Neerlandia. Jaargang 73

[p. 59]

A.N.V.-nieuws

Uitreiking Visser-Neerlandiaprijzen 1968

Een koude wind strijkt over het Haagse Binnenhof. De zware deur in de toegangspoort naar de Rolzaal piept in de hengsels. Langzaam, als gold het een processie, begeven de eerste gasten zich over de brede blauwe stenen trappen naar de representatieve ruimte voor de bijwoning van de traditionele uitreiking van de Visser-Neerlandiaprijzen. Het grijze winterlicht valt door de hoge ramen. Waaiervormig staan de stoelen opgesteld tegenover de bestuurstafel. In de hoek staat een vleugel, sober maar stijlvol versierd met een kleurrijk boeket bloemen. Microfoons zijn op de tafel en de katheder gemonteerd voor de opnamen voor radio-uitzendingen. De televisiecamera's ontbreken ditmaal. De cameraploeg en de technici van de B.R.T. zijn ergens tussen Brussel en Antwerpen in de sneeuw blijven steken, evenals deze dreiging ook bestond voor enkele gasten die hun auto in de Sinjorenstad moesten achterlaten, maar toch de reis per trein voortzetten.

Een winterse dag. Maar in de Rolzaal, waar velen zich tegen half drie hebben verzameld op deze zaterdag, 8 februari 1969, domineert de feestelijke sfeer van de ontmoeting en kennismaking, voorafgaande aan het plechtig gebeuren: de uitreiking door de algemeen voorzitter van het A.N.V., dr. W.H. van den Berge, van 20 prijzen voor een totaal bedrag van f 59.500 of 780.000 Bfr., waarvan 14 zijn toegekend aan personen en instellingen in Nederland voor een som van f 34.500 of 465.000 Bfr. en 6 in Vlaanderen voor een totaal bedrag van f 25.000 of 325.000 Bfr..

Dr. Van den Berge heet de velen welkom: de prijswinnaars uit Noord en Zuid Nederland, die, zoals mr. Visser het heeft gewild, thans in het licht der schijnwerpers staan en uit de schaduw zijn getreden van hun stille

[p. 60]

Achter de bestuurstafel: v.l.n.r. de heren F. Koote, voorzitter van de Visser-Neerlandiacommissie; H.A.J.M. Vrijhoef, secretaris van het A.N.V.; dr. W.H. van den Berge (staande), algemeen voorzitter; mr. A.W. van Nes, penningmeester; dr. jur. G.R. Piryns, plv. voorzitter; drs H.J. Brinkman, bestuurslid.

arbeidzaamheid. Verheugd is dr. Van den Berge dat de ambassadeur van België en mevrouw Van Cauwenberg aanwezig zijn, een vreugde die de voorzitter ook uit tegenover prof. Erlank - de vertegenwoordiger van de ambassadeur van Zuid-Afrika -, en dr. Hulsker, die namens de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk de plechtigheid bijwoont, in gezelschap van zijn echtgenote. Woorden van welkom ook aan mr. Merens, namens de commissaris der Koningin in Zuid-Holland aanwezig, en mr. Briët als de vertegenwoordiger van mr. V. Marijnen, burgemeester van Den Haag. ‘U zult ervan overtuigd zijn, zeer geachte heer mr. Warendorf, dat uw aanwezigheid telken jaren hier, als één van de laatste bloedverwanten van mr. Visser voor ons een bijzondere betekenis heeft, die wij hogelijk waarderen.’ Aldus dr. Van den Berge, die zich dan richt tot pianist Daniel Höxter, uit Israël, die geheel onbaatzuchtig en als erkentelijkheid voor de prijs, toegekend aan de Eduard van Beinumstichting, de muzikale omlijsting van de uitreiking zal verzorgen. Voorts zijn er de bestuursleden van het A.N.V. en van de zusterverenigingen, de vertegenwoordigers van de pers, radio en de fotopers tot wie de algemeen voorzitter zijn begroeting richt.

Een hartelijk woord van dank wijdt dr. Van den Berge aan de heer F. Koote, voorzitter van de Visser-Neerlandiacommissie, alsmede aan de leden en de directeur. ‘U bent met uw grote ervaring, deskundigheid en grote liefde voor dit werk, de centrale figuur en ik ben u dank schuldig voor de voorbereiding die u op zich hebt genomen. Ik kan slechts hopen dat u, mijnheer Koote

[p. 61]

dezelfde welwillendheid aan de dag legt, nu ik de uitreiking onder uw ogen zal verrichten.’

Indrukwekkend is het aantal in de loop der jaren uitgereikte prijzen - de huidige inbegrepen -: 280 in totaal voor een bedrag van f 700.000, - of 9 miljoen Bfr..

Overhandiging

De eigenlijke plechtigheid begint: de uitreiking aan de winnaars van de oorkonde en het bedrag in geld voor de karakterprijzen. Mejuffrouw Van der Heiden, studente in de psychologie, uit Spijkenisse, en de heer G. Vandermeulen uit Tienen (België), student in de rechtswetenschappen te Brussel. Beiden zijn lichamelijk ernstig gehandicapt; de eerste is sedert haar tiende levensjaar blind, de tweede lijdt aan een verlamming. Treffend schetst dr. Van den Berge waaróm de prijzen werden toegekend. ‘Geen prijs wordt gegeven voor een handicap, hoe ernstig zij ook moge zijn. Zulk een prijs wordt toegekend voor de houding die iemand aanneemt en het daaruit blijkende karakter.’ En dan tot de heer Vandermeulen: ‘Uw invaliditeitsgraad is zeer hoog. Ge hebt daar andere krachten van karakter, intellect en doorzettingsvermogen tegen ingezet en zo gemeten is uw validiteit zéér hoog.’

