur de katholiek F. Vereycken, tegen wiens benoeming aanvankelijk nog al verzet bleek te bestaan.
De 42ste IJzerbedevaart vond vroeger dan in andere jaren plaats, op zondag 29 juni, bijgewoond door een groep Vlamingen van tussen de zestig en honderdduizend man, waaronder heel veel jeugd. Het terrein rond de toren en het monument is gedraineerd, zodat het rondbaggeren in slijkpoelen tot het verleden behoort. Puin van de oude toren en de nieuwe toren (85 m. hoog) zijn nu verbonden. Door een vroegere datum te kiezen kon een grotere toeloop worden verwacht en konden groepen worden aangetrokken die op een later tijdstip in het jaar bezet waren, zoals bv. de harmonie Groeningen, die met 120 man aanwezig was. De regie had weer Remi van Duyn, die de kunst verstaat een band te leggen tussen de oud-strijder en de jonge Vlaamse wereldburger. De algemene leiding had Rik De Ghein. Medewerkers waren: Dansa Ritmica (Monique Steens), Keurgroep Tijl (Alicia Borghten), Harmonie Groeningen, Veremans-koor Brugge, Brugs koperensemble (Hendrik Diels) en Sabattinitheater. Thema's waren: ‘Vlaanderen ons huis’ | |||||||||||||||||
[pagina 218]
| |||||||||||||||||
met de Vlaamse zelfstandigheidsgedachte en ‘De wereld ons vaderland’. Miel Cools zong voor het eerst in balladevorm de teksten over Vlaanderen en de wereldvrede. Er was weer de bekende bloemenhulde, nu in 2 delen, een door volwassenen namens het IJzerbedevaartcomité, de Vlaamse Genootschappen, de gemeentebesturen enz. en een door de jeugd, die een ontroerende groep vormde. De voorzitter van het IJzerbedevaartcomité, mr. Hendrik Borginon, sprak weer de gelegenheidsrede uit, waarin vrede, politieke autonomie, Brussel waarvoor een paritair gezagsorgaan wordt geëist dat de Vlaming zal onttrekken aan een opgedrongen denationalisatie, een misprijzen voor een reeds in haar kiem verziekte grondwetsherziening en vooral de amnestie, als belangrijke hoofdpunten naar voren kwamen. Dixmuiden, zo schrijft M. Ruys in ‘De Standaard’, is meer dan een dodenherdenking, dan een schouwspel of een agressieve rede, de bedevaartweide is ook de plaats waar vrede en verzoening worden geëerd en waar een ingetogen menigte zich bezint over wat het betekent ‘Vlaming te zijn’. Vlamingen moeten leren, vervolgt hij, vergeven en leren leven met elkaar, in de vrede, waarvan de soldaten aan de IJzer eens droomden. Een der meest geslaagde IJzerbedevaarten noemt de Vlaamse pers de manifestatie van 29 juni, waar een inzameling niet minder dan 337.000 B.F. opbracht tegen 196.000 in het vorige jaar.
Een meertalige pluralistische vrije openbare bibliotheek voor Brussel is voorzien op de begroting-1969 van het ministerie voor Nederlandse cultuur. De minister van dit departement, prof. Van Mechelen, constateerde een grote mate van verwaarlozing door de meeste hoofdstedelijke gemeenten van een Nederlandstalige bibliotheek. Een onderzoek ingesteld over al de erkende bibliotheken van de gemeenten in hoofdstad-Brussel, waarbij de toestanden in de jaren 1961 en 1967 werden vergeleken, hebben dat wel zonneklaar aangetoond. Onverschilligheid van de hoofdstedelijke besturen en van het gemeentelijk bibliotheekpersoneel zijn daar - naar het oordeel van de minister - de oorzaken van. De voorraden van het Nederlandse boek zijn te klein, verouderd en de gemeentellijke subsidies zijn te gering om daarin verbetering te brengen. De nieuwe bibliotheek zal verrijzen op het Martelarenplein en kan zo nodig worden uitgebouwd tot hoofdbibliotheek voor al de Nederlandstalige instellingen in Brussel-hoofdstad.
