zakelijke wereld zijn plaats moet bevechten terwille van een leefbaar klimaat. Daarvoor is echter vereist: een zo groot mogelijke eenheid, die stoelt op de wil om het samen te doen en het inzicht, dat het op een andere manier niet meer gaat.
In mijn optimisme heb ik wel eens gedroomd van één grote Nederlandstalige organisatie. In het raam van de Europese gedachte is een dergelijke droom natuurlijk voor de hand liggend. Maar voordat die droom werkelijkheid wordt zal er nog zeer veel water door Maas en Schelde stromen. We staan daarmee pas aan het begin. Ik heb in Kasterlee een inleiding gehouden over opzet en organisatie van het Nederlands Centrum. Als reaktie kwam de verzuchting van een van de Vlaamse bestuurderen: ‘Wat willen we eigenlijk als toneelliefhebbers? Neem nu onze naam: we zijn eerst regionaal, dan Vlaams, vervolgens kristelijk en tot slot ook nog eens een keer toneelverbond. Zouden we niet in de allereerste plaats “toneelverbond” moeten zijn?’.
Deze verzuchting kwam niet, omdat de Nederlandse organisatie nu zo perfect is (iedere opzet heeft zwakke punten), maar de verzuchting kwam wel, omdat de verdeeldheid in Vlaanderen oorzaak is van machteloosheid en dus een goede en krachtdadige ontwikkeling in de weg staat.
Laten we echter blij zijn met hetgeen tot nu toe al werd gerealiseerd. Vlaamse en Nederlandse liefhebbers blijven gezamenlijk streven naar een zo hecht mogelijke samenwerking, al was het alleen maar, omdat we allemaal zo van toneel houden.
Het A.N.V., dat hier in een Nederlandse school in Tres Aroyos (Argentinië) ‘van de grond komt’. Het Verbond zond in 1968 leerboeken naar deze school. Het hoofd der school is de heer C.L.F. Slebos, die ons de foto stuurde.