Lezers schrijven ons
Nogmaals: wijlen abbé Jean Marie Gantois.
Het zij mij vergund, als vriend sinds ongeveer 40 jaren van den zoo jammerlijk op 28 mei 1968, op 64-jarigen leeftijd, om het leven gekomen Z.E.H. (abbé) J.M. Gantois, en in mijne hoedanigheid van voorzitter van de Ver. ‘Zannekin’, een paar kantteekeningen te maken bij het ‘in memoriam Jean Marie Gantois’ op bladz. 238 van het juli-augustus-nummer van ‘Neerlandia’. Want dat acht ik gewenscht.
Ofschoon erkentelijk voor de zonder twijfel goede bedoelingen van den schrijver van het ‘in memoriam’-stukje, moet mij toch van het hart, dat de zinsnede: ‘(dat hij) die in hart en nieren een groot-Vlaming wilde zijn’ - met een liggend streepje tusschen groot en Vlaming! - geen juisten indruk geeft van het levenswerk van den overledene.
Ik kan dat het best duidelijk maken aan de hand van hetgeen abbé Gantois zèlf in zijn schitterende slotrede op 13 september 1964 in de Ridderzaal van het v.m. Grafelijk Slot van Male (bij Brugge) heeft gezegd:
‘Wij zijn geen “Nederlands-sprekende Fransen”. Wij zijn Nederlanders, zelfs als wij Pikardisch, ja Frans, spreken. - Het gaat om veel meer dan om de taal, het gaat om de geest.’
En de geneesheer dr Luc Carton, van Oostvleteren, citeerde Gantois in zijn rede te Male met de volgende woorden: ‘Ik ben geen Frans-Vlaming. Ik ben geen Zuid-Vlaming; geen Vlaming. - Ik ben Groot-Nederlander, geen Heel-Nederlander. Ik ben Nederlander’.
Voorwaar, voorwaar! wijlen abbé Gantois, de onbetwiste leider van de regionalistische beweging in Noord-Frankrijk (tot-en-met Kamerijk), was Nederlander, was een groot Nederlander (zonder liggend streepje tusschen groot en Nederlander!).
En zijn verzamelde levenswerk, in tal van artikelen over een lange reeks van jaren in verschillende tijdschriften gepubliceerd, en in 1967 uitgekomen in de ‘Oranje-Uitgaven’, Wilrijk, heet niet ‘De Zuidelijke Nederlanden’ (zooals ‘Neerlandia’ op bladz. 238, bij vergissing? vermeldt), maar heet ‘De Zuidelijkste Nederlanden’.
Ook had nog medegedeeld dienen te worden, dat de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde (Leiden) hem in 1962 tot medelid benoemde. Een zeldzaamheid voor een geboren Fransch-staatsburger.
Zieriks-ee, Oogst '68.
dr. mr. H.P. SCHAAP.
(Op verzoek van de schrijver spelling De Vries en Te Winkel.)