Neerlandia. Jaargang 72
(1968)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 124]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Spiegel Vlaamse bewegingDe parlementsverkiezingen in BelgiëHet kan een gemeenplaats lijken deze Spiegel opnieuw te willen openen met de bedenking dat België op dit ogenblik een beslissende evolutie doormaakt. Toch zal men bezwaarlijk de betekenis overschatten van de parlementsverkiezingen van 31 maart. Het is ongetwijfeld nog te vroeg om thans, vier dagen na deze verkiezingen reeds alle gevolgen te overzien, maar wij zullen toch trachten een paar grote krachtlijnen in het bonte verkiezingstableau te schetsen. Het lijkt ons onmisbaar dat wij daarbij van de verkiezingsresultaten uitgaan. Daarom dit bondig overzicht.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 125]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deze cijfers wijzen op zichzelf reeds op een belangrijke verschuiving, maar de betekenis van deze verschuiving wordt toch maar ten volle duidelijk als wij even de verkiezingsuitslagen van 1965 bekijken. Dan zien wij het volgende beeld:
De C.V.P. verloor in 1965 19 zetels, de Socialisten 20.
Het was een teken aan de wand maar het reusachtige verkiezingssukses van de liberale P.V.V. maakte de meeste politieke waarnemers blind voor de rest. De P.V.V. had zich tijdens de verkiezingscampagne opgeworpen als de schutsengel van het vaderland. (Een tricolore reddingsboei met de letters P.V.V. moest het nieuwe image van de P.V.V. kracht bijzetten.) Het sukses was enorm. De P.V.V. sprong van 20 naar 48 kamerzetels. De partij was ervan overtuigd dat ze dit sukses te danken had aan het feit dat ze zich tegen de taalwetgeving van de regering-Lefèvre verzet had en door het prediken van taalvrijheid alle vaderlandslievende staatsburgers tot een herstel van het oude belgique de papa had kunnen oproepen. De P.V.V. zou dan ook haar houding handhaven en nog sterker de Belgische kaart spelen in de toekomst. Die Belgische kaart was anti-Vlaams.
Men was nu ver genoeg gegaan met die taalwetgeving, het was tijd om de klok terug te draaien. In de Brusselse partijbureaus zag men niet in dat het ook wel de Vlaamse ontevredenheid over de onvolmaakte taalwetgeving kon zijn die tot de aftakeling van C.V.P. en B.S.P. geleid had. Had de P.V.V. 10 zetels gewonnen in de Vlaamse arrondissementen, dan won de Volksunie er 7. Er was dus in elk geval ook in Vlaanderen een sterke ‘Vlaamse’ ontevredenheid tot uiting gekomen. We zouden het zo kunnen samenvatten. Een gedeelte van de P.V.V.-winst was afkomstig van unitair denkende Vlamingen die tegen de taalwetgeving gestemd hadden, maar een ander gedeelte was afkomstig van rechtsdenkende middenstanders die tegen de travaillistische regering-Lefèvre hadden willen stemmen. Men heeft in C.V.P.-kringen de fout begaan zich blind te staren op de liberale winst en de Volksuniewinst over het hoofd gezien.
In de C.V.P. stond intussen een groep conservatieven te trappelen van ongeduld om de leiding in de partij over te nemen en een meer rechtse koers te varen. Die mensen groepeerden zich rond de heer Van den Boeynants. Ze interpreteerden de verkiezingsuitslagen eenzijdig, zoals het voor hun doeleinden paste, en na een kortstondige overgangsregering Harmel-Spaak kregen we een C.V.P.-P.V.V.-regering die zich voornam een ruk naar rechts uit te voeren. De taalproblematiek en andere ‘valse’ problemen gingen de koelkast in en ziezo, dat was dat! We kregen een regering van bankiers en zakenlui. De kiezer had, zo dacht men, zijn zin gekregen en zelfs de vervelende flaminganten zouden door financiële argumenten wel murw gemaakt worden. Shakespeare zei het reeds: ‘Let me have men about me that are fat,...
Yond Cassius has a lean and hungry look
He thinks too much: such men are dangerous.’
