naamste lading aan boord de geestelijke toerusting die een natie met geestelijke waarden tot stand kon brengen. In het dagregister van Jan van Riebeeck is van historische betekenis de datum van 21 februari 1657 toen hij grondbrieven heeft uitgereikt aan de eerste vrijburgers, waarmee de eerste blanke burgers aan Zuid-Afrika werden verbonden. Daarom verdient hij de eretitel van stichter van deze volksplanting. Sterker dan ooit leeft in het Zuidafrikaanse volk de wil om te leven, voor zichzelf maar ook voor de anderen binnen de eigen landsgrenzen, en in de buurstaten waaraan Zuid-Afrika belangrijke hulp verleent.
Het Van Riebeeckhuis, aldus mr. Hiemstra, zal aan twee naties behoren; het feit dat het initiatief tot restauratie in Nederland is genomen, waar ook twee-derde van het nodige geld wordt opgebracht, aanvaarden wij als een bewijs van vriendschap, dat Nederland aan de wereld toont. Het voltooide gebouw zal niet slechts een museum zijn, maar er zal de boodschap van uitgaan: Kom, volg het voetspoor van Van Riebeeck en help bouwen aan de Zuidafrikaanse natie. Wij bieden vriendschap en vragen die in de vorm van emigranten. Zuid-Afrika is de werkplaats van Afrika geworden. Reis Jan van Riebeeck achterna en kom!
Spreker eindigde met dank te betuigen aan de velen die zich voor het herstel hadden ingespannen: burgemeester Van Koningsbruggen, mr. d'Ailly, mr. Beltjens, archivaris van de provincie Gelderland, alle drie overleden, aan de heer A. van Urk, gemeente-secretaris van Culemborg, aan Ton Koot, burgemeester Hermans, de overige leden van de Stichting, en aan de leden van het Zuidafrikaanse comité, dr. Willem Punt, en de heer W.L. Banting, van wie vooral de laatste veel heeft bijgedragen om giften bijeen te brengen. Met dank en blijdschap overhandigde hij de cheque van f 161.088, -.
Tevens bood hij het eerste boek aan dat in de bibliotheek van het Van Riebeeckhuis zal worden geplaatst, geschenk van de schoolgaande Zuidafrikaanse jeugd: Vijfhonderd jaar Zuidafrikaanse geschiedenis.
De heer Ton Koot, vice-voorzitter van de Stichting, die tevoren de plm. 40 aanwezigen welkom had geheten - bij afwezigheid van burgemeester Hermans als voorzitter - aanvaardde het geldgeschenk met grote dank. Hij zeide, dat de stimulerende woorden van mr. Hiemstra een welsprekend bewijs zijn voor de grote betekenis die in Zuid-Afrika wordt gehecht aan de stichter van een volksplanting die zodanig gefundeerd werd, dat hij de eeuwen kon weerstaan. Geen monument zou beter kunnen beantwoorden aan het doel om hem en zijn pioniersgeest te eren dan het huis van ouds De Fonteyn in Culemborg, dat zo nauw met hemzelf, zijn naaste familieleden en eveneens met pioniersgeest bezielde verwanten, verbonden is. De huidige monumentenwet biedt de gelukkige gelegenheid, het huis zijn oude glans terug te geven door restauratie.
Ook de heer Koot herinnerde aan mr. Van Koningsbruggen, die 17 jaar geleden, aangespoord door prof. dr. W.A.P. Smit de eerste aktie voor de restauratie inzette, en aan de voorzitter van Heemschut, mr. d'Ailly. Voorts noemde hij dankbaar de namen van interim-burgemeester drs. A.H. Stadhouders, burgemeester Hermans en gemeentesecretaris Van Urk, en in Zuid-Afrika van dr. Punt, directeur van de stichting Simon van der Stel, prof. dr. F.C.L. Bosman, dr. Jan Ploeger, en vooral ook de heer Banting, als hardnekkige ijveraars. Hij verzocht mr. Hiemstra, de gevoelens van erkentelijkheid daarvoor in Zuid-Afrika te willen overbrengen.