De 10de Biënnale Middelheim-Antwerpen werd onder grote belangstelling, o.a. van minister Van Mechelen, gouverneur Kinsbergen, ere-gouverneur De Clercq, burgemeester Creaybeckx en vele andere vooraanstaande personen, medio juni, plechtig geopend. Werken van beeldhouwers uit België, Frankrijk, Groot-Brittannië, Nederland, Spanje, van in West-Europa werkende Zuidamerikaanse beeldhouwers, blijven daar tentoongesteld tot 5 oktober (gratis voor kinderen en scholieren mits onder leiding). Niet minder dan 175 werken van 102 kunstenaars. Minister Van Mechelen kondigde de oprichting aan van een museum voor hedendaagse kunst, in afwachting waarvan de koning zijn paleis heeft ter beschikking gesteld voor culturele manifestaties. De eerste steen werd gelegd voor een vast paviljoen, waarin kleinere beeldjes, die niet buiten kunnen worden geplaatst, zullen worden ondergebracht. Met de centrale van bibliotheken, het nieuwe KNS-gebouw, het Kon. Muziekconservatorium wordt Antwerpen, nà de afbouw van het museum voor hedendaagse kunst, een cultureel centrum van de eerste orde.
De Dr. Oskar de Gruyterprijs-1969 van de Vlaamse Toeristenbond is door de daarvoor aangewezen jury, samengesteld uit de toneelrecensenten van de Vlaamse dagbladen, gelijkelijk verdeeld tussen mevrouw Chris Lomme, voor de rol van Alma in ‘Een zomer smeult tot as’ van Tennessee Williams en mevrouw Paula Sleyp, voor de rol van Zuster Georg in ‘Zuster Georg moet sterven’ van Frank Marcus. De plechtige overhandiging van de prijzen zal plaats vinden op donderdag, 15 september in het Antwerpse bondsgebouw van de VTB. | |||||||||||||||||
Edward Amter overledenTe Leuven is Edward Amter, oud secresaris-generaal van het Davidsfonds, oudvoorzitter van het Vlaams Actiecomitee voor Brussel en Taalgrens overleden. Maandag 7 juli vond de begrafenis onder enorme belangstelling te Leuven plaats. De ‘Gazet van Antwerpen’ noemt hem | |||||||||||||||||
[pagina 219]
| |||||||||||||||||
‘een man, die voor niets en niemand week, iemand die vasthield aan zijn principes door alles heen, van geen toegevingen wist, iemand die leefde voor zijn geloof, zijn volk en zijn taal’.
Het Vlaams Komitee voor Brussel kreeg een eigen huis, waar het secretariaat, de administratie en de archieven nu behoorlijk konden worden ondergebracht. De voorzitter, mr. Van Cauwelaert, gaf in een vraaggesprek aan ‘de Standaard’ toestemming voor een uiteenzetting van de activiteiten voorheen en thans: voorlichting aan elke Vlaming in Brussel, die daaraan behoefte heeft, het Nederlandstalig onderwijs in Brussel, een taak nu overgenomen door het Vlaams Onderwijs Centrum, acties voor tweetaligheid in de Brusselse warenhuizen, tweetaligheid van publiciteitsbrochures, affiches enz.; het is ook een instituut van waakzaamheid, dat nauwlettend nagaat of de Vlaming wel aan bod komt en zoniet, dan de nodige stappen onderneemt om verbeteringen aan te doen brengen. Op het ogenblik is het komitee bezig met een forum over het statuut van Brussel. Binnenkort zal daarover een brochure het licht zien.