Omwille van haar wezen zelf was zo'n ruk naar rechts in de B.S.P. uitgesloten (al heeft men het ook geprobeerd). In deze partij voelde men duidelijker dat de taalproblemen niet opgelost waren en een groep jonge socialisten poogde tegen de oude partijleiding in vernieuwing te brengen door zich over het probleem van de staatsstructuur te buigen (Verviers en Klemskerke).
Men kent de geschiedenis van de voorbije twee jaar nu wel voldoende. Nog vóór het ongelukkige taalbestand ten einde liep werd door de kwestie-Leuven de illusie van de groep Van den Boeynants brutaal aan flarden gescheurd en de tweede keer ging de regering zelfs finaal over de kop. We kregen, één jaar te vroeg, nieuwe verkiezingen. De C.V.P. had na de eerste explosie in Leuven nochtans een heilzame schok ondergaan.
De partij begreep dat de Vlaamse kiezer toch nog wel iets meer wilde dan boterhammen en daarom werd, veel te laat overigens, een plan uitgewerkt om een soort provinciaal federalisme tot stand te brengen. (Neerlandia, januari 1968, blz. 16.)
De poging kwam zoals gezegd te laat en werd overigens als het klassiek doekje tegen het bloeden beschouwd. Provinciaal federalisme is voor de Vlamingen een ál te benepen perspectief. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 126]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De B.S.P. zag het breder. In Klemskerke en Verviers werd een vijfledig federalisme voorgesteld dat op de sociaal-ekonomische wingewesten zou berusten. Het was vooral betekenisvol dat de jonge Vlaamse socialisten het plan er doorgedrukt hadden tegen de wil in van de nog steeds unitair denkende partijleiding. Men zag op die manier plots de mogelijkheid om het Vlaams socialisme grondig te vernieuwen. Zo werd Klemskerke een psychologisch sukses voor de Vlaamse B.S.P..
Maar de Brusselse B.S.P. reageerde Belgicistisch. In Brussel werd men steeds opnieuw geconfronteerd met de anti-Vlaamse hetze van het jonge Front Démocratique des Francophones (3 kamerzetels in 1965). Men denke maar aan de beruchte affiche: BRUSSEL VLAAMS - JAMAIS. Men zag er ook hoe de liberale partij zich klaar maakte om haar exploot van 1965 nog eens over te doen. De P.V.V. hoopte inderdaad, door opvallend gezwaai met de Belgische vlag, nog een nieuwe reeks kamerzetels in de wacht te slepen. De Brusselse socialistische leider Simonet had zich reeds vroeg tegen het plan-Kint uitgesproken om meer Nederlandse scholen in de Brusselse agglomeratie op te richten. (Neerlandia, januari 1967.) De verfransing te Brussel noemde de heer Simonet een onomkeerbaar verschijnsel, zodat de burgemeester van Antwerpen, de heer Craeybeckx, zich verplicht zag tegen zijn Brusselse partijgenoot op te treden. Het zal ons dus niet verwonderen dat de heer Simonet op hetzelfde paard ging wedden als F.D.F. en P.V.V.. Simonet zuiverde zijn partij in Brussel van alle Vlaamse smetten: de zeer verdienstelijke burgemeester van Vilvoorde, de heer Gelders, en de bekende oud-minister H. Fayat werden door de Brusselse partijfederatie op een onverkiesbare plaats op de B.S.P.-lijst gedegradeerd.
Brussel kon gerust zijn. Via de B.S.P. zouden voortaan geen Vlamingen de Franstalige hoofdstad komen ontsieren. Wat daarna gebeurd is heeft niet alleen de Vlaamse socialisten in Brussel van de ondergang gered, het heeft ook de B.S.P. in Vlaanderen een nieuw aureool van Vlaamsgezindheid bezorgd. (Wij zijn ervan overtuigd dat deze Vlaamse koers de oorzaak is van de stemmenwinst van de B.S.P. in Vlaanderen.) Wat is er dan gebeurd? Men weet het reeds. Met bewonderenswaardige moed hebben de heren Gelders, Fayat en Vermeylen zich van de Brusselse B.S.P. losgewerkt en zonder enige organisatie achter zich zijn zij met een afzonderlijke lijst van de Vlaamse socialisten de kiesstrijd in Brussel ingegaan. De lijst van de heer Simonet leed een zeer zware nederlaag, de drie Vlamingen werden alle drie herkozen (2 kamer, één senaat).
