Ruth Selhorst van de cultuurkreis ‘Schloss Raesfeld’, de heer Johann Bruns van de deutsch-niederländischen Heimvolkshochschule Aurich en Bocholts Oberstadt-direktor Werner Gillen, tevens voorzitter van ‘Interessengemeinschaft Rhein-Ems. Als adviseurs behoren tot het bestuur bovendien een vertegenwoordiger van de Nederlandse Ambassade te Bonn, en één van de cultuurafdelingen van de gewesten: Rheinland, Westfalen en Oostfriesland.
Naast de vertegenwoordigers van twaalf groepen, waren ook enige eregasten aanwezig, waaronder de Nederlandse Consul in Kleef, de heer Fledderus, de burgemeester van Bocholt en vertegenwoordigers van de gewesten Rheinland en Westfalen.
Volgens de voorzitter dr. Bach is de opgaaf van de Bundesgemeinschaft niet alleen in representatieve zin, maar hoofdzakelijk praktisch werk, om het in 1964 gesloten culturele verdrag tussen Duitsland en Nederland met leven te vervullen.
Daar, waar een gewestelijk verbond niet verder komt, zal de Bundesgemeinschaft inspringen. Zij beschikt, nu zij opgericht is, over betere mogelijkheden voor onderhandelingen.
Dr. Bach wees nog op vele moeilijkheden, die opgeruimd moeten worden, om tot een levendig cultureel verkeer tussen Nederland en Duitsland te komen. Moeilijkheden bij toneelvoorstellingen en tentoonstellingen, moeilijkheden bij het trekken van wandelgroepen over andere dan de officiële grensovergangen enz..
Op beide vergaderingen waren de Deutsch-Niederländische Kulturverein Marl e.V. en de Nederlandse vereniging Recklinghausen für deutschniederländische Kontakte vertegenwoordigd. Zij hopen hierdoor in het komende jaar met nieuwe kracht hun cultureel werk te kunnen voortzetten. Zij achten het van groot belang voor hun werk mogelijkheden voor coördinatie met het werk van andere verenigingen te hebben gekregen. Bovendien acht ik het van belang, wanneer het Algemeen Nederlands Verbond op de hoogte is met deze gebeurtenis. Het is te hopen, dat het Algemeen Nederlands Verbond gelegenheid vindt, aan het werk van de Bundesgemeinschaft aandacht te schenken, en dáár waar het mogelijk en nodig is, deze met raad en daad bij te staan.
Het zal voor het intensiveren van het Nederlandse culturele werk in Duitsland van belang zijn, wanneer de nu opgerichte Bundesgemeinschaft ook vanuit Nederland de nodige ideële en materiële ondersteuning ontvangt. Ook in dit opzicht bestaan er volgens mij mogelijkheden voor coördinatie.
Moge het Nieuwe jaar hierin een Nieuw begin brengen!
December 1968.