Een Raad voor Kultuur is in de Belgische provincie Limburg opgericht. De Raad telt zeven commissies, die van advies dienen t.a.v.: bibliotheken, jeugdbeleid, letterkunde, toneel en geschiedenis, muziek, onderwijs en cultuur, plastische kunsten en sociaal-cultureel vormingswerk. Al deze commissieleden vormen samen de algemene raad die in mei en december bijeenkomt. Een bestendige deputatie ontvangt van de diverse commissies hun voorstellen, die een voor een naar orde van binnenkomst zullen worden bestudeerd en gerealiseerd, indien zij daarvoor nl. in aanmerking komen.
Vooruitstrevend cultuurbeleid was het thema voor een door het Kadercentrum voor Cultureel Werk, onder de auspiciën van het ministerie van Nederlandse Cultuur te Diest georganiseerde studieweek. Op basis van gesprekken met deskundigen en discussies over manifestaties, studies en andere documenten uit binnen- en buitenland werd gezocht naar het wezen, de beginselen, doelstellingen, middelen en strategie van een vooruitstrevend cultuurbeleid.
Het schuttersfestijn-1969 te Molenbeersel werd begin juli door duizenden uit Nederlands en Belgisch Limburg bijgewoond. De beide gouverneurs uit die provincies waren ook ter plaatse. Niet minder dan 135 schuttersgilden hadden voor dit festijn ingeschreven. Nederlandse marechaussee- en Belgische legermajoors zaten in de jury ter beoordeling van de optocht dier gilden, waarbij ook op houding en stap werd gekeken. Onder de 14 finalisten waren enkele Nederlandse gilden, die voor een prijs in aanmerking kwamen. Molenbeersel gaf op die dag een grandiose Breugelliaanse kermis te zien, dank zij ook de kleurenweelde van de uniformen der schutters.
De bronzen medaille van de Ranke-Gesellschaft werd te Hamburg toegekend aan dr. Rob van Roosbroeck. Hij is de eerste buitenlandse laureaat. De medaille is pas voor de vijfde maal uitgereikt. Dr. Van Roosbroeck ontving deze onderscheiding als waardering voor zijn historisch werk, zijn uitbeelding van de geschiedenis der Nederlanden, ook met betrekking tot de buurlanden.
Ons splinternieuw internationaal jeugdvakantiehuis ‘de Bosberg’ te Houthalen plechtig medio juni geopend, ontsluit zijn deuren op 28 juni, kondigt ‘De Bond’, Weekblad van het Grote en van het Jonge Gezin van 27 juni aan. De minister voor Nederlandse Cultuur, de heer Van Mechelen, zei bij de opening, dat De Bosberg een Europees huis moest worden, waar jongeren uit Wallonië, maar ook uit Duitsland, Nederland, Frankrijk enz. welkom zijn, waar de jeugd elkaar ontmoeten kan in een sfeer van vriendschap en respect voor elkander. Wij, Vlamingen, willen ons niet opsluiten in een cultureel getto, maar wij zoeken contacten met andere culturen, wat in dit jeugdvakantiehuis kan worden verwezenlijkt. Bij de opening van De Bosberg, gelegen in de provincie Limburg, waren o.a. aanwezig de ministers Bertrand en Van Mechelen, gouverneur Roppe en gedepu- | |||||||||||||||||
[pagina 220]
| |||||||||||||||||
teerden en de voorzitter van Gezinsvakantie, de heer Mannaerts. In De Bosberg zullen gespreksavonden worden georganiseerd voor de jeugd, film- en diavertoningen, toneel, kleinkunst zullen ervoor zorgen, dat de vakantiegangers ook tot creativiteit worden aangespoord. Keramiekbewerking en fotograferen kan daar worden geleerd. Zwemmen, volleybal, tafeltennis, footing enz. zullen de sporten zijn, die men daar kan beoefenen. Excursies zullen worden ondernomen, aan muziek en dans zal de nodige aandacht worden geschonken. De prijs per dag alles inbegrepen bedraagt slechts 130 Bf. Inschrijvingen: Troonstraat 125, Brussel 5.
