De Nederlandistiek in het Buitenland
Dr. J.M. Jalink
Onder bovenstaande titel en met de ondertitel: ‘Het onderwijs in de Nederlandse taal- en letterkunde, cultuur- en politieke geschiedenis buiten Nederland en België’ is met steun van de Gemengde Commissie ter uitvoering van het Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag zojuist een langverwachte uitgave van de Werkcommissie van Hoogleraren en Lectoren in de Nederlandistiek aan buitenlandse Universiteiten verschenen. Aan het boek hebben 27 docenten meegewerkt, waarvan de meesten het universitair onderwijs en onderzoek in de nederlandistiek in hun land van werkzaamheid beschrijven, terwijl dezelfde of andere medewerkers de tweede afdeling van het werk: ‘Biografieën van vooraanstaande buitenlandse nederlandisten’ hebben verzorgd. Van deze laatsten zijn, voor zover deze nog te achterhalen waren, tevens portretten opgenomen. Zo treft men in de eerstgenoemde rubriek bijdragen aan als: ‘Het Nederlands onderwijs aan Franse universiteiten’ door prof. dr. P. Brachin; ‘De studie van het Nederlands aan Britse universiteiten’ door prof. dr. Th. Weevers en prof. dr. E.H. Kossmann. Hier betreft het nog naburige en ons van meer nabij bekende landen. Maar ook de nederlandistiek aan Finse, Poolse, Portugese, Tsjechoslowaakse, Canadese en Australische universiteiten komen aan de beurt. Dit om slechts enige voorbeelden te noemen. In de tweede rubriek vindt men onder meer biografieën van prof. em. dr. Adriaan J. Barnouw door zijn opvolger aan de Columbia University te New York, prof. dr. B. Hunningher; van prof. dr. Theodor Frings door zijn leerling, thans lector in het Nederlands aan de Karl-Marx-Universität te Leipzig, dr. G. Lerchner. Ook die van Johannes Franck, Augustijn Lodewijckx enz..
Aan de artikelen van de eerste groep heeft de redactie naschriften toegevoegd met bijzonderheden over hun auteurs, die deze zelf vaak uit bescheidenheid verzwegen hadden, alsook betreffende andere universiteiten dan hun eigene in het land waar zij werkzaam zijn en die hun blijkbaar niet, doch de redactie, c.q. de Werkcommissie wèl bekend waren. Ook heeft eerstgenoemde in deze naschriften een groot aantal korte biografieën verwerkt van docenten en oud-docenten Nederlands aan de universiteiten van het behandelde land. Dit voor zover deze via henzelf, door derden of in biografische handboeken te achterhalen warenGa naar voetnoot*).
Het ‘Ten geleide’ werd geschreven door de voorzitter van de Werkcommissie, prof. dr. W. Thys, die samen met de secretaris van deze commissie, dr. J.M. Jalink, de redactie vormde. Het spreekt van zelf dat in dit werk dat zoveel namen bevat, een personenregister niet mocht ontbreken.
Wij menen te mogen zeggen dat met dit ‘Liber Memorialis’, zoals wij het boek eerst hadden willen noemen, waaraan verscheidene jaren is gewerkt, voor het eerst een documentair werk op het gebied van de universitaire beoefening van het Nederlands in het buitenland is geschapen en wij verheugen er ons over dat het nog juist vóór de opening van het Derde Colloquium van Hoogleraren en Lectoren in de Nederlandistiek aan buitenlandse Universiteiten, dat van 5 tot 8 september 1967 in ‘Het Oude Hof’ te 's-Gravenhage plaats vond, van de pers kwam, zodat de eerste exemplaren ervan nog tijdens dit colloquium aan de vertegenwoordigers van de Nederlandse en Belgische Ministers van Onderwijs konden worden aangeboden.
Zoals gezegd, is het karakter van dit boek allereerst documentair, informatief. Doch dit neemt niet weg dat vele bijdragen door de levendige schrijftrant der auteurs ook tot boeiende lectuur zijn geworden. Behalve over de huidige stand van zaken op het onderhavig gebied, die mede door de publikaties van de Werkcommissie in de laatste jaren wat meer bekendheid heeft verkregen, wordt men door dit werk nu ook ingelicht over het verleden, wordt er door medewerkers en redactie herhaaldelijk een sluier weggetrokken die tot nu toe de persoonlijke lotgevallen en het werk van geleerden en docenten bedekte, die vaak op verre buitenposten hun eenzaam werk ter verbreiding van de kennis van hun moedertaal en van hun vaderlandse cultuur verrichtten of van buitenlanders die voor onze taal en cultuur liefde hadden opgevat.
Het werk is te bestellen door overschrijving van f 25, - op girorekening 582010 van NUFFIC, Molenstraat 27, 's-Gravenhage met de vermelding: ‘ten behoeve van de Werkcommissie voor “De Nederlandistiek in het Buitenland”’.