Zal een onlangs goedgekeurd wetsontwerp kracht van wet hebben gekregen, dan zal een eerste verbetering bij de magistraten van de parketten vallen waar te nemen.
In Vlaanderen zullen dan 206 ambten bij de parketten zijn ingesteld tegen 113 volgens de wet van 1953, in Wallonië 146 tegen 106 en in Brussel 81 tegen 57. Volgens die nieuwe wet zal het percentage van Nederlandstalige parketmagistraten opklimmen van 30 tot 47 t.h.
Voor de zetelende magistraten in de rechtbanken worden die cijfers voor Vlaanderen: 187 tegen 156, Wallonlië: 151 tegen 137 en Brussel: 66 tegen 61 (nieuwe wetten van 24 juni en 1 september 1966).
In 1965, aldus mr. Lindemans, waren nog 50 rechters op 139 en 7 leden van het parket op 78 in Vlaamse rechtbanken alleen in het bezit van een Franstalig diploma.
Het Nieuwe Gerechtelijk Wetboek bepaalt voorts dat in Brussel tweederde van de magistraten beide landstalen moet kennen. En zo gaat het over het gehele terrein van de rechtspraak in België.
Mr. Lindemans constateert nog enkele leemten. Zo is het nog altijd mogelijk dat in bepaalde gevallen in Vlaanderen in strafzaken de Franse procedure is toegestaan.
Een dergelijke toestand is in Wallonië eenvoudig ondenkbaar, merkte mr. Lindemans op.
Op het gebied van het notariaat moet het onmogelijk zijn, dat iemand, die geen Nederlands diploma heeft, in de Vlaamse provincies nog het notariaat mag uitoefenen.
Zaterdag, 22 februari werd de ABN-veertiendaagse-1969 in Mortsel geopend en herdacht tegelijkertijd haar tienjarig bestaan.
Na toespraken van o.a. prof. dr. W. Pée kwam het algemene thema ‘De uitstraling van het Nederlands aan de buitenlandse universiteiten aan de orde. Hierover sprak prof. Thys uit Rijssel.
Prof. Brachin uit Parijs hield een rede over Anton van Duinkerken als stilist.
De ABN-veertiendaagse werd besloten met de finale van de vertelwedstrijd voor de jeugd van 15 tot 19, die vertelden voor kinderen van 8 tot 12.
Aan de gelijkberechtiging van de Nederlandse afdeling van de Vrije Universiteit-Brussel wordt sedert kort ernstig gewerkt. De benoeming van het administratief personeel zal nu gaan behoren tot de verantwoordelijkheid van de Nederlandse universiteitsgemeenschap. Opgericht wordt een Nederlandse en een Franse tijdelijke raad van adviseurs, met recht van advies over de organisatie van de tweeledigheid van de VUB. De Nederlandse afdeling krijgt ook een overkoepelende faculteitencommissie waar alle Nederlandse professoren in zetelen.
Tegen 1 oktober a.s. moeten de evengenoemde raden gereed zijn met hun voorstellen inzake de structuur van de toekomstige universiteit(en)-Brussel.
Met de uitbouw van één enkele universiteit in Antwerpen houden zich drie politieke partijen: C.V.P., B.S.P. en P.V.V. bezig.
Een ontwerp-overeenkomst is op initiatief van gouverneur Kinsbergen opgemaakt. Dit ontwerp wordt aan de regering overgemaakt. T.g.t. komen we op deze aangelegenheid terug.
Begin januari overleed in Waasmunster op 81-jarige leeftijd prof.-emeritus E. Baur, die van 1927-1957 aan de Gentse universiteit Nederlandse Letterkunde doceerde. Door zijn studies over Gezelle en Rodenbach werd prof. Baur een autoriteit op zijn gebied. Onder zijn leiding kwam ook het standaardwerk ‘Geschiedenis van de Letterkunde der Nederlanden’ tot stand.
In 1967 werd hem voor zijn gezamenlijke werk de Prijs voor Letterkunde der Vlaamse Provinciën uitgereikt.
Van 1946-1954 zat prof. Baur in de Senaat.
Hij heeft ook het directeurschap van de Koninklijke Vlaamse Academie bekleed en was lid van verscheidene buitenlandse geleerde genootschappen.
Een Centraal Instituut voor Volkskunde zal te Antwerpen worden ingericht in de vrijgekomen gildehuizen in de Gildekamerstraat, grenzend aan het reeds daar aanwezige Volkskundemuseum, dat enige panden naast de nrs. 2-6 inneemt.
In het daarvoor geschikt te maken gebouw zullen kunnen worden ondergebracht: een grote volkskundige bibliotheek, zalen voor het systematisch opbergen van onderzoekingsmateriaal, zalen voor besprekingen, administratieve bureaux en studielokalen voor wetenschappelijke medewerkers.
Op 17 februari jl. werd het nieuwe complex van de Belgische nationale en wetenschappelijke ‘Koninklijke Bibliotheek Albert I’ door Z.M. koning Boudewijn ingewijd (de 35ste sterfdag van zijn groot-