Over het ‘Noordzeehavengebied’ organiseerde de Stichting Lodewijk de Raet een studieweek van 28 juli tot 2 augustus. In die week werden enige excursies ondernomen naar havens in België en Nederland.
Uitbreiding van de haven van Zeebrugge met een capaciteit voor schepen tot 200.000 ton, dat is de beslissing die de minister van Openbare Werken De Saeger in de bijeenkomst van het kernkabinet voor economische en sociale coördinatie ter bespreking heeft voorgelegd. Uit een later persbericht bleek dat het ministercomité voor econ. en sociale coördinatie heeft besloten twee commissies in te stellen om daarover van advies te dienen. Eerst in september a.s. zal het verslag-Verschave op nieuw door de regering worden besproken. | |||||||||||||||||
BeneluxHet Benelux-stimuleringscomité is samengesteld.In het Benelux-stimuleringscomité, waartoe werd besloten op de einde april 1969 in het Haagse Congresgebouw plaats gevonden bijeenkomst, zullen de volgende leden zetelen: België: De Waal Troclet en de Vlaamse CVP-er De Schrijver. Van Nederlandse zijde viel de keuze op de ministers Marijnen en Zijlstra. De Luxemburgse vertegenwoordiger zal de heer Dumont zijn, thans secretaris-generaal bij het Luxemburgse ministerie van buitenlandse zaken. Het stimuleringscomité zal van advies kunnen dienen over alle problemen die zich opdoen bij de verdere Benelux-integratie. De leden zullen de gewone ministerieconferentie en de ministersconferentie op hoog niveau kunnen bijwonen. Dit comité is dus wel heel wat anders dan de executive die unaniem in Beneluxkringen zo uiterst nodig werd geacht. Of er werkelijk gestimuleerd zal worden moeten we afwachten. | |||||||||||||||||
Minister Luns en de BeneluxDe Nederlandse minister van buitenlandse zaken, mr. Luns, heeft 1 juli op uitnodiging van het Kon. Instituut voor internationale betrekkingen in tegenwoordigheid van zijn Belgische collega, minister Harmel, in Hertoginnedal een voordracht gehouden over de Benelux-idee. Mr. Luns ziet Nederland en België als tweelingbroers, omdat Noord en Zuid geografisch en politiek op elkaar zijn aangewezen. Na 1830 hebben Noord en Zuid elkaar lange tijd niet gezocht, integendeel elkaar vermeden, totdat het begrip ontstond, dat tussen unificatie en complete isolatie er nog een derde weg is, nl. een zo groot mogelijke samenwerking op basis van vrijwilligheid en met behoud van eigen zelfstandigheid.
