Het wordt gesproken en geschreven door ongeveer achttien miljoen mensen: circa dertien miljoen in Nederland en circa vijf miljoen in de noordelijke helft van België. De verdeling van dit taalgebied over twee afzonderlijke staten sinds de zestiende eeuw heeft in het buitenland de indruk doen ontstaan dat het hier ging om twee verschillende talen en dus om twee verschillende literaturen. Deze opvatting is onjuist. De nuanceringen binnen het Nederlands zijn niet groter dan in andere cultuurtalen. De staatsgrens tussen België en Nederland heeft nooit afbreuk gedaan aan de continuïteit en de eenheid van de Nederlandse Letterkunde sinds de Middeleeuwen. Bij het publiceren van vertalingen uit de Nederlandse literatuur wordt aanbevolen de onderstaande tekst te gebruiken:
‘Dit werk is vertaald uit het Nederlands, dat wordt gesproken en geschreven door ongeveer 18 miljoen mensen in Nederland en in de noordelijke helft van België.’
2. De Conferentie, verontrust over de concentratie van machtsgroepen en hun greep op communicatie-media, besluit een werkgroep samen te stellen om de problemen van de vrije meningsuiting te onderzoeken en plaatst dit onderwerp centraal op de agenda van de volgende Conferentie.
3. De Conferentie spreekt er haar vreugde over uit dat er meer dan voorheen een geregelde uitwisseling van erkende toneelgezelschappen plaats heeft. Zij drukt evenwel de wens uit dat de beide regeringen de garantiebedragen die als basis dienen voor de subsidiëring, zouden aanpassen aan de reële kosten.
4. De Conferentie is bijzonder gevoelig voor de tot nu toe aan het Groot Limburgs Toneel door beide regeringen en regionale overheden verstrekte steun en dringt erop aan dat zij met even grote welwillendheid de integratie-moeilijkheden aan een aandachtig onderzoek zal onderwerpen en zo vlug mogelijk zal helpen oplossen.
5. De Conferentie verneemt met genoegen dat DONETO zich bereid heeft verklaard het Centrum voor Nederlandse Dramaturgie aan Nederlandse zijde in zijn organisatie op te nemen. De Nederlandse regering zou deze afdeling van het Centrum onmiddellijk in staat moeten stellen haar werkzaamheden aan te vangen, in afwachting dat er aan Belgische zijde binnen de eerstvolgende drie maanden op gelijke wijze een initiatief wordt genomen. Het overkoepelende bestuursapparaat, waarbij ook kontakten met radio en televisie wenselijk worden geacht, dient onmiddellijk daarna met de steun van beide regeringen te worden opgericht.
6. Opnieuw dringt de Conferentie erop aan dat aan Noordnederlandse zijde een driejaarlijkse Staatsprijs voor dramatische literatuur zal worden ingesteld.
7. Aansluitend bij een resolutie van de 16e Conferentie die aandringt op een nauwere samenwerkig tussen het Nederlandse en het Belgische Centrum van het Internationaal Theater Instituut, verdient het volgens de Conferentie aanbeveling dat de Belgische Regering al het mogelijke zal doen om de structuren en de financiering van het Belgische ITI-Centrum aan te passen aan de gewenste situatie. Aldus zal een nauwer en vruchtbaarder samenwerking met het Nederlandse Centrum tot stand kunnen komen.
8. Gezien het grote culturele belang van boeken en tijdschriften dringt de Conferentie in verband met de invoering van de Belasting Toegevoegde Waarde aan op toepassing van het nul-tarief voor deze uitgaven.
9. De Conferentie spreekt de wenselijkheid uit de prijsverschillen van het boek in Nederland en België in het belang van de verbreiding van de cultuur in beide landen tot een minimum te beperken.
10. De Conferentie, gelet op a) de ontwikkelingen op het gebied van het nationaal en internationaal auteursrecht, b) de bij uitstek culturele belangen betrokken bij een goed functioneren van dit auteursrecht, en c) de gevaren die de creatieve mens in de moderne vermenigvuldigingsmethoden bedreigen, dringt er bij beide regeringen op aan, te bevorderen dat betrokkenen tijdig worden gehoord voor het opstellen van wetsontwerpen en internationale verdragen.
Zij dringt er voorts op aan dat alle bij auteursrecht betrokkenen zich met elkaar in organisatorische vorm zullen verstaan in de beide landen en dat hierbij de contacten tussen de beide landen alle aandacht zullen hebben. Hierbij wordt gedacht aan een vorm als die van de Copyright Council in Groot-Brittannië.
11. De Conferentie betuigt haar adhesie met het navolgende charter van het boek, opgesteld door Unesco:
Het boek is niet louter een commercieel produkt van papier en inkt. Het is de uitdrukking van de geest, de drager van 's mensen gedachten en de basis voor alle vooruitgang en culturele ontwikkeling.
Wij, die ons in dienst voelen van het