Vervolgens zijn de welzijnsprijzen aan de beurt. Het Medisch Pedagogisch Instituut - het Kristus Koning-Instituut - St. Job in 't Goor in België; de stichting ‘Levensvreugde’ te Aalst; de landelijke Federatie van de Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers (afd. Amsterdam) en de stichting ‘Bronlaak’

Dr. W.H. van den Berge wenst mejuffrouw A. van der Heiden, studente psychologie, geluk met de karakterprijs.

[p. 62]

Mr. H.J. Reinink neemt namens de Eduard van Beinum Stichting de prijs in ontvangst.

te Oploo (N.Br.). Prijzen voor de vele inspanningen ten bate van de hulp aan gehandicapte kinderen, voor een transport van invaliden in Amsterdam en voor de bouw van een therapeutische werkplaats in Oploo.

Dr. Van den Berge prijst het werk van de Eduard van Beinum Stichting en reikt de culturele prijs uit, speciaal bestemd voor het organiseren van een bijeenkomst van een aantal jonge Nederlandse en Vlaamse musici op het aan de Vecht gelegen huize ‘Queekhoven’ in Breukelen.

De tweede culturele prijs is voor de heer Marc Tralbaut uit Antwerpen. ‘Een prijs aan u persoonlijk toegekend’, aldus dr. Van den Berge, omdat de heer Tralbaut de stichter is, zonder de minste medewerking van wie dan ook, van het Van Gogh-Archief in Antwerpen. De heer Tralbaut dankt en hij heeft een primeurtje. Na zijn dood krijgt het archief een definitieve bestemming en wordt het in Nederland ondergebracht.

Daarna staan de weerbaarheidsprijzen voor uitreiking op het programma: voor 2 instellingen: de Hermannus van Tongeren Stichting in Amsterdam, het instituut dat de belangen behartigt van jeugdige slechtzienden, en de stichting Opbouwwerk Heuvelland in Kemmel (België), voor de arbeid in het Westvlaamse heuvelland, het zuidelijkste gedeelte van de Westhoek, welk gebied een ontwikkelingsgewest is.

De televisieprijzen zijn voor G. Gheuens uit Lier (België) voor ‘Het recht van de sterkste’, mevrouw Nel Bakker uit Amsterdam voor ‘Ik ken hem niet, maar...’, dr. P.H. Schröder uit Haarlem voor ‘De twee Egyptische dieven’ en voor Ton Tellegen uit Beverwijk voor ‘Als moeder ergens ziek van wordt’. Mevrouw Bakker is afwezig. Daarna reikt dr. Van den Berge

[p. 63]

de muziekprijzen uit, bestemd voor Jo van den Booren, 's-Hertogenbosch, voor ‘Estreme’ (hobo, viool, altviool en violoncello); Jan van Dijk, Tilburg, voor ‘Jardin public’ (fluit en orkest), Rudolf Escher, Amsterdam, voor ‘Blaaskwintet’; Hans Henkemans, Bergen (N.H.), voor ‘Elégies’ (vier fluiten en orkest); Ton de Kruyf, Neckarsteinbach, voor ‘Drie fragmenten uit de Blinde Zwemmer’ (3-stemmig jeugdkoor en twee instrumentale groepen) en Ton de Leeuw, Hilversum, voor ‘Haïku’ (sopraan en orkest). Niet allen zijn aanwezig. De griep heeft ook invloed op dit gebeuren.

‘Prijzen van onderscheid en aard, maar met een gemeenschappelijk kenmerk. Alle prijswinnaars hebben iets goeds willen brengen of gebracht aan anderen. Wij allen worden dagelijks met vele, wellicht te vele, neerdrukkende negatieve gebeurtenissen en houdingen geconfronteerd. De prijswinnaars hebben in hun positieve gerichtheid ons een andere kant doen zien, dat heeft ons goed gedaan en daarvoor zijn wij dankbaar. Het zijn de woorden aan het begin van het slot van de toespraak van dr. Van den Berge. En dan gaat zijn erkentelijkheid uit naar de 22-jarige pianist, Daniël Höxter, wiens prachtige spel met zijn vertolking van ‘Fantasie in Fuga in C-majeur’ van Mozart en ‘Deux Images’ van Claude Debussy, nog als het ware in het gehoor naklinkt: een hoogtepunt van een stijlvolle bijeenkomst die besloten wordt met een korte verwijzing naar de betekenis en de doelstellingen van het A.N.V. door dr. Van den Berge.

De prijzen zijn uitgereikt. Het werk is gedaan. In de Weeskamer worden de glazen geheven en de hartige hapjes genuttigd op een receptie, door het bestuur van het A.N.V. aan de prijswinnaars en een aantal genodigden aangeboden.

G.G.

Een gelukkige prijswinnaar: dr. Marc Tralbaut uit Antwerpen (rechts).