Meer dan 200 opvoeringen
Na ‘De sterre’ van Timmermans (14 ×) volgde (in 1956-'57) ‘Leentje uit het Hemelrijk’ (7 ×) van Gaston Martens. Het seizoen daarna ‘Menschen lyk wyder’ (Kinderen van ons volk) van Antoon Coolen (41 ×). Voor de première hiervan op 15 december 1957 was de salle paroissiale te Steenvoorde overvol. ‘M'en hier de zalen nog niet vele zo plompendevol ezien’ zei Z.E.H. deken kan. J. Verdonck. ‘'t Is entwat waarvan e mensch epakt is en zyn herte toeësnoerd. En in 't Vlamsche van Steenvoorde... in nuze schone zoete geblomde Vlamsche tale die eigentlyk nus moedertale is’.
Jaar na jaar bracht het Westouter Volkstoneel voor Frans-Vlaanderen een nieuw toneelwerk ‘over de schreve’ (over de Belgisch-Franse grens): ‘De vier jaargetijden’ van Antoon Coolen (26 ×), ‘Leontientje’ van Felix Timmermans (17 ×).
Na de winter van 1962 was het gezelschap van Barbry sinds 1955 105 maal opgetreden in zalen van Zuid-Vlaanderen. We rekenen de vele openluchtzomeropvoeringen ‘Leentje uit het Hemelrijk’ in diverse gemeenten niet mee. Met ‘Uitvaart’ van de Engelsman Sutton Vane, net als de vorige toneelstukken in het Frans-Vlaamse dialekt door Barbry, werd in het seizoen 1962-'63 vijftien maal opgetreden.
Met ‘De Harlekijn’ van Barbry zelf kwam men in 1963-'64 16 maal voor het voetlicht (te Boeschepe zelfs met een namiddag- en een avondvoorstelling). Barbry zou nog drie andere toneelspelen schrijven: ‘In attendant’ met 17 opvoeringen in 1964-'65, waarvan in Hondschoote en Boeschepe twee op dezelfde zondag, ‘Kerstavond’ met 18 opvoeringen in 1965-'66 waarvan tweemaal in Sint-Jans Cappel en Boeschepe en ‘Begin met Eva’ met 10 opvoeringen in 1966-'67.
De volgende Fransvlaamse gemeenten werden meer keren door de Verbroedering bezocht: Abele, Arneke, Boeschepe, Bollezeele, Caestre, De Moeren, Eecke, Ekelsbeke, Eringem, Godewaerdsvelde, Haesebrouck, Herzeele, Hondschoote, Houtkerke, Meteren, Morbeke, Rijsel, Rexpoede, Sint-Jan-Cappel, Steenvoorde, Warhem.
In oktober 1967 begon het Volkstoneel voor Frans-Vlaanderen aan zijn twaalfde seizoen. Op het programma: ‘De Regenmaker’ van de Amerikaan N.R. Nash, in Fransvlaamse vertaling van Flor Barbry.
Evenals in de vroegere bewerkingen van de toneelstukken van G. Martens, A. Coolen, F. Timmermans en Sulton Vane en als in zijn eigen toneeloeuvre heeft Barbry ook ‘De Regenmaker’ van Richard Nash bewerkt in die zin, dat het ook een demonstratie brengt van de Vlaamse aard en zeden. Amerikaanse invloeden en toestanden werden vervangen door Vlaamse. Het gebeuren speelt zich trouwens af op een hofstede aan de Frans-Belgische grens te Belle. Barbry doet deze winter minstens 19 gemeenten aan in Frans-Vlaanderen. Zoals steeds wordt in West-Vlaanderen ingespeeld. Dit gebeurde deze keer op 29 en 30 oktober te Westouter zelf. Naar oude gewoonte waagt het Volkstoneel zich slechts in Frankrijk als alle onvolkomenheden, die bij een première aan het licht komen, weggewerkt zijn. Barbry staat er immers op dat de door de Franse t.v. inzake toneel verwende Fransvlaamse kijkers niets kunnen aanmerken inzake regie of spel.
Op 5 november begon de Fransvlaamse toernee te Sint-Jans-Cappel. Vervolgens op 11 nov. te Godewaerdsvelde, op 19 nov. te Caestre, op 3 dec. te Hondschoote, op 10 dec. te Ekelsbeke, op 17 dec. te Boeschepe, op 28 jan. om 15 uur matinee te Rijsel. Komen dan nog aan de beurt: Morbeke, Rexpoede, Warhem, De Moeren, Houtkerke en bijna zeker te Steenvoorde en zelfs te Belle en Bambeke waar Het Volkstoneel nog nooit te gast was.
Vrijwel altijd speelde de groep voor zalen die weken van te voren uitverkocht waren. Na iedere opvoering, na ieder ‘Vlaams bad’ waren de toeschouwers opnieuw zichzelf geworden: Vlaams in hun spreken en in hun voelen. ‘Je meugt het zaalfste spilletje doen in 't frènsch, je gô nuus gin zuk èn effect hèn. Je kunt dat ôl è zo niet zeggen in 't frènsch’. Hun eigen taal greep die mensen aan in hun diepste wezen. Toen na een opvoering van ‘Mènschen lyk wyder’ Mgr. Vermeersch het publiek in Haezebrouck toesprak in 't Frans, scandeerde men uit de zaal: En flamand, in 't Vlèmsch! Al de mensen kwamen Frans pratend binnen, ze verlieten de zalen al Vlèmsch koutend.