De Benelux is, dank zij de douaneeenheid, het initiatief tot het verdrag van Rome en het jongste besluit de belemmeringen aan de infragrenzen af te schaffen, een voorpost van Europese eenwording en op goede gronden kan gezegd worden, dat de Benelux reeds daar is gekomen waar Europa nog lang niet is. Van groot belang noemde mr. Luns het op de jongste regeringsconferentie genomen besluit dat de drie BNL-ministers van buitenlandse zaken elkaar dienen te consulteren over de volgende onderwerpen:
Groot-Brittannië (WEU-lid), de Bondsrepu- | |||||||||||||||||
[pagina 221]
| |||||||||||||||||
bliek en Italië willen dit systeem over nemen. Een eensgezinde Benelux kan door de EG-partners niet overstemd worden. Voorts bezitten de BNL-landen grote mogelijkheden om een rol te spelen bij het proces Oost-West-détentie. Onder BNL-impuls komt het overleg tussen Oost en West in de zg. Groep van Tien hopenlijk weer op gang, waaruit blijkt dat de BNL meer functioneert dan het publiek misschien wel weet. | |||||||||||||||||
Suriname/AntillenOver de machinale landbouw in Suriname gaf het kabinet van de Nederlandse vicepresident (bureau voorlichting) een publikatie uit - S 27 - ter gelegenheid van het 20-jarige jubileum van de Stichting voor de Ontwikkeling van Machinale Landbouw in Suriname, die op 26 juli 1949 werd geboren. Over de voorgeschiedenis, de geschiedenis, het heden en de toekomst van deze Stichting, die tot volle wasdom is gekomen en reeds een bevruchtende invloed heeft op de agrarische ontwikkeling elders in Suriname, schrijven enkelen, die van nabij dit groeiproces hebben meegemaakt: drs. A. Jonkers over ‘Het prille begin’; prof. ir. W.F. Eijsvogel over ‘Van moeras tot rijstbedrijf’; L.G. Witte over ‘Herinneringen van een oud-directeur’ en ir. P.G. de Boer over ‘Het huidige bedrijf’, ‘Het landbouwkernbedrijf’ en de ‘Slotbeschouwing’ over het zgn. ‘Wageningenproject’. Wil de rijstproductie voldoende blijven voor de in zielental sterk aangroeiende bevolking van Suriname, dan zal de opbrengst per jaar van nu: 120.000 ton padi moeten stijgen tot 320.000 ton in het jaar 2000, hetgeen betekent dat er 50 bedrijven bij zullen moeten komen van elk 24 ha, hetgeen zeer wel mogelijk is door verdere ontwikkeling van het zgn. zwampgebied tussen de Corantijnrivier en Coppenamerivier. Talrijke foto's geven een goed beeld van dit omvangrijke bedrijf en illustreren de boeiende teksten.
Voor de bouw van een internaat voor jongens en meisjes in Paramaribo heeft de Europese Commissie haar goedkeuring gehecht aan een schenking van 1,1 miljoen dollar uit het EEG-ontwikkelingsfonds. Drie honderd leerlingen van het middelbaar onderwijs van buiten Paramaribo kunnen daar worden geherbergd.
De geoloog Eduard Dahlberg, woensdag 28 mei aan de rijksuniversiteit te Utrecht gepromoveerd en die tevoren drie jaar stage liep in Suriname, zijn vaderland, zal binnenkort naar Suriname terugkeren om aldaar deel te nemen aan het geologisch onderzoek.
Het bestuur van de ‘Stichting Surinaamse Encyclopaedie’ is 30 mei geïnstalleerd door gouverneur Ferrier in tegenwoordigheid van de minister van Onderwijs en Volksontwikkeling, drs. Ch. Eersel, de voorzitter van de Adviesraad voor Culturele Aangelegenheden, ir. F. Breedveld en drs. W. Gordijn, adj. secr. van de STICUSA, die het project mede financiert. Gouverneur Ferrier aanvaardde het erevoorzitterschap.
Een ‘Werkgroep Suriname’ met het doel de Surinaamse problematiek diepgaand te bestuderen is in Groningen opgericht. Door een studie te maken van alle aspecten van de Surinaamse samenleving in Nederland wil men de afstand tussen Surinamers en het Vaderland zoveel mogelijk overbruggen en hen beter voorbereiden op de toekomstige taak in Suriname.
Suriname (en de Ned. Antillen) ontvangen uit het nieuwe EEG-fonds 41 miljoen dollar als financiële hulp voor ontwikkeling van diverse objecten. Uit het oude fonds ontvingen zij indertijd zes miljoen minder.
