Culturele betrekkingen met het buitenland
Ons buitenlands cultuurbeleid
In het februarinummer van ‘Neerlandia’ publiceerden wij een beschouwing over ons buitenlandse cultuurbeleid, ontleend aan een reeks artikelen van de hand van Manuel van Loggem in het ‘Algemeen Dagblad’.
Neerlandia had al herhaaldelijk gewezen op een blijkbaar tekort aan belangstelling bij de daarbij betrokken ministeries, die in hun begrotingen met mondjesmaat gelden toebedeelden, ter financiering van hun culturele activiteiten.
In een praeadvies door mr. Wijsenbeek, de directeur van het Gemeentemuseum in Den Haag, voor de culturele dag-V.V.D. opgesteld, merkt hij o.a. op, dat onze activiteiten in het buitenland op cultureel gebied kwalitatief en kwantitatief onvoldoende én ongericht zijn. Een cultuur van een volk van ongeveer 20 miljoen mensen is, aldus mr. Wijsenbeek, geen quantité négligeable.
Ruw geschat trekt Nederland voor zijn culturele activiteiten in het buitenland ongeveer 2 miljoen per jaar uit! West-Duitsland: DM 800 miljoen, Groot-Brittannië: £ 40 à 50 miljoen, Frankrijk bestemt de halve begroting van de Quai d'Orsay voor cultureel werk.
Evenals Manuel van Loggem wijst mr. Wijsenbeek op de British Council, een onafhankelijk moederinstituut in eigen land, met een of meer dochterinstituten in daarvoor in aanmerking komende andere landen. In die richting moet het bij ons ook gaan.