Intussen voerde de P.V.V. een nooit geziene campagne in het teken van de Belgische eenheid. De driekleur werd tot partijvlag van de P.V.V. gedegradeerd en de hoogste nationale waarden werden als lokaas voor stemmen gebruikt. Alles uiteraard in het teken van de welvarende Belgische frank (Let me have fat men about me). Ten minste 90 miljoen Belgische frank heeft de P.V.V. volgens experten van reklamebureaus aan de kiescampagne besteed (Men bedenke hierbij dat de grootste collectieve geldinzameling ooit in dit land gehouden 50 miljoen B.Fr. opleverde voor S.O.S. Honger, en men heeft een idee van de geldverspilling die zich hier heeft voorgedaan.
Maar de P.V.V. had dan ook grote bedoelingen. De heer Vanaudenhove hoopte op een nieuwe zeer grote winst voor de partij die België moest redden en hem als leider aan de macht moest brengen (70, 80, misschien wel 90 kamerzetels). De P.V.V. zou de grootste partij van België worden en het land zou via volmachten geregeerd worden.
De Barnumreclame sloeg inderdaad in. Op alle straathoeken trof men de enorm vergrote foto van de toekomstige redder van het vaderland. De brievenbussen staken dagelijks vol Express-berichten en oproepen om de frank te redden en meteen ook maar het vaderland. Stoeten met mooie majorettes (Nederlandse natuurlijk) trokken door de steden en vertelden ons dat het aardse geluk (zichtbaar aanwezig) binnen ons bereik lag als we maar voor 8 stemden. Op het Heizel in Brussel ging een enorme volksvergadering door voor 20.000 deelnemers die gratis aangevoerd waren uit alle delen van het land om de nieuwe leider te komen toejuichen. (Middagmaal en drank op kosten van de P.V.V.). 90 miljoen Belgische frank. Je reinste fascisme.
De P.V.V.-reclame werd een nachtmerrie. Men sprak over niets anders meer. De bedreiging die van dit nieuw soort fascisme uitging werd door steeds meer mensen als een enorm gevaar aangevoeld maar praktisch iedereen was ervan overtuigd dat tegen 90 miljoen frank niet veel te beginnen viel.
Eén partij slechts nam de uitdaging aan: de Volksunie. Tegen het Belgisch unitarisme stelde zij het federalisme, tegen de Belgische frank de stijgende werkloosheid en het stelselmatig overhevelen naar Wallonië van miljardenprojecten. Elke nacht rukten duizenden kleine mannetjes uit met kalkborstel en lijmpot om het effect van de 90 miljoen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 127]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ongedaan te maken. De ‘Leider’ kreeg 's nachts een Napoleontische driesteek op zijn hoofd. De kalkborstel tegen de reuzenaffiche, de democratie tegen het kapitaal.
We zouden de waarheid geweld aandoen als we hier niet zouden vermelden dat heel wat oude liberalen het met de theorieën van de nieuwe leider grondig oneens waren en in stilte hoopten dat de nieuwe koers op een mislukking zou uitlopen. Deze mensen moeten met de resultaten nu wel gelukkig zijn. Zij kregen een nieuwe kans om het Vlaamse liberalisme te redden en als de tekenen niet bedriegen, zijn zij op het ogenblik reeds met die paleisrevolte begonnen.
Het doet goed in het licht van al het voorgaande de verkiezingsresultaten te overzien. Voor de twee eerste vaststellingen laten we ‘De Nieuwe’ aan het woord.
