In memoriam Prof. Dr. P. Minderaa
Voor een maandblad als Neerlandia is het altijd moeilijk, om snel op gebeurtenissen te reageren. Zo gedenken wij eerst enige tijd na zijn verscheiden prof. dr. P. Minderaa, wiens naam in de kringen van het A.N.V. zulk een goede klank heeft. Zijn plotselinge heengaan heeft zijn vele vrienden in Nederland en Vlaanderen opgeschrikt. Wie hem geregeld, o.a. op de maandelijkse vergaderingen van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, waarvan hij het laatste jaar tweede voorzitter was, ontmoette, had de indruk van een gezonde man met een krachtig gestel, ook al was hij reeds 74 jaar en sinds vier jaar afgetreden als hoogleraar in de Nederlandse taal en letteren aan de rijksuniversiteit te Leiden, waar hij sinds 1948 doceerde. Vóór die tijd had hij zich reeds wetenschappelijke faam verworven met zijn proefschrift over de Vlaamse dichter Karel van de Woestijne (1942) met de uitgave van het Verzameld werk van deze auteur, in acht delen, die in de jaren 1946-1950 verschenen, onder zijn hoofdleiding, en met zijn studie ‘Het mensbeeld in de hedendaagse literatuur’ (1937). Minder bekend is, dat hij in 1919 een dichtbundel het licht deed zien onder de titel ‘Klarende luchten’ en het pseudoniem Peter van Maarn.
Dat hij geen kamergeleerde was, daarvan getuigt o.a. de titel van zijn inaugurele oratie ‘Lyriek en leven’ (1949) en zijn grote belangstelling voor het directe literaire leven. Zijn beminnelijke persoonlijkheid doet ons zijn verlies op een bijzondere wijze betreuren.
P.K.