De heer W.E. Jugall, die de Surinaamse cverheidsdienst verliet, is benoemd tot ridder in de Orde van de Nederl. Leeuw. Vijftig jaar heeft hij het land gediend, als onderwijzer, als hoofd van de Annieschool, als directeur van de Normaalschool, in welke tijd hij ook in de politiek ging en als zoon van uit India afkomstige ouders lid werd van de Nat. Partij. Hij werd in de Staten gekozen, werd in 1961 minister van Onderwijs en Volksontwikkeling en van Volksgezondheid. Nauw is hij betrokken geweest bij het tot stand komen van het Statuut. Eind '55 kwam hij met verlof naar Nederland, waar hij al eerder had vertoefd om | |||||||||||||||||
[pagina 222]
| |||||||||||||||||
er zijn hoofdacte te halen. De heer Jugall bleef in Nederland en werd te werkgesteld op het Commissariaat voor Surinaamse Zaken. In 1964 werd hij directeur van het bijkantoor in Amsterdam. Tevens was hij plv. Gevolmachtigd Minister. 1 juli 1968 werd hij benoemd tot directeur van het Kabinet van de Gevolm. Minister van Suriname in Den Haag. Bij het bereiken van zijn 70ste verjaardag gaf hij te kennen zijn lange carrière te willen beëindigen.
Een Antilliaanse tentoonstelling werd in 's Hertogenbosch gehouden van 30 juli tot en met 6 augustus in de expositieruimte van de Moriaan onder de naam ‘Caribeana’. Deze tentoonstelling werd georganiseerd door de Evenementencommissie-'s Hertogenbosch in samenwerking met de V.V.V., de Sticusa en het Antillenhuis te Den Haag De tentoonstelling omvatte gebruiksvoorwerpen, affiches en dergelijke. Antilliaanse muziek en uitvoering van een dansgroep (Tampana) verhoogden de aantrekkelijkheid van dit evenement. | |||||||||||||||||
Andere landenAls lector Nederlandse Taalkunde is door de Nederlandse regering naar Indonesië uitgezonden drs. J. de Vries en wel op uitnodiging van de Indonesische regering. Hij vertrok op 31 augustus voor de tijd van 3 jaar. Drs. De Vries was tevoren leraar Nederlands aan de Christelijke Kweekschool in Den Haag.
In Zuid-Afrika zijn in de omgeving van Aliwal-Noord rotstekeningen gevonden, de eerste van hun soort in de Republiek. Op verzoek van de directeur van het Nationaal Museum in Bloemfontein, dr. A.C. Hoffman, heeft de Historische Monumentencommissie in beginsel besloten dat de plaats waar de vondst is gedaan, tot een historisch monument zal worden verklaard. De tekeningen zijn ontdekt op de boerderij Kalkoenkrans.
In Ekelsbeke (Frans-Vlaanderen) had de jaarlijkse kultuurdag plaats op zondag 20 juli, onder auspiciën van het ‘Comité flamand de France’ en van de werkgroep ‘Geschiedenis, Folklore en Toerisme’ van het Komitee voor Frans-Vlaanderen. Het programma werd reeds gepubliceerd in ‘Neerlandia’ van mei 1969, blz. 151. De verjaardag van Kanunnik Verdonck (75 jaar), een der grote werkers in Frans-Vlaanderen, werd op grootse wijze gevierd. Kanunnik Deswarte gaf een levensschets van de jubilaris Kanunnik Lescroart sprak over ‘de Vlaamse Stemme’ in Frankrijk. Aan de hand van een grappige vertelling liet een der animators, de heer Roger Rommelaere, horen hoe het ‘Vlamsch’ nog door zoveel mensen wordt gesproken, meer op het land dan in de steden. Patrick te Verrewaere vertelde in het ABN hoe hij ertoe was gekomen het Nederlands aan te leren. Pastoor Decalf had, de traditie getrouw, weer een rijke verzameling van oude zegswijzen opgediept, waarin men het Vlaamse karakter het best terugvindt. De nieuwe voorzitter, senator L. Vanackere, dankte allen die hun medewerking hadden verleend tot het goed slagen van deze Ekelbeekse cultuurdag. Tot slot werden prijzen uitgedeeld aan de leerlingen van de Vlaamse leergangen. |