- 1. De grote verliezende partij in de verkiezingen van 31 maart 1968 is niet de C.V.P., die de meeste zetels in Kamer en Senaat verloor, maar de P.V.V.. Ten eerste, omdat deze partij een verkiezingscampagne heeft gevoerd die wellicht zonder weerga is in onze elektorale geschiedenis, wat het talent, het entousiasme, het organisatievermogen en de financiële inzet betreft. Als een partij er na een dergelijke inzet niet in slaagt haar positie te verbeteren, dan heet dat een nederlaag, en haar leiders hebben dat in de nacht na de verkiezingen ook zo aangevoeld.
Vervolgens heeft de P.V.V. een nederlaag geleden omdat al haar leiders en waarschijnlijk de meesten van haar militanten er te goeder trouw van overtuigd waren dat zij, zoniet een ‘raz de marée’ dan toch een flinke winst zouden behalen. Dat heeft zich niet voorgedaan. De P.V.V. heeft alleen in de twee provinciën waar zij in 1965 een geringer sukses had behaald dan in het land als geheel, nl. Namen en Luxemburg (waar de overgang van katolieke konservatieven naar de niet-katolieke liberalen nog niet voltooid was), een opvallend sukses behaald. Laat men deze twee provinciën buiten beschouwing, dan blijkt de nederlaag zelfs uit de cijfers.
Tenslotte heeft het gebrek aan sukses van de P.V.V. betekenis omdat zij haar hele verkiezingscampagne had afgestemd op één enkel tema, dat is de nationale saamhorigheid van alle Belgen. Zij heeft, bij gebrek aan beter, een Belgisch nationalisme, dat nooit méér dan een minderheid beroerd heeft, in het leven willen roepen, en zij is daarin schromelijk gefaald. Dit resultaat is bijzonder verheugend voor wie de exploitatie van de driekleur voor partijdige doeleinden beu is: het duidt eigenlijk op een verrassende politieke rijpheid van de Belgische bevolking, die het politieke schouwtoneel dóór heeft.
- 2. De enige andere groep die op het Belgische paard heeft gewed, nl. de Brusselse Franstalige B.S.P., is eveneens als geslagene uit de strijd gekomen, zodat België het blijkbaar als verkiezingspropaganda niet meer doet. Daarentegen hebben in alle arrondissementen van het land, zonder uitzondering, die groepen en mensen suksessen geboekt die aandringen op de herstrukturering van het land. Dat zijn in Vlaanderen de Volksunie, die een stemmen- en zetelwinst heeft geboekt die hoger ligt dan de verwachtingen (bijna overal een aanwinst van ten minste 50%, met uitblinkers in Limburg en Brabant), in Vlaanderen nog de heer Verroken (zijn arrondissement, Oudenaarde, is het enige waar de C.V.P. een zetel wint), te Brussel de onafhankelijke Vlaamse socialistische lijst (die dus gelijk had afzonderlijk op te komen en de door de activist Simonet gearrangeerde poll niet te aanvaarden), tenslotte in Brussel en Wallonië de konservatieve coalitie F.D.F.-Rassemblement Wallon - tot dusverre ‘De Nieuwe’.
- Een derde vaststelling: De drie traditionele partijen verliezen in 1968 méér zetels dan in 1965 (Toen 11, nu 14). Maar het beeld is misleidend, want de Vlaamse B.S.P. verliest geen enkele zetel. We hebben hierboven uiteengezet waarom. Het verlies gaat in Vlaanderen uitsluitend naar P.V.V. (-1) en C.V.P. (-5). Voor deze laatste partij moet als reden aangehaald worden, dat zij zich te laat heeft uitgesproken inzake de voornaamste Vlaamse problemen, maar meer nog het feit dat veel van haar leiders en invloedrijke figuren helemaal niet gewonnen zijn voor de oplossingen die de partij beweert voor te staan. Die duidelijk dubbelzinnige houding moest zich wel wreken. En hier moeten we nog even wat zout op een ander slakje leggen. In Brabant behaalde de lijst van Van den Boeynants 9 zetels. Drie daarvan gingen naar Franssprekenden, zes naar Vlamingen. Een Vlaamse overwinning dus.
