Het Nederlands in Australië
Het was louter toeval dat ik op zaterdag 11 november jl. in de voorstad Ashfield onder de rook van Sydney, een lezing bijwoonde van de Duitse Jezuïet Johannes Leppich en zij die mij kennen zullen heus niet verwonderd staan wanneer ik meen met de hand op het hart te moeten verklaren: ‘Ik wilde dat een soortgelijke lezing door een gezaghebbend iemand ook voor onze Nederlandse immigranten werd gehouden.’ Immers pater Leppich sprak tijdens deze lezing woorden waarmee men het moeilijk oneens kan zijn: ‘Wenn Ihre Kinder nicht deutsch sprechen, dann verraten Sie Ihr Vaterland’ en ik zeg het met een kleine variant de pater na: ‘Indien Uwe kinderen geen Nederlands meer spreken, dan hebt U zich schuldig gemaakt aan verraad ten opzichte van Uw eigen vaderland!’ Er zijn taalgeleerden zoals dr. F.C. Dominicus en drs. J.P.M. Tacx die de aandacht hebben gevestigd op anglicismen, germanismen en gallicismen en die onze taalgenoten hebben gebracht tot de beschouwing van het wonder van de taal. Dr. J.G.J. Nijenhuis te Melbourne in Australië heeft bij de Dutch-Australian Weekly te Sydney een boekje uitgegeven waarin hij een uiteenzetting geeft van ‘tweetaligheid’, van de wisselwerking tussen het Nederlands en het Engels. Ik zie in het boekje echter heel wat meer. Het is een dringende waarschuwing, een felle klacht over de verwording van het Nederlands in een immigrantenland, met name in Australië en ik heb geen aanleiding kunnen vinden om ook maar even te glimlachen. Vele immigranten spreken inderdaad het koeterwaals dat pater Nijenhuis aan de kaak stelt, zelfs indien mag worden aangenomen dat hij hier en daar wat overdrijft. Indien het waar is dat diplomatie geen spel is met illusies maar met realiteiten, dan vraag ik mij af of de verschijning van deze thans in een boekje gebundelde artikelen geen aanleiding zou kunnen zijn krachtiger pogingen aan te wenden het Nederlands aan de
middelbare scholen in Australië tot een facultatief leervak te maken en het onderwijs in onze moedertaal aan te moedigen. Telkens wanneer ik mijn ogen opsla in mijn kamer zie ik de woorden: ‘Hoe cond ick U mijn broeders oyt vergeten daar wij toch zijn in eenen stronck gheplant’, maar ik ben bang dat men aan deze spreuk in het verre Nederland liever niet wordt herinnerd. Of is mijn vrees overdreven?
Cremorne.
Dr. C. Wouters,
Correspondent voor het A.N.V. in Australië.
Maakt u zich geen zorgen! (Redactie).