of niet als examenvak zullen kiezen, wanneer zij allen daarvan althans enigszins op de hoogte zijn.
Bovendien behoren in een tweetalig gebied beide talen te worden onderwezen, zodat men elkaars taal in ieder geval zonder bezwaar kan verstaan en lezen. Dat het Fries thans nog zo weinig wordt gebruikt voor de communicatie binnen de provincie Friesland, komt voornamelijk doordat alle Friestalige inwoners van Friesland wel Nederlands leren op school, maar omgekeerd niet alle niet-Friestaligen Fries leren. Wanneer daarin geen verandering komt, ziet het er voor de toekomst van de Friese taal somber uit, daar bij zulke ongelijke concurrentieverhoudingen het Fries zich op den duur niet als cultuurtaal zal kunnen handhaven. Wij denken hierbij ook aan openbare vergaderingen, het schriftelijk taalgebruik van de lagere overheden en de taalpolitiek van de in Friesland verschijnende dag- en streekbladen.
Wanneer de rijksoverheid van het Koninkrijk der Nederlanden recht wil doen aan het onderwijs in de Friese taal, valt aan verplichtstelling in de provincie Friesland niet te ontkomen. Wij denken daarbij vooral aan verplichtstelling van dit vak vanaf de derde klas op de lagere scholen en tevens in de lagere klassen van scholen voor voortgezet onderwijs.
Dit is een van de onderwerpen die een interdepartementale commissie thans in Den Haag bestudeert. Wij hopen, dat ook daar zo langzamerhand het besef zal doordringen, dat in de moderne tijd geen enkele cultuurtaal zich zonder onderwijs kan handhaven. Wanneer een overheid enig onderwijs verplicht meent te moeten stellen, zal dat zeker het onderwijs in de moedertaal moeten zijn. Dit is niet alleen nodig voor het voortbestaan van de Friese taal, maar zolang deze taal bestaat, hebben de Friese leerlingen het onderwijs daarin bovenal nodig voor een harmonische ontplooiing van hun persoonlijkheid.