Maar wat zien we nu gebeuren. Alhoewel de Vlaamse C.V.P. de ganse verkiezingsstrijd gevoerd heeft onder het thema: ‘Elke verzwakking van de Vlaamse C.V.P. is een verzwakking van het Vlaamse front in de Kamer’, zien we nu plots dat een van de Vlaamse gekozenen verplicht wordt plaats te maken voor een Franstalige. De Vlaamse | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 128]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
C.V.P. beperkt zich tot het zoeken van excuses. Een dergelijke halfslachtige houding moet zich wel wreken in het kieshokje.
Men kan zich voor de C.V.P. trouwens afvragen of er voor een confessionele partij nog wel een grote toekomst weggelegd is. De Vlaamse jeugd denkt uitgesproken pluralistisch. Vooral de zaak-Leuven heeft de deklericalizering van Vlaanderen sterk bevorderd. De Volksunie heeft dit reeds tien jaar geleden ingezien en heeft zich vanaf haar eerste ontstaan op pluralistische basis ontwikkeld, dit in scherpe tegenstelling tot het vooroorlogse nationalisme dat sterk katoliek was. Het opmerkelijke sukses van de Volksunie is volgens sommige waarnemers voor een niet gering gedeelte aan deze pluralistische oriëntering toe te schrijven.
Ter illustratie van de Volksunie-vooruitgang ook nog de resultaten van de verkiezingen voor het studentenparlement aan de Gentse rijksuniversiteit één week voor de algemene verkiezingen. De Volksuniestudenten behaalden hier 40% van de uitgebrachte stemmen (verleden jaar 30%). Wat meteen betekent dat de vooruitgang van de Volksunie in de toekomst nog grotere vormen zal aannemen dan thans reeds het geval is.
- Een vierde en voorlopig laatste vaststelling. Ruim 200.000 Vlaamse stemmen in het Arrondissement Brussel.
Het markantste en meest verheugende feit bij de jongste verkiezingen in de provincie Brabant, is beslist de bewustwording van de Vlaamse kiezers in het Brusselse. Waar zij vroeger het gros van hun stemmen weggooiden op overwegend Franstalige lijsten en zo een pak Franstaligen naar Kamer en Senaat zonden, hebben zij ditmaal radikaal Vlaams gestemd.
Dit blijkt vooreerst uit het feit, dat de kartellijst van Van den Boeynants en de Vlaamse C.V.P. 6 Vlaamse kamerleden zal leveren, wat een winst is van 3. En dit in het arrondissement Brussel.
Daarbij valt het op, dat in ditzelfde arrondissement ruim 100.000 kiezers hun stem hebben uitgebracht op de twee uitsluitend Vlaamse lijsten, die van de V.U. en die van de Vlaamse socialisten. Als men daarbij de Vlaamse stemmen voegt van de kartellijst, mag men gerust zeggen dat ditmaal minstens 200.000 Vlaamse stemmen werden geteld. Hiermee zal men terdege rekening moeten houden. En niet alleen met de stemmen voor het F.D.F., dat alles samen, met de Rassemblement Wallon van Nijvel, toch maar 154.000 stemmen verzamelde.
Waren er ooit zoveel Vlaamse verkozenen in de hoofdstad? De poging om er een talentelling van te maken is wel erg ongelukkig uitgevallen. Men zal er voortaan niet zo veel meer over reppen... | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
En de toekomst?De Brusselse heren en partijleiders maken zich nog illusies. Als Van Audenhove herinnert aan de opgang van V.N.V. en Rex in 1936 en aan de verdwijning van Rex in de volgende verkiezingen, zegt hij er niet bij dat de Vlaams-nationalisten in 1939 wél stand hielden...
De eerste reakties van de grote partijen lijken trouwens niet erg demokratisch. Elke samenwerking met de ‘extremisten’ (niet bepaald een van eerbied voor de kiezer getuigende benaming) wordt a priori afgewezen: zij zullen mekaar de hand reiken en het zelf opknappen... In de grond denken die heren zo weinig demokratisch dat zij iedereen die niet zoals zij denkt gewoon willen uitschakelen. Zij maken zich blijkbaar nog illusies.
L.U. |