Lezers schrijven ons
Wilrijk, 12 februari 1968.
Geachte Redaktie,
Onder de - door uw redaktie geplaatste? - lééstitel ‘Staat Oranje de toenadering tussen Vlaanderen en Nederland in de weg?’ verscheen in uw nummer van januari 1968 een lezersbrief, F.v.R. ondertekend, waarin enkele onjuistheden voorkomen en de kwestie waar het de inzender om te doen is - een lofwaardige bedoeling - in een onjuist perspektief wordt geplaatst.
Ik verzoek u dan ook beleefd deze brief in uw lezersrubriek te willen opnemen, zodat het geheel juist wordt gesteld, wat op zichzelf dan een bijdrage is tot beter algemeennederlands begrip.
In het nummer 1 van de tweede jaargang van het tijdschriftje - geen ‘folder’ - ‘ORANJE’ publiceerden wij... een lezersbrief. Wat de heer Libero lannantuoni uit Meda (Italië) daarin schrijft bindt ‘Oranje’ in dezelfde mate als de gepubliceerde lezersbrief van F.v.R. ‘Neerlandia’ bindt. In de Italiaanse brief drukte de steller zijn bewondering uit voor de figuur van Joris van Severen, dit naar aanleiding van het boek ‘Joris van Severen - Droom en Daad’ van de bekende historiograaf Arthur de Bruyne, destijds door radio en televisie besproken en met de prijs van de provincie Antwerpen bekroond. De zinsneden die F.v.R. aanhaalt zijn volledig buiten hun verband gerukt zoals u zelf kan vaststellen bij inzage van bijgevoegd nummer van ‘Oranje’, u trouwens reeds vroeger toegestuurd.
Om te besluiten in de zin van de steller: (het publiceren van) dergelijke lezersbrieven zal bepaald niet bijdragen tot een beter begrip hier in het Zuiden voor de mentaliteit in het Noorden die ons dikwijls heel broederlijk ergert. Waarom moeten de Oranjeuitgaven, die reeds sinds 1946 ijveren voor de heelnederlandse integratie met goede bedoelingen in een kwaad daglicht worden geplaatst?
Wij rekenen op publikatie van deze brief en achten deze zaak daarmee gesloten. Met onze beste wensen voor nieuw-Neerlandia,
w.g.
